Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Nicholas Till, internationaal befaamd hoogleraar Operastudies, bekleedt per november 2019 de eerste leerstoel voor Muziektheater en Opera in Nederland. Till combineert de leerstoel aan de UvA met zijn hoogleraarschap aan de University of Sussex.

De Pierre Audi-leerstoel Muziektheater en Opera is ingesteld door de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA en Nationale Opera & Ballet. Deze bijzondere leerstoel werd in het leven geroepen in september 2018 bij het afscheid van Pierre Audi als artistiek directeur van De Nationale Opera. Dankzij Audi’s baanbrekend werk behoort De Nationale Opera internationaal tot de meest vooraanstaande operahuizen.

Nicholas Till, hoogleraar
Nicholas Till. Foto: Bob Bronshoff.

Het onderzoek van Nicholas Till zal een bijdrage leveren aan het nog jonge veld van Operastudies. Dit omvat theorievorming, onderzoek naar de sociale en historische context van opera- en muziektheaterwerken, en analyse van teksten, muziek, media en dramaturgieën van opera en muziektheater. De focus van zijn onderzoek is gericht op de Nederlandse opera in internationale context.

Opera op de kaart zetten

Kati Röttger, hoogleraar Theaterwetenschap aan de UvA: ‘Met zijn achtergrond als onderzoeker en directeur van het Centre for Research in Opera and Music Theatre aan de University of Sussex en zijn jarenlange ervaring als schrijver en regisseur voor het theater is Nicholas Till uitermate geschikt om deze nieuwe leerstoel en de inhoudelijke samenwerking tussen De Nationale Opera en de UvA vorm te geven. Till zal lesgeven aan bachelor- en masterstudenten Theater- en Muziekwetenschap, promotieonderzoek op het gebied van opera en muziektheater stimuleren en de samenwerking tussen de academische wereld en het operawerkveld in Nederland en internationaal verstevigen.’

Luc Joosten, hoofd Dramaturgie De Nationale Opera: ‘De wortels van de opera zijn wijd vertakt in de geschiedenis, de cultuur en de samenleving. In opera komen zoveel dingen samen: niet alleen kunsten, maar ook wat mensen van vroeger en nu belangrijk vinden op emotioneel vlak of waar hun idealen en dromen zich op focussen. Het instellen van deze leerstoel waarin het bestuderen van opera gekoppeld wordt aan de praktijk van opera in Nederland en de wereld is een belangrijke doorbraak om die rijkdom van opera bloot te leggen en aan een nieuwe generatie van studenten door te geven. Met Nicholas Till, die als wereldwijde specialist geldt op het vlak van het verbreden van de betekenis van opera, hebben DNO en UvA een unieke kans om opera nog beter op de kaart te zetten en de maatschappelijke relevantie te laten zien.’

Over Nicholas Till

Nicholas Till (1955) is opgeleid als (kunst)historicus. Hij werkte tussen 1980 en 2009 als regisseur, schrijver en maker van opera en experimenteel muziektheater. In die tijd was hij tevens een pionier in de ontwikkeling van educatieve en gemeenschapsprogramma’s op het gebied van opera in het Verenigd Koninkrijk. Till promoveerde in 2002 aan de Universiteit van Surrey op een baanbrekende studie van Mozarts opera's, Mozart and the Enlightenment (1992). Hij publiceerde veelvuldig over historische en hedendaagse muziek, theater, opera en muziektheater. Het door hem gepubliceerde Cambridge Companion to Opera Studies (2102) wordt gezien als het meest invloedrijke boek op het gebied van operastudies.

Till werkte tientallen jaren als schrijver en regisseur voor theater en doceerde aan instituten als het Royal College of Music, de Britten-Pears School Aldeburgh, en Cal Arts (Los Angeles) en Stanford University. Sinds 2004 bekleedt hij als eerste een leerstoel in het Verenigd Koninkrijk voor opera en muziektheater, daarnaast is hij directeur van het Centre for Research in Opera and Music Theatre van de University of Sussex. Eerder was hij daar onder meer directeur onderzoek van de School of Media, Film and Music. Till verricht interdisciplinair historisch onderzoek dat de methodes en theoretische benaderingen van theaterwetenschap, mediastudies, culturele studies toepast op opera en muziektheater.