Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Frontex, het agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de EU, hanteert tegenwoordig een beduidend humanere benadering van zowel de grenscontroles als de grensbeveiliging dan voorheen. Dat blijkt uit onderzoek van UvA-politicoloog Polly Pallister-Wilkins. Haar bevindingen zijn gepubliceerd in International Political Sociology.

Pallister-Wilkins verrichtte voor haar onderzoek veldwerk onder medewerkers van Frontex in de Evros-regio (langs de Grieks-Turkse grens) en op het hoofdkantoor van Frontex in Warschau (Polen). Ze wil daarmee een genuanceerder beeld geven van het agentschap dat regelmatig van het schenden van de mensenrechten wordt beschuldigd.

Frontex-medewerkers geven aan dat er van twee specifieke trends sprake is. Ten eerste een steeds grotere bereidheid om mensen te helpen die de grootste risico's lijken te lopen. Daarnaast zijn er meer mogelijkheden om reddingsoperaties uit te voeren als gevolg van technologische verbeteringen en een toegenomen capaciteit.

Pallister-Wilkins concludeert dat Frontex zich weliswaar in humanitaire zin kan uiten, op humanitaire acties kan aandringen en kan proberen om op een menswaardige manier de risico's te beheren. Het Europese agentschap kan echter niet de mensenrechten handhaven of de territoriale veiligheid garanderen, omdat zowel die mensenrechten als de grenscontroles tot de soevereine verantwoordelijkheid van de lidstaten van de EU behoren. Dat betekent dat Frontex alleen maar als een soort risicomanager kan fungeren die humanitaire uitgangspunten gebruikt om op een strategische manier de kritiek te pareren en de grenzen te beveiligen door middel van interventies die in humanitaire zin vaak gerechtvaardigd zijn.

Europees probleem

‘Het is gewoonweg te gemakkelijk om de schuld van een falende grensbewaking en -controle bij Frontex-vertegenwoordigers neer te leggen,’ zegt Pallister-Wilkins. ‘Grenscontroles zijn een Europese aangelegenheid. Daarbij spelen complexe interacties van uiteenlopende problemen een rol. Dit kan variëren van landen die hun grenzen proberen te beveiligen, tot de grote stromen vluchtelingen en economische migranten, tot de noodzaak om de mensen te beschermen die de grootste risico's lopen. Hierbij zijn meerdere partijen betrokken, met name op lokaal overheidsniveau, die beperkt zijn in de maatregelen die ze kunnen nemen.’

Hardere opstelling

Vreemd genoeg loopt die grotere mate van humaniteit parallel aan de roep van veel Europese burgers om een hardere aanpak van grenscontroles. Pallister-Wilkins: ‘De Frontex-medewerkers moeten hun werk uitvoeren tegen de achtergrond van een publieke opinie die steeds meer aandringt op strengere grenscontroles als bescherming tegen uiteenlopende vermeende dreigingen die allemaal samengebald worden in de persoon van ‘de migrant’. Deze spanning tussen risico en redding is ook binnen het bredere Europese kader aanwezig waarin grensbewakers en Frontex-medewerkers hun taken moeten uitvoeren.’

Publicatiegegevens

Polly Pallister-Wilkins: 'The Humanitarian Politics of European Border Policing: Frontex and Border Police in Evros.' International Political Sociology 9 (2015,1): blz. 53-69. Doi:10.1111/ips.12076.