Je wordt toegelaten tot Informatiekunde met alle profielen mits je wiskunde A óf B op vwo-niveau hebt.

Je hoeft geen programmeerervaring te hebben om met de opleiding te kunnen beginnen. Dit leer je in het eerste jaar. Wel moet je het natuurlijk leuk vinden om met computers te werken.

De boeken en literatuur die je bij je vakken gebruikt zijn vaak in het Engels. In het eerstejaarsvak Netwerkanalyse gebruik je bijvoorbeeld het boek Networks, Crowds and Markets. In het vak Interactieontwerp duik je vaak in het boek Interaction Design. In je tweede jaar verdiep je je in het vak Cognitie en Perceptie in de cognitieve processen die komen kijken bij waarnemen, onthouden en gebruiken van informatie. Hierbij gebruik je het boek Cognitive Psychology. Neem alvast een kijkje van de inhoud via Google Books.

Het eerste semester voor het derde jaar is helemaal gereserveerd voor keuzeruimte. Dit semester kun je zelf invullen met keuzevakken, een minor of een uitwisseling naar het buitenland.

Informatiekunde richt zich primair op de interactie tussen mens en machine. Je gebruikt inzichten en technologische toepassingen uit de informatica en kunstmatige intelligentie om specifieke problemen op te lossen en processen te verbeteren met gebruiksvriendelijke oplossingen. Er is daarom naast de technische vakken ook aandacht voor bijvoorbeeld bedrijfskunde en communicatie.

Bij Informatica bestuur je de theorie achter en de werking en toepassing van computersystemen, netwerken, hardware en software. Kunstmatige intelligentie is specifiek gericht op taken van computers waar intelligentie voor nodig is, zoals machine learning, maar ook bijvoorbeeld logica en taalkunde.

Afgestudeerde informatiekundigen hebben een uitstekend beroepsperspectief. Bedrijven en overheidsorganisaties gebruiken talloze informatiesystemen en hebben voor het ontwerpen, ontwikkelen en beheren daarvan hoogopgeleide informatiekundigen nodig. Er is een structureel tekort aan hoogopgeleid ICT-personeel.