James Symonds onderzoekt de archeologie van de moderne wereld (1450 na Chr. tot nu). Hij richt zich specifiek op kapitalisme, kolonialisme, stedelijke en industriële archeologie, en de archeologie van de armoede. Symonds heeft ervaring op het gebied van opgravingen in de stad in het Verenigd Koninkrijk, en heeft veldwerk gedaan op the Isle of South Uist (Schotland), Nova Scotia en Cape Bretoneiland (Canada), en Lapland (Finland).

Symonds werkt op dit moment aan twee onderzoeksprojecten in Tsjechië. Bij de ene onderzoekt hij de veranderende aard van het IJzeren Gordijn tussen 1950 en 1980; bij het andere onderzoeksproject bekijkt hij de impact van de Dertigjarige Oorlog op plattelandsgemeenschappen in de 17^de-eeuwse Bohemen.

Symonds is verbonden aan de Boston University (VS), de Universiteit van Oulu (Finland) en de West-Boheemse Universiteit (Tsjechië). Daarnaast is hij fellow bij de Society of Antiquaries of London, de Society of Antiquaries of Scotland en bij the Higher Education Academy (VK). Ook is hij lid van het Istitute for Archaeologists (VK). In 2003 won Symonds de AIA Fieldwork and Recording Award voor zijn boek The Historical Archaeology of the Sheffield Tableware and Cutlery Industries 1750 – 1900. Naast vele boeken heeft hij een groot aantal publicaties op zijn naam staan, onder meer in vaktijdschriften als Historical Archaeology, the Journal of Social Archaeology, the Journal of Material Culture.