Onze relatie met dieren is al eeuwenlang ongelijk; dieren werden als inferieur behandeld, omdat we ervan uitgingen dat ze geen emoties kennen en dat hun intelligentie lager is dan die van de mens. Wij bepaalden wat er met hen gebeurde, niet andersom. En dieren konden ons niet vertellen of dat een probleem vormde. 

Maar de wereld is veranderd. Dieren blijken ook taal en cultuur, ideeën en gevoelens te hebben. We rekenen onze honden en katten tot de familie, maar doen dat niet met varkens, kippen of leeuwen. Waarom eigenlijk niet? Wat zijn de filosofische en juridische implicaties van een dergelijke vraag? Stel dat we naast de biologische aspecten, ook naar de biografie van dieren kijken? 

Meer dan biologie

Media- en dier-menswetenschapper Maarten Reesink houdt zich sinds een aantal jaar bezig met deze en vele andere vragen rondom dier-mensrelaties. Hij schreef het eerste alomvattende werk in het Nederlands over dit vakgebied. In zijn boek komen onder andere de filosofie, geschiedenis, populaire cultuur, media en biologie van het dier aan bod. 

Reesink vertelt: ‘We zien dieren vooral op een oppervlakkige manier, als leuk, grappig en schattig, maar niet meer dan dat. Dat zie je overal in terug: in de media, in de politiek, maar ook bij een ramp bijvoorbeeld. Mensen komen dan op de eerste plek. Dat er zoiets bestaat als dier-mensstudies laat zien dat onze kijk op dieren steeds meer verandert.’ In januari richtte Reesink met andere dier-menswetenschappers ook het Centrum voor DierMens Studies op, dat een platform voor uitwisseling biedt aan onderzoekers, studenten en geïnteresseerden in de interdisciplinaire kennis over de relatie tussen mens en dier.  

Publicatiegegevens

Maarten Reesink: Dier en mens - De band tussen ons en andere dieren (maart 2021, Boom uitgevers Amsterdam).

ISBN 9789024432790

Paperback, 374 pagina’s, 29,90 euro. 

Meer informatie op de website van de uitgever