Literaire teksten staan nooit op zichzelf. Omdat de context bepaalt wat we
wel of geen ‘literatuur’ noemen, en vooral omdat auteurs en teksten steeds in
relatie staan tot de rest van de maatschappij. Of het nu gaat om Multatuli’s
reactie op de uitbuiting van de Javaan, of om de postmoderne romans van
Charlotte Mutsaers.
Een interdisciplinaire benadering is nodig om de verschillende functies van
literatuur in kaart te brengen: filosofie, culturele sociologie, politieke
theorie en media-theorie spelen een grote rol in ons onderwijs en onderzoek.
Onderwijs
In de bachelor worden er zes verschillende vakken gegeven bij moderne
letterkunde. Daarin staan steeds de relaties tussen literaire teksten (vanaf
1800) en de culturele context voorop. Na een intensieve cursus literaire analyse
kijken studenten bijvoorbeeld hoe de internationale notie van Romantiek als
kader kan worden ingezet bij het bestuderen van Nederlandse literatuur. Of
bestuderen ze hoe er door schrijvers werd gereageerd op het veranderende
seksuele discours in de jaren '60.
Binnen de BA Nederlandse taal- en cultuur is er een track moderne letterkunde.
Hetzelfde geldt voor de MA Nederlandse taal en cultuur. Voor verdere verdieping
kan gekozen worden voor de onderzoeksmaster Nederlandse letterkunde.
Onderzoek
Literaire teksten staan altijd in een dynamische verhouding tot de rest van de cultuur. Welke functie hebben die teksten, en in hoeverre is die te vergelijken met andere kunstvormen en andere media? Wat is er in deze relatie specifiek aan het literaire vertoog, en met welke theorie kunnen we die specificiteit het beste benaderen? Of het nu gaat om literatuur en het journalistieke discours, literatuur en neuro-wetenschappen, celebrity-studies, literatuur en nieuwe media, of memory-studies, steeds is de benaderingswijze theoretisch en interdisciplinair.