Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De coronacrisis heeft een grote impact op de werk- en thuissituatie van Nederlandse gezinnen met kinderen. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht, de Universiteit van Amsterdam en de Radboud Universiteit blijkt dat er voor moeders gemiddeld meer veranderde dan voor vaders. Moeders hebben minder vrije tijd dan vaders, ervaren meer werkdruk en nemen nog altijd meer huishoudelijke- en zorgtaken op zich.

De onderzoekers hebben in hun studie de arbeid-en-zorgverdeling van 863 Nederlandse respondenten onderzocht in gezinnen met minstens één werkende ouder en één of meer thuiswonende kinderen jonger dan 18 jaar. Meer dan de helft van de ondervraagde ouders werkte vanaf de maand april vanuit huis en bijna alle respondenten gaven aan dat hun kind(eren) thuis zaten. Onder de thuiswerkers zijn veel hoogopgeleide ouders en ouders werkzaam in de publieke sector.

Belangrijkste resultaten

Uit het onderzoek blijkt dat:

  • Vaders sinds de coronacrisis meer huishoudelijke- en zorgtaken op zich nemen. Ruim een vijfde (22%) van de vaders is meer voor de kinderen gaan zorgen.
  • Moeders het overgrote deel van de zorg- en huishoudelijke taken blijven doen, ondanks het feit dat zij vaker in cruciale beroepen werken en daardoor ook meer buitenshuis werken. 
  • Vooral moeders hun werktijden aanpassen.   
  • Veel van de werkende ouders meer werkdruk ervaren (35%), minder vrije tijd hebben (48%), vaker onenigheid met elkaar hebben over de zorg voor kinderen (51%), en over het algemeen minder balans in hun werk en privéleven ervaren.   
  • Moeders meer dan vaders een stijging in de werkdruk ervaren en massaal inleveren op vrije tijd.
  • De werkdruk het hoogst is in gezinnen waar alle ouders in een cruciaal beroep werken. 

Over het onderzoek

Vanuit de Universiteit van Amsterdam namen Janna Besamusca (afdeling sociologie), Roos van der Zwan (Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies) en Paul de Beer (afdeling sociologie, Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies) deel aan het onderzoek. Hun expertise ligt vooral op het gebied van arbeidsmarkt. In de komende tijd zal nog meer data worden verzameld en verder onderzoek worden gedaan. De UvA onderzoekers focussen zich hierbij op de impact van de coronacrisis op mensen met onzekere banen, op werkdruk, genderverschillen en genderongelijkheid.