Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Hoe doet Nederland het in de wereldwijde strijd om talent? ‘Goed’, concludeert Judith Zijlstra op basis van haar promotieonderzoek naar de migratietrajecten van studenten en jonge onderzoekers uit Iran. ‘Met ons flexibele visum- en migratiebeleid en het academisch klimaat hier is Nederland een aantrekkelijke studiebestemming in vergelijking met de landen die traditioneel populair zijn bij internationale studenten.’ Zijlstra volgde 70 Iraanse studenten, promovendi en postdocs die migreerden naar Turkije, Nederland of de VS. Ze promoveert op donderdag 7 oktober aan de UvA.

‘In Iran ligt de focus heel erg op bèta- en techniekstudies. Hoogopgeleiden met skills op die terreinen zijn erg gewild in westerse landen. Tegelijkertijd heeft Iran te maken met allerlei sancties die zijn opgelegd door westerse landen, wat de mobiliteit van Iraniërs bemoeilijkt. Zo kunnen ze heel moeilijk de benodigde visa voor bepaalde landen bemachtigen’, licht Zijlstra toe. ‘Ik heb gekeken welke impact dit alles heeft op de uiteindelijke studiebestemmingen van Iraniërs. Lukt het hen om de kansen te benutten die het internationale hogeronderwijssysteem en de academische arbeidsmarkt bieden?’ Zijlstra volgde de studenten en onderzoekers – merendeels promovendi – drie tot vijf jaar. Doordat zij dat vanaf de start van hun besluitvormingsproces deed, kreeg ze een unieke inkijk.

Nabijheid

Zijlstra: ‘In Iran groeit een deel van de kinderen op in gezinnen met een westerse oriëntatie. Ze krijgen al jong Engelse les of hebben familieleden in westerse landen wonen. De VS is voor velen van hen in eerste instantie de gedroomde studiebestemming. Zo ook voor bijna alle studenten in mijn onderzoek. Maar slechts een klein deel vertrok daadwerkelijk daarnaartoe.’ Geconfronteerd met mobiliteitsrestricties en de groeiende concurrentie onder studenten bij het aanvragen van studiebeurzen, kwamen de meeste studenten in Zijlstra’s onderzoek in buurland Turkije of in Nederland terecht. ‘Het strenge migratiebeleid en de hoge studiekosten in de VS spelen daarin natuurlijk een belangrijke rol, maar ik zag dat veel studenten gaandeweg ook een voorkeur ontwikkelden voor nabije bestemmingen. Ongeacht hun sociale afkomst en de middelen die ze hadden, wilden de meeste studenten en onderzoekers toch liever dichtbij huis blijven. Door hun geografische en culturele nabijheid en lagere migratiekosten zijn bestemmingen als Turkije ideale opstaplanden voor jonge Iraniërs die niet de mogelijkheid hebben om naar een verafgelegen bestemming te reizen of zich daar nog niet klaar voor voelen.’

Nederland opstapland?

‘Nederland is een relatief nieuwe bestemming voor Iraniërs en concurreert goed met de VS. Ons land is verder weg van Iran dan Turkije, maar een stuk dichterbij dan de VS. Bovendien is het onderwijs in Nederland betaalbaarder en kwalitatief heel sterk. En een groot voordeel dat Nederland heeft boven de VS is natuurlijk ons flexibele migratiebeleid voor hoogopgeleide migranten van buiten Europa. Dat beleid staat in sterk contrast tot de strenge toelatingseisen van landen zoals de VS, maar bijvoorbeeld ook het Verenigd Koninkrijk. Van de 24 deelnemers aan mijn onderzoek die naar Nederland verhuisden, wist het merendeel vooraf bijna niets van Nederland af of ze hadden het aanvankelijk niet hoog op hun lijstje staan’, aldus Zijlstra.

De meeste studenten en onderzoekers zagen Nederland als springplank om later alsnog naar de VS te vertrekken. Maar uiteindelijk bleven ze bijna allemaal in Nederland. Zijlstra: ‘Eenmaal hier kwamen ze erachter dat de werkgelegenheid en sociale zekerheid in Nederland veel beter geregeld zijn dan in de VS. Ook voelen ze zich welkom in het internationale klimaat in Nederland, mede omdat veel Nederlanders goed Engels spreken.’ Ook de studenten die Turkije als springplank wilden gebruiken, bleven grotendeels daar. ‘Voor hen waren onder andere de geografische nabijheid en culturele overeenkomsten tussen Iran en Turkije belangrijke redenen om te blijven.’ Van de 70 deelnemers aan het onderzoek deden er 28 uiteindelijk een stapsgewijze migratie tussen drie of meer landen. Opvallend is volgens Zijlstra ook dat veel van de studenten en onderzoekers die wel direct naar de VS gingen, gaandeweg een bewustwordingsproces doorgingen waarna ze juist vanuit de VS door wilden naar Europa.

De resultaten van Zijlstra’s onderzoek wijzen erop dat zowel de voorkeur van studenten voor nabije bestemmingen als de toegankelijkheid van het migratiebeleid van landen een belangrijke rol spelen bij de internationale mobiliteit van studenten. Dit kan gevolgen hebben voor de positie van bepaalde landen in de wereldwijde strijd om talent.

Zijlstra deed haar promotieonderzoek aan de Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR) van de UvA. Ze is tegenwoordig werkzaam als projectleider bij Labyrinth onderzoek & advies in Utrecht.

Promotiegegevens

Judith Khajavi-Zijlstra: Stay Close, Go Far. The Stepwise Migration of Iranian Students and Academics. Promotoren zijn prof. dr. Hein de Haas en prof. dr. Jan Rath.

Tijd en locatie

De promotie van Khajavi-Zijlstra vindt plaats op donderdag 7 oktober, om 13.00 uur, in de Agnietenkapel van de UvA.