Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Bioloog Joachim Goedhart van het Swammerdam Instituut voor Levenswetenschappen stelt vraagtekens bij de ingeburgerde gewoonte van wetenschappers om p-waardes te gebruiken. Goedhart heeft hierover een brief gepubliceerd met de titel 'Dispense with redundant P values’ in ‘Nature’.

De p-waarde verschijnt in bijna elke figuur van wetenschappelijke publicaties in de levenswetenschappen. Om de resultaten van een experiment te interpreteren worden vaak statistische toetsen gebruikt. De p-waarde is een veel gebruikte uitkomst van een statistische toets.

Echter, de definitie van de p-waarde is moeilijk te doorgronden en mede daardoor is de p-waarde onderhevig aan misinterpretatie. Desondanks is het berekenen en presenteren van p-waardes een standaard gebruik geworden in wetenschappelijke publicaties in de levenswetenschappen. Het correcte gebruik van p-waardes is op dit moment onderwerp van een brede discussie.

Wildgroei aan p-waardes             

In veel gevallen zijn de verschillen tussen diverse condities in een experiment, bijvoorbeeld tussen een behandelde versus een controle groep, overduidelijk. Desondanks wordt er een p-waarde gepresenteerd ‘omdat iedereen dat doet’.

Dit kopieergedrag leidt tot een wildgroei aan p-waardes die geen toegevoegde waarde hebben. Zeker wanneer de verschillen tussen condities groot zijn kunnen p-waardes weggelaten worden. Hierdoor wordt de lezer niet afgeleid door zinloze p-waardes en wordt meer nadruk gelegd op de waarnemingen.

Reageer

Naar aanleiding van Goedharts pleidooi in Nature heeft de onderzoeker ook een blog over dit onderwerp gepost.