Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Als je voor een olieverfschilderij staat in een museum, denk je misschien wel dat het schilderij een permanent en onveranderbaar object is. Niets is echter minder waar: olieverfschilderijen ondergaan heel trage veranderingen in hun uiterlijk en innerlijke structuur. Joen Hermans is erin geslaagd de moleculaire structuur van oude olieverf na te maken. Hij promoveert op dinsdag 9 mei aan de Universiteit van Amsterdam.
Johannes Vermeer, Gezicht op Delft, 1660-1661, olie op canvas, Mauritshuis, Den Haag, met een detailopname waarop de witte klontjes metaalzeep duidelijk te zien zijn. Totaalafbeelding met dank aan het Mauritshuis. Detailopname opgenomen door A. van Loon, Mauritshuis.
Johannes Vermeer, Gezicht op Delft, 1660-1661, olie op canvas, Mauritshuis, Den Haag, met een detailopname waarop de witte klontjes metaalzeep duidelijk te zien zijn. Totaalafbeelding met dank aan het Mauritshuis. Detailopname opgenomen door A. van Loon, Mauritshuis.

Verf kan verkleuren, vernis vergelen en een schilderij verzamelt stof of ander vuil. Joen Hermans onderzocht de chemische processen die hieraan ten grondslag liggen. ‘Restauratoren doen hun uiterste best om eventuele schade te restaureren, maar feit blijft dat we op dit moment nog niet genoeg begrijpen van de moleculaire structuur van verouderde olieverf en de chemische processen die daarin plaatsvinden. We kunnen dus niet goed voorspellen hoe een verf zal reageren op de handelingen van een restaurator of veranderingen in de omgeving van een schilderij.’

Zichtbaar met het blote oog

Hermans legt uit dat olieverf in zijn simpelste vorm een mengsel is van pigment en een drogende olie als bindmiddel. Het gekleurde pigment is vaak een metaalzout. ‘Zodra het pigment en de drogende olie samenkomen, begint een ongelooflijk complex chemisch proces’, aldus Hermans, ‘dat eeuwig blijft doorgaan.’ De vetzuurketens in de olie kunnen polymeriseren als ze worden blootgesteld aan zuurstof uit de lucht. Tegelijkertijd reageren metaalionen aan het oppervlak van de pigmentkorrels met de olie.

‘Een veelvoorkomend probleem bij de conservering van olieverfschilderijen is de vorming van zogenaamde metaalzepen’, zegt Hermans. Dit zijn verbindingen van metaalionen en vetzuren. De vorming van metaalzepen is in verband gebracht met verschillende soorten verfdegradatie, zoals toenemende broosheid, transparantie of korstvorming op het schilderijoppervlak. Hermans: ‘Met het blote oog kun je zelfs klontjes metaalzeepmateriaal zien op sommige schilderijen, bijvoorbeeld op De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp van Rembrandt of in Gezicht op Delft van Vermeer.’ Naar schatting heeft 70% van alle olieverfschilderijen last van metaalzeepvorming.

Waardevolle kunstwerken conserveren

Hermans heeft tot in detail bestudeerd hoe metaalzepen zich precies vormen. Hij begon met het karakteriseren van de structuur van metaalzepen. Hij ontdekte onder meer dat het proces waarbij metaalionen ‘bewegen’ door het schilderij cruciaal zijn bij het bepalen van hoe snel een olieverfschilderij veroudert. Ook is Hermans erin geslaagd de moleculaire structuur van oude olieverf na te maken, zodat het gedrag van oude verf gesimuleerd en bestudeerd kan worden zonder dat er stukjes uit Rembrandts Nachtwacht hoeven te worden gesneden. Met deze kennis, betoogt Hermans, kan worden bijgedragen aan een solide basis voor de conservering van vele waardevolle kunstwerken.

Promotiegegevens

Dhr. J.J. Hermans: Metal Soaps in Oil Paint. Promotor is prof. dr. P.D. Iedema. Copromotor is dr. K. Keune.

Tijd en locatie

De promotie vindt plaats op dinsdag 9 mei om 14.00 uur.

Locatie: Agnietenkapel: Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.