26 mei 2020
De coronacrisis heeft een grote impact op de werk- en thuissituatie van Nederlandse gezinnen met kinderen. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht, de Universiteit van Amsterdam en de Radboud Universiteit blijkt dat er voor moeders gemiddeld meer veranderde dan voor vaders. Moeders hebben minder vrije tijd dan vaders, ervaren meer werkdruk en nemen nog altijd meer huishoudelijke- en zorgtaken op zich.
De onderzoekers hebben in hun studie de arbeid-en-zorgverdeling van 863 Nederlandse respondenten onderzocht in gezinnen met minstens één werkende ouder en één of meer thuiswonende kinderen jonger dan 18 jaar. Meer dan de helft van de ondervraagde ouders werkte vanaf de maand april vanuit huis en bijna alle respondenten gaven aan dat hun kind(eren) thuis zaten. Onder de thuiswerkers zijn veel hoogopgeleide ouders en ouders werkzaam in de publieke sector.
Uit het onderzoek blijkt dat:
Vanuit de Universiteit van Amsterdam namen Janna Besamusca (afdeling sociologie), Roos van der Zwan (Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies) en Paul de Beer (afdeling sociologie, Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies) deel aan het onderzoek. Hun expertise ligt vooral op het gebied van arbeidsmarkt. In de komende tijd zal nog meer data worden verzameld en verder onderzoek worden gedaan. De UvA onderzoekers focussen zich hierbij op de impact van de coronacrisis op mensen met onzekere banen, op werkdruk, genderverschillen en genderongelijkheid.