Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Een groep vooraanstaande internationale experts op het terrein van het behoud van primaten, onder wie UvA-hoogleraar Serge Wich, doet in de nieuwste editie van het tijdschrift 'Science Advances' een oproep dringende maatregelen te treffen om de wereldwijd teruglopende primatenpopulaties te beschermen. Zij doen deze oproep nu uit de laatste cijfers blijkt dat 60% van de ruim 500 primatensoorten met uitsterven wordt bedreigd, een toename van 20% sinds 1996.
W.F. Lawrance
Ontbossing op Sabah. Foto: W.F. Lawrance

De wetenschappers wijzen op de precaire situatie waarin primaten zich bevinden door de toenemende en onhoudbare druk die wordt uitgeoefend op hun leefgebieden door landbouw, houtkap, bouwactiviteiten, grondstofwinning en andere menselijke activiteit. Ze stellen dat de versnelde toename in deze activiteiten in de afgelopen vijftig jaar aannemelijk maakt dat de situatie alleen maar erger zal worden en uiteindelijk zal leiden tot het uitsterven van vele primaatsoorten als er niet onmiddellijk op wereldwijde schaal actie wordt ondernomen.

Armoedebestrijding helpt primaat

‘In 1996 werd 40% van de destijds beschreven primaatsoorten bedreigd. De toename tot de huidige 60% is uitermate zorgwekkend en wijst erop dat meer natuurbeschermingsmaatregelen nodig zijn om deze ontwikkeling een halt toe te roepen’, aldus Wich, bijzonder hoogleraar Conservation of the Great Apes aan de UvA. 

Aangezien de meeste primaten leven in gebieden die gekenmerkt worden door armoede en ongelijkheid, moeten onmiddellijk maatregelen worden genomen gericht op verbetering van de gezondheidszorg en toegang tot onderwijs voor de lokale bevolking, maar zeker ook op de ontwikkeling van duurzaam landgebruik. Dergelijke maatregelen kunnen bijdragen aan zowel de voedselzekerheid voor de lokale bevolking en als milieubehoud, en zo helpen om de jacht op primaten en habitatverlies terug te dringen.

A. Walmsley
De met uitsterven bedreigde lori. Foto: Andrew Walmsley, Little Fireface Project

Onze biologische verwanten

Het verlies aan primaatsoorten brengt ook risico’s met zich mee voor de mensheid, stellen de wetenschappers. Niet-menselijke primaten – lemuren, maki's, lori's, galago's, spookdiertjes en (mens)apen – zijn biologisch verwant aan ons en kunnen hierdoor inzicht geven in de menselijke evolutie, biologie en gedragingen. Zo kunnen populaties van wilde primaten voor de mens waardevolle aanwijzingen opleveren over de oorsprong en evolutie van belangrijke ziekteverwekkers. Primaten zijn bovendien essentieel voor de biodiversiteit van tropische bossen: ze dragen bij aan de regeneratie van bossen en de gezondheid van ecosystemen. Tot slot spelen primaten een belangrijke rol in de cultuur en religies van een groot aantal samenlevingen.

Wich: ‘Als we er niet in slagen om de buitengewone diversiteit van onze naaste verwanten in stand te houden, is dat vanuit wetenschappelijk oogpunt een groot verlies én ecologisch gezien catastrofaal vanwege de negatieve gevolgen voor de ecosystemen waar we allemaal sterk van afhankelijk zijn. We kunnen dus echt niet langer meer achterover zitten en afwachten.’ De wetenschappers roepen iedereen – bestuurders, beleidsmakers, internationale organisaties, ngo's, het bedrijfsleven en betrokken burgers – op zijn verantwoordelijkheid te nemen en bewustzijn te creëren over de ernstige toestand van primaten wereldwijd en de noodzaak van een meer duurzame benadering.

Publicatiegegevens

A. Estrada, P. Garber, A. Rylands, C. Roos, E. Fernandez-Duque, A. Di Fiore, K. A. Nekaris, V. Nijman, E. Heymann, J. Lambert, F. Rovero, C. Barelli, J. Setchell, T. Gillespie, R. Mittermeier, L. V. Arregoitia, M. de Guinea, S. Gouveia, R. Dobrovolski, S. Shanee, N. Shanee, S. Boyle, A. Fuentes, K. MacKinnon, K. Amato, A. Meyer, S. Wich, R. Sussman, P. Ruliang, I. Kone and L. Baoguo: ‘Impending Extinction Crisis of the World’s Primates: Why Primates Matter’, in Science Advances. DOI 10.1126/sciadv.1600946