Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Voor rechters kan het lastig zijn verschillende bewijsstukken op waarde te schatten. Vooral in complexe of seriële zaken. Jacob de Zoete ontwikkelde wiskundige modellen om verschillende soorten bewijs statistisch te beoordelen. Dinsdag 22 november promoveert hij aan de Universiteit van Amsterdam op dat onderzoek.
Carrouselbeeld Lego Crime Scene
Foto: Clement 127 - Flickr CC

In een rechtszaak presenteert het Openbaar Ministerie bewijs dat een verdachte de dader is van een misdrijf. De verdediging probeert dat bewijs doorgaans onderuit te halen. Aan de rechter de taak te beoordelen welk verhaal voldoende overtuigt. ‘Het streven daarbij is zo min mogelijk onschuldige mensen te veroordelen en zo min mogelijk schuldige mensen vrij te spreken,’ aldus De Zoete. ‘Mijn onderzoek kan rechters hierbij ondersteunen, zodat ze niet in de kou staan bij het vaststellen van de waarde van verschillende combinaties van gepresenteerd bewijs.’

Roofoverval

De Zoete geeft een gesimplificeerd voorbeeld van statistische afwegingen in de rechtszaal. Hij schetst twee overeenkomstige roofovervallen, waarbij een ooggetuige van overval A verklaart dat de dader rood haar heeft. Ook overval B heeft een getuige. Die verklaart dat de dader veel sproeten heeft. In de rechtszaal zit een verdachte met rood haar en sproeten. Stel dat er sprake is van één dader, die inderdaad deze kenmerken heeft, hoe sterk is dan de bewijslast tegen deze verdachte? Dat hangt af van de zeldzaamheid van de combinatie van deze kenmerken. Stel dat één op de vijfentwintig mensen veel sproeten heeft. En dat ook één op de vijfentwintig mensen rood haar heeft. Dan zou je kunnen stellen dat de kans dat een onschuldig persoon beide kenmerken heeft 1 op 25 x 25 is, oftewel een kans van 1 op 625. Maar als alle mensen met rood haar ook sproeten hebben, ziet het rekensommetje er heel anders uit. Dan is de kans dat een onschuldige persoon beide kenmerken heeft simpelweg 1 op 25.

Dit is nog te overzien, maar de redenering wordt al snel complexer, met name omdat er in realiteit vaak onzekerheid bestaat of de overvallen door dezelfde persoon zijn gepleegd. Bovendien bestaat het bewijs vaak uit uitgebreidere combinaties van bewijsstukken: getuigenverklaringen, DNA-sporen, schoensporen. En komt het voor dat drie of meer misdrijven als serie worden behandeld. De Zoete: ‘Al gauw is het puur op basis van het verhaal bijna onmogelijk het overzicht te bewaren en de waarschijnlijkheidsredenatie van verschillende scenario’s te overzien. De modellen die ik heb gebouwd komen vooral in die complexe omstandigheden van pas.’

Logica

Het is niet de intentie van de promovendus de rechter te vervangen door een computer die op basis van ingevoerde gegevens oordeelt of de verdachte schuldig is of niet. ‘De modellen maken de denkwijze en de onderlinge samenhang van het bewijs bij de verschillende scenario’s inzichtelijk. Dit kan de rechter ondersteunen in het vormen van zijn of haar overtuiging.’

Een van de verrassende inzichten die De Zoete opdeed tijdens zijn onderzoek is de discrepantie tussen praktijk en wiskundige logica bij het gebruik van schakelbewijs. Schakelbewijs speelt een rol bij behandeling van een serie zaken die zodanig op elkaar lijkt dat het OM het waarschijnlijk acht dat ze door dezelfde dader zijn gepleegd. Het is gebruikelijk dat een van de zaken een zogenoemde ankerzaak vormt, een zaak waarin de bewijslast sterk genoeg is om tot een veroordeling te komen. Voor de volgende zaken hoeft er minder bewijs te liggen om vervolgens ook daarin tot veroordeling te komen, vanwege de gelijkenis met de ankerzaak.

Wiskundig gezien zou het OM zich meer vrijheid kunnen permitteren in het behandelen van zo’n serie zaken en is een ankerzaak niet per se nodig. De kansrekening laat zien dat in een serie zonder ankerzaak, maar met sterke onderliggende samenhang, de bewijsconstructie sterker kan zijn dan met een ankerzaak. De Zoete: ‘Zo zou je dus vaker tot geoorloofde veroordeling kunnen komen, het is interessant om te onderzoeken in hoeverre dat ethisch en juridisch wenselijk is.’

Promotiegegevens

Dhr. J.C. de Zoete: Combining Forensic Evidence. Promotoren zijn prof. dr. M.J. Sjerps en prof. dr. R.W.J. Meester (VU).

Tijd en locatie

De promotie vindt plaats op dinsdag 22 november, 14.00 uur
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.