Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Als je iets koopt, heb je een wettelijke klachtplicht. Is er iets mis met de aankoop en klop je niet snel genoeg aan bij de verkoper, dan heb je daarmee al je rechten verspeeld. De klachtplicht geldt zowel voor professionele handelaren als voor particuliere consumenten. In haar promotieonderzoek concludeert Sacha Tamboer dat dit niet gerechtvaardigd is. ‘Het toepassingsbereik van de klachtplicht in het Nederlandse recht is buiten haar oevers getreden. De regeling wordt te pas en te onpas van stal gehaald, wat tot misbruik door verkopende partijen kan leiden. Hoog tijd om hier paal en perk aan te stellen’, aldus Tamboer. Ze promoveert op vrijdag 23 april aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Vrouwe Justitia (beeld: Unsplash)

Met de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in 1992 is in het Nederlandse kooprecht een expliciete wettelijke regeling opgenomen: de onderzoeks- en klachtplicht voor kopers. Deze regeling houdt in dat een koper de verplichting heeft om de verkoper binnen ‘bekwame tijd’ op de hoogte te stellen van een gebrek in het geleverde. Als de koper dat niet doet, verliest hij ál zijn rechten. Hij mag geen beroep meer doen op nakoming, schadevergoeding of ontbinding, en verliest ook het recht zich te beroepen op dwaling, bedrog of onrechtmatige daad. Tamboer onderzocht hoe dit zich verhoudt tot het algemene rechtsbeginsel pacta sunt servanda (afspraken moeten worden nagekomen) en of de vergaande bescherming die de klachtplicht een verkoper biedt, wel gerechtvaardigd is.

‘Stel je koopt een wasmachine’, schetst Tamboer. ‘Jij houdt je aan de afspraak door te betalen en van de verkoper mag je verwachten dat hij hetzelfde doet en een deugdelijk apparaat levert. Een half jaar na levering gaat je wasmachine kapot. Als je dan niet binnen twee maanden een klacht indient bij de verkoper, heb je helemaal nergens meer recht op. Een nogal heftige sanctie voor het niet wijzen op een fout. Het kan zijn dat je wat laks bent en dat kan de verkoper benadelen, maar je zou in een dergelijk geval een deel van de schade kunnen meebetalen. Het is nu echter alles of niets.’  

Stok om mee te slaan

De invoering van de huidige regeling was in beginsel positief bedoeld – ter bescherming van de verkopende partij, maar het is in de loop der jaren een stok om mee te slaan geworden’, zegt Tamboer. ‘In hun verweer tegen klachten beroepen verkopers zich te pas en te onpas op de klachtplicht door te stellen dat een koper zijn klachtverplichting heeft verzaakt. Het gaat zelfs zo ver dat oplichters handig gebruik maken van de regeling. Zelfs een koper die het slachtoffer is van bedrog, kan kansloos zijn als de bedriegende verkoper verzaking van de klachtplicht tegenwerpt. Daarnaast is de korte verjaringstermijn van de regeling problematisch. Ten opzichte van het algemene verbintenissenrecht is de verjaringstermijn bij koop maar twee jaar.'

Basis in het handelsrecht

Het zogenoemde leerstuk van de klachtplicht in het Nederlandse recht is door de eeuwen heen ontwikkeld in het kader van de opkomende handelskoop. Tamboer: ‘De basis ervan ligt in het Duitse handelskooprecht en het Weens Koopverdrag. Maar in het Nederlandse recht heeft de klachtplicht een veel ruimer bereik gekregen: het is ook buiten de handelskoop onverkort van toepassing. De klachtplicht voor de koper geldt bij alle zaken, of het nu gaat om de particuliere aanschaf van een wasmachine of de professionele koop van een partij mango’s uit Zuid-Amerika. Voor het handelsverkeer ligt het voor de hand om een verkoper te beschermen tegen late en daardoor moeilijk te betwisten klachten, mede omdat er meestal sprake is van een verkoopketen (tussenhandel) en er een need for speed is. Waarom er in het Nederlandse recht geen onderscheid is gemaakt tussen professionele en niet-professionele koop is destijds niet beargumenteerd en ik heb geen rechtvaardiging kunnen vinden voor deze vergaande inbreuk op het pacta sunt servanda-beginsel. Hetzelfde geldt voor de korte verjaringstermijn: ook hiervoor ontbreekt een gedegen rechtvaardiging.’

Tekortschietende verkoper

Tamboer stelt dat we een perspectiefwisseling nodig hebben: ‘Het uitgangspunt zou niet de koper moeten zijn, die zijn klachtverplichting verzaakt, maar de verkoper die tekortschiet.’ Ze roept de wetgevende macht dan ook op om het toepassingsbereik van de onderzoeks- en klachtplicht van de koper in het Nederlandse recht te beperken tot waar de regeling oorspronkelijk voor bedoeld was: de handelskoop. ‘Stel dat dat we de regeling uit het Burgerlijk Wetboek halen. Wat gebeurt er dan? In beginsel eigenlijk niets, want een verkopende partij is dan nog steeds voldoende beschermd tegen mogelijk onterechte claims. Daar hebben we allerlei andere wettelijke mechanismen voor. Dus waarom nog altijd deze aparte klachtplicht?’

Alleen de wetgever kan besluiten af te zien van de regeling. Tamboer: ‘Tot het zover is, is het aan de rechter om de regeling op een beperkte wijze toe te passen, in het licht het pacta sunt servanda-beginsel. Rechters moeten terughoudend zijn als een verkoper zich beroept op de klachtplicht van de koper en waakzaam zijn voor bedrog, in het bijzonder bij koopovereenkomsten met consumenten.’

Promotiegegevens

Sacha Tamboer: De klachtplicht bij koop. Een pleidooi voor de inperking van het toepassingsbereik in het licht van het ‘pacta sunt servanda’-beginsel. Promotor is prof. dr. M.B.M. Loos; copromotor is dr. drs. G.J.P. de Vries.

Tijd en locatie

De promotie van Tamboer vindt online plaats op vrijdag 23 april, om 11.00 uur.