Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De aarde warmt het snelste op in het noordpoolgebied, met als gevolg dat trekvogels eerder op de arctische broedgebieden moeten aankomen om hun kuikens te laten profiteren van de vroege lente. Een recente studie onder leiding van onderzoekers van het UvA Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamics, gepubliceerd in Current Biology, toont aan dat brandganzen in staat zijn om de migratie in warmere lentes te versnellen. Het onderzoek liet echter ook zien dat de kuikens minder goed overleven omdat de ganzen het leggen van de eieren nog onvoldoende vervroegen.
Brandgans met UvA-BiTS tracker op zijn rug, c: Jasper Koster

Brandganzen zijn langeafstandsmigranten die in de lente van de gematigde overwinteringsgebieden naar de broedgebieden in het Russische Noordpoolgebied migreren. De timing van migratie en voortplanting is extreem belangrijk. In de ideale situatie valt de grootste voedselbehoefte van de kuikens samen met de piek van de Arctische toendra, voor optimale voedselbeschikbaarheid. De broedgebieden in de Arctische gebieden hebben momenteel te maken met snelle temperatuurstijgingen waardoor de lente eerder start. Een internationaal team van onderzoekers onder leiding van Thomas Lameris onderzocht of brandganzen in staat zijn om de timing van migratie en voortplanting aan te passen aan de vervroegde lente.

Geavanceerde migratie

De onderzoekers combineerden meerdere jaren van vogeltracking en veldobservaties langs de gehele vluchtroute van brandganzen. In totaal waren 125 vrouwelijke brandganzen uitgerust met volgapparatuur om de timing van migratie te bepalen; 40 daarvan waren UvA-BiTS trackers (www.UvA-BiTS.nl). Senior auteur prof. Bart Nolet legt uit hoe ze de gegevens hebben gebruikt: ‘Van grote trekvogels die lange afstanden afleggen wordt verwacht dat ze tussenstops moeten maken om bij te tanken voor de rest van de reis en om reserves aan te leggen voor het broeden. Ze profiteren van een langdurige lente door stop-over-locaties te bezoeken waar op dat moment de lente begint. Met de gegevens die we verzamelden konden we aantonen dat brandganzen migratie in een warme lente kunnen versnellen door stopovers over te slaan en bijna non-stop te vliegen. Hierdoor komen ze vervroegd aan op de broedgebieden van de Arctische gebieden.'

Dit lost het probleem alleen niet op. Nolet: 'Na zo'n vroege aankomst kunnen de vogels niet meteen eieren leggen, maar hebben ze blijkbaar tijd nodig om reserves op te bouwen op de broedplaatsen. Met als gevolg dat het moment van eieren leggen niet zo ver opschuift als de aankomstdatum. De kuikens komen daardoor alsnog laat uit in verhouding tot het begin van de lente. Dit verhoogt het risico op een discrepantie tussen de voedselbehoefte van de kuikens en de voedselbeschikbaarheid op de toendra, en zorgt ervoor dat minder kuikens overleven tot aan het uitvliegen.’

Migratiestop

Het is interessant om te zien dat enkele van de brandganzen onlangs zijn gestopt met migreren en zijn gaan broeden in de gematigde gebieden. 'Door migrerende en niet-migrerende ganzen te vergelijken kunnen we bestuderen wat de kosten en baten zijn van migratie', zegt Nolet. De niet-migrerende populatie legt de eieren ook te laat, omdat ze niet kunnen profiteren van de verlengde lente zoals de migrerende ganzen doen. 'Het vergelijken van trekvogels en niet-trekvogels zal ons dan ook helpen om te begrijpen hoe de brandganzen het broedgedrag afstemmen op snel veranderende omstandigheden.'

Publicatiegegevens

Thomas K. Lameris, Henk P. van der Jeugd, Götz Eichhorn, Adriaan M. Dokter, Willem Bouten, Michiel P. Boom, Konstantin E. Litvin, Bruno J. Ens and Bart A. Nolet. ‘Arctic Geese Tune Migration to a Warming Climate but Still Suffer from a Phenological Mismatch’, in: Current Biology 19 July 2018.