Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
‘Zorg goed voor onze stad en voor elkaar.’ Hiertoe riep burgemeester Eberhard van der Laan alle Amsterdammers op in zijn afscheidsbrief. Zijn woorden vonden veel weerklank, maar leidden ook tot de vraag of mensen in de grote stad nog wel goed naar elkaar omkijken. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en het Ben Sajet Centrum onderzochten of en hoe buren en buurtgenoten in de superdiverse Amsterdamse wijk Overtoomse Veld voor elkaar zorgen. Zij keken naar ‘alledaagse attentheid’, zoals een hartelijke groet, een kort praatje of het tillen van de boodschappen. De onderzoekers presenteren hun bevindingen op woensdag 10 juli.
Alledaagse attentheid overtoomse veld

Monique Kremer, Loes Verplanke en Astrid Parys deden vijf maanden lang intensieve participerende observatie in Overtoomse Veld. Ook hadden ze ontmoetingen met zo’n 50 wijkbewoners en spraken ze 32 mensen die in de wijk werken. In de superdiverse wijk is het niet vanzelfsprekend dat buren veel dagelijkse zorgtaken voor elkaar verrichten, blijkt in het onderzoeksrapport. ‘De voordeur is een behoorlijk harde grens’, vertelt Kremer, bijzonder hoogleraar Actief burgerschap aan de UvA. ‘Wel zagen we soms alledaagse attentheid in de vorm van een oogje in het zeil houden en even helpen als dat nodig is. Vooral mensen die kwetsbaar zijn, gaven aan het fijn te vinden als iemand vraagt ‘alles goed?’ en als ze bij buren kunnen aankloppen in geval van nood.’

Diversiteit kan het onderlinge contact tussen bewoners ingewikkelder kan maken, omdat mensen elkaar niet (her)kennen. In het onderzoek komt naar voren dat vooral mensen met een migratieachtergrond vaker attent lijken te zijn voor iemand met een Nederlandse achtergrond dan andersom. Er is veel beleid ingezet op gentrificering en het veranderen van de bevolkingssamenstelling van de wijk, maar de komst van nieuwe, meer kapitaalkrachtige bewoners blijkt echter niet direct te leiden tot meer onderlinge contacten tussen verschillende groepen.

Verleiden tot attent zijn

De onderzoekers keken ook in hoeverre de publieke en semi-publieke ruimte bijdraagt aan zorgen voor elkaar. Kremer: ‘Ook buiten de portiekflats vonden we in Overtoomse Veld plekken waar mensen die kwetsbaar zijn, attentheid kunnen ervaren.’ Drie condities zijn daarbij van belang: fysiek laagdrempelig, open naar iedereen - ongeacht migratieachtergrond of leeftijd - en vooral attent personeel: de caissière die geld voor je pint wanneer je het even niet snapt, de snackbareigenaar die zorgt dat mensen in gesprek raken, de medewerker van de kringloopwinkel die de tijd neemt om te luisteren en je de volgende keer weer vraagt hoe het gaat. Opvallend is volgens de onderzoekers dat de attente plekken in de wijk in de eerste plaats een commerciële functie hebben. Burgers, ook kwetsbare, zien zich blijkbaar liever niet als mensen die op zoek zijn naar een ontmoeting, maar worden liever aangesproken als consumenten.

Alledaagse attentheid overtoomse veld

Zowel bewoners als professionals vinden dat er in Overtoomse Veld te weinig plekken zijn waar mensen elkaar ongedwongen kunnen tegenkomen en waar iedereen, ongeacht achtergrond, religie of leeftijd, zich thuis voelt. Bankjes langs de lange looproutes, buurtwinkels en horecagelegenheden met een gemengd publiek lijken te ontbreken. Ook is er weinig contact tussen de commerciële en professionele infrastructuur (de winkel en de wijkverpleegkundige) en weten buurtbewoners niet waar je naar toe kunt stappen als de gordijnen van de buurman niet opengaan.

Attentheid bevorderen

De onderzoekers komen met een aantal conclusies en aanbevelingen om alledaagse attentheid te bevorderen:

  • Er is meer nodig dan sturen op de samenstelling van wijken;
  • Stadsplanners, woningcorporaties en architecten moeten ervan doordrongen zijn dat de gebouwde wereld alledaagse attentheid kan vergoten, maar ook ontmoedigen;
  • Informele en commerciële partijen moeten meer betrokken worden bij de professionele (zorg)overlegstructuren in de wijk;
  • Zorg voor een centraal punt in de wijk voor bezorgde (en zorgbehoevende) burgers;
  • Zorgprofessionals zouden meer in kunnen spelen op de alledaagse attentheid van buren en buurtgenoten​

Publicatiegegevens

Monique Kremer, Astrid Parys en Loes Verplanke: Alledaagse attentheid in een superdiverse wijk (10 juli 2019). Het rapport is een uitgave van de Universiteit van Amsterdam, de Stichting Actief Burgerschap en het Ben Sajet Centrum.

Het rapport is als download beschikbaar op onderstaande websites.