Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Dankzij het kabinet-Rutte II zijn gemeenten tegenwoordig verantwoordelijk voor beleid op het gebied van zorg, werk en jeugdhulp. Maar is de lokale democratie in Nederland sterk genoeg om al die decentralisaties op te vangen? Het rapport 'Democratie Dichterbij' beschrijft wat burgers vinden van hun gemeentebestuur, wie er lokaal actief zijn en wie niet, en of ze al wat mee hebben gekregen van de grote decentralisatie-operaties.

Het onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON), onder redactie van politicologen Tom van der Meer van de Universiteit van Amsterdam en Henk van der Kolk van de Universiteit Twente.

Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de nationale overheid ondanks decentralisaties en de invloed van Europa nog steeds het meest verantwoordelijk wordt gehouden voor het overheidsbeleid. De betrokkenheid van de meeste burgers bij de lokale politiek beperkt zich voornamelijk tot de verkiezingen. Nieuwe participatievormen, zoals burgerpanels, trekken slechts weinig burgers.

In het rapport komen acht onderwerpen aan de orde: Legitimiteit en politieke steun; Kennis van en interesse in het lokale bestuur; Politieke participatie; Wat zijn de belangrijkste problemen in de gemeente?; Politieke opvattingen; Stemgedrag bij gemeenteraadsverkiezingen; Tevredenheid burgers over gemeentelijke dienstverlening; en Beleidsevaluaties en politiek vertrouwen: wie houden burgers verantwoordelijk?

De belangrijkste bevindingen: 

Burgers houden nationale overheid verantwoordelijk, ondanks decentralisatie

Burgers blijven de nationale overheid het meest verantwoordelijk houden voor beleid, ook als dat feitelijk uit handen is gegeven door privatisering, decentralisatie of overheveling naar Europa. Ondanks de decentralisatie zal de nationale overheid afgerekend blijven worden op beleid waarvoor zij zelf niet de eerst verantwoordelijke is. 

Politiek vertrouwen en tevredenheid met diensten relatief hoog

Nederlanders hebben meer vertrouwen in burgemeester (61%), wethouders (53%) en gemeenteraad (53%) dan in de Tweede Kamer (45%) en de regering (43%). Over de kwaliteit van de lokale diensten en voorzieningen zijn Nederlandse burgers overwegend positief. 

Verkiezingen met afstand populairste vorm van lokale politieke participatie

Hoewel de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen sinds de jaren negentig is gedaald, blijft stemmen de populairste vorm van lokale politieke participatie: 54% ging in 2014 naar de stembus. Aan één of meer van 11 andere participatiemogelijkheden in de gemeente nam in de afgelopen vijf jaar slechts 19% deel. 

Een meerderheid van de kiezers wil een grotere invloed van burgers via directere democratie (gekozen burgemeester, lokale referenda) en vaker meepraten over beleid. Maar een meerderheid vindt dat ook als burgers meepraten de gemeenteraad uiteindelijk moet beslissen. 

Grote interessekloof tussen ouderen en jongeren

Er is een grote kloof in interesse in de lokale politiek tussen ouderen en jongeren. 63% van de jongeren zegt ronduit niet geïnteresseerd te zijn in de lokale politiek. Van de 55+’ers is daarentegen 61% tamelijk of zeer geïnteresseerd. Gebrek aan interesse is ook terug te zien in de kennis die mensen hebben over de lokale politiek. 

Fysieke leefomgeving het belangrijkste probleem in de gemeente

Als belangrijkste problemen in de gemeente wordt verkeer en fysieke leefomgeving aangekaart door 21,8% van de respondenten. Dit omvat problemen rond parkeren, openbaar vervoer, leegstaande winkelpanden en huisvesting. Daarnaast worden ook politiek en bestuur (19,6%), criminaliteit en veiligheid (10,7%), en immigratie en integratie (10,6%) frequent genoemd als belangrijkste probleem. 

Ongelijkheid in politieke participatie

Tijdens lokale verkiezingen komen niet alle groepen in gelijke mate naar de stembus. Hierdoor vertalen hun politieke voorkeuren zich niet in gelijke mate in de gemeenteraad. Die ongelijkheid is het grootst tussen voorstanders van asielopvang door de gemeente (vaker politiek actief) en tegenstanders daarvan. 

Kiezers op lokale partijen

Als kiezers bij de gemeenteraadsverkiezingen anders stemmen dan bij de Tweede Kamerverkiezingen, is dat meestal ingegeven door een veranderde voorkeur, het ontbreken van de ‘eigen partij’ in de gemeente, of andere prioriteiten op lokaal niveau dan op nationaal niveau.

Kiezers van lokale partijen zijn relatief laagopgeleid en oud, en hebben een kleine portemonnee. Ze combineren een hoge interesse voor hun gemeente aan een relatief lage interesse voor het land en een relatief laag vertrouwen in de lokale en de nationale politiek.

Over het onderzoek

Het onderzoek vond plaats op initiatief van de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De uitkomsten zijn gebaseerd op een representatieve steekproef van ruim 2.500 inwoners van Nederland. De gegevens zijn verzameld door CenterData in Tilburg. De analyses zijn uitgevoerd door onderzoekers van verschillende Nederlandse universiteiten en het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Publicatiegegevens

Democratie Dichterbij: Lokaal Kiezersonderzoek 2016, uitgevoerd door de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON), onder redactie van Tom van der Meer (Universiteit van Amsterdam) en Henk van der Kolk (Universiteit Twente).