Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Lezen kinderen beter als het thuis wordt gestimuleerd? 'Ja,' ontdekte onderzoeker Elsje van Bergen, 'maar de reden voor dat verband is anders dan men eerst dacht.' Leessnelheid is behoorlijk erfelijk. Goed lezende ouders zorgen zowel voor de erfelijke aanleg van hun kroost als het laten opgroeien van hun kinderen tussen de boeken. Erfelijkheid kan zich dus ook vermommen als opvoedingseffect. Ruim 1.200 bezoekers van wetenschapsmuseum NEMO, jong en oud, van dyslectici tot supersnelle lezers, namen deel aan het leesonderzoek van de Universiteit van Amsterdam en de University of Oxford.
Onderzoeker dr. Elsje van Bergen en deelnemer. Fotograaf: Hanne Nijhuis.
Onderzoek met NEMO-bezoekers als deelnemers. Foto: NEMO

Leesopvoeding?

In de klas zie je grote verschillen in de leessnelheid van kinderen. Kinderen met dyslexie lezen maar half zo snel als hun goed lezende klasgenoten, terwijl ze hetzelfde onderwijs krijgen. Thuis zie je wél verschillen in het aanbod. Goede lezers groeien vaak op met vollere boekenkasten thuis, ze zien hun ouders vaker lezen, en ze  worden vaker voorgelezen. Men is vaak geneigd om te denken dat verschillen in opvoeding verantwoordelijk zijn voor verschillen in leesvaardigheid. De onderzoekers toonden voor het eerst aan dat er sprake is van een zogeheten ‘gen-omgevingscorrelatie’: ouders die zelf goed lezen geven hun kinderen hun genetische aanleg voor goede leesvaardigheid door, maar stimuleren lezen ook meer. Zo groeien kinderen van goed lezende ouders op in een omgeving die past bij hun genetische aanleg. Het verband tussen thuisomgeving en leesvaardigheid komt dus vooral door de genen.

Lezen tegen de klok

Om dit te onderzoeken deden ouders en kinderen verschillende testjes. Zo moesten ze in één minuut tijd zoveel mogelijk woorden oplezen van een leeskaart. Daarnaast vulden ze vragenlijsten in over de thuisomgeving. Met de kennis dat de meeste opvoedingseffecten eigenlijk gemaskeerde genetische effecten zijn, kunnen nieuwe methoden voor het verbeteren van leesvaardigheid worden ontworpen. De studie is 19 augustus gepubliceerd in Reading Research Quarterly.

Onderzoek met NEMO-bezoekers als deelnemers.
Onderzoeker dr. Elsje van Bergen en deelnemer. Fotograaf: Hanne Nijhuis.

Onderzoek in Amsterdam en Oxford

Het leesonderzoek in NEMO is opgezet door onderzoekers van de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleidingen van de UvA. Dr. Elsje van Bergen, eerste auteur op het artikel, ontving voor dit onderzoek een Rubiconsubsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Met Rubicon kunnen talentvolle jonge wetenschappers onderzoekservaring opdoen aan een buitenlands topinstituut. Van Bergen werkte met deze subsidie de afgelopen paar jaar aan de University of Oxford.

Science Live in NEMO

Het onderzoek werd gedaan in 2011, 2012 en 2013 in NEMO in het kader van Science Live, een onderzoeksprogramma waarin wetenschappers hun onderzoek in en met bezoekers van het Science Museum  uitvoeren. Met Science Live brengt NEMO wetenschap en publiek bij elkaar. Dit levert niet alleen waardevolle gegevens op, maar geeft het publiek ook een interessant kijkje in de wetenschappelijke keuken. Science Live komt mede tot stand door samenwerking met NWO en de KNAW. Meer informatie over het leesonderzoek vindt u op sciencelive.nl/onderzoeken

Publicatiegegevens

Van Bergen, E., van Zuijen, T.L., Bishop, D.V.M., & de Jong, P.F. (in druk). Why are home-literacy environment and children’s reading skills associated? What parental skills reveal. Reading Research Quarterly. DOI: 10.1002/rrq.160

Het artikel verschijnt 19 augustus online op onlinelibrary.wiley.com (open access).