For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
Suzanne rondde in 2009 haar bachelor Italië studies (voorheen Italiaanse taal en cultuur) af en werkt nu bij de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie als recherchekundige.
PC Hoofthuis, foto UvA, D.Gillissen

Taal belangrijk in het opsporingsproces

‘Als recherchekundige stroom je in bij de recherche vanuit een hbo of universitaire opleiding, waarbij je onder andere wordt uitgekozen op basis van je onderscheidende expertise. Ik dacht dat ik zou worden aangenomen door mijn journalistieke vaardigheden, maar ze bleken enorm geïnteresseerd te zijn in het feit dat ik Italiaans had gestudeerd: ze zijn ontzettend blij met collega’s die een andere taal spreken dan Engels, omdat die interne kennis het opsporingsproces stroomlijnt en versnelt.’

Italiaanse maffia

‘Ik heb altijd een enorme interesse gehad voor de Italiaanse misdaad en tijdens mijn studie Italiaans was er veel ruimte om deze persoonlijke interesse bij papers en presentaties te verdiepen. De Italiaanse maffia is een product van hoe de Italiaanse samenleving werkt en is sterk cultureel bepaald, denk bijvoorbeeld aan bepaalde gebruiken en rituelen. Kennis hiervan is niet alleen handig om misdaad en wetgeving te begrijpen, maar ook bruikbaar voor onderzoek of als we moeten samenwerken met Italiaanse collega’s. Dit komt vaak voor, want internationale criminaliteit wordt een steeds groter probleem.’

Woordkeuze en zinsopbouw

‘Naast het begrijpen van belangen van de ‘andere kant’, ben ik door het bestuderen van een taal die anders is dan je moedertaal er vooral bewust van geworden wat er precies gezegd en geschreven wordt. Dat is zeker nuttig als je bij de recherche werkt: ik heb bijvoorbeeld bij verhoren een onwijs scherp oog gekregen voor iemands woordkeuze en zinsopbouw. Deze focus op linguïstiek vorm ook een aparte stroming bij opsporingsonderzoek.’

Het land van schone schijn en contrasten

‘Ik ben blij dat ik heb gekozen voor een studie van datgene wat mij fascineerde. Ook al was mijn romantische vakantiebeeld van Italië al snel verdwenen en houd ik mij nu alleen nog maar bezig met de zwarte kant, de rafelranden van Italië. Maar Italië is dan ook het land van schone schijn en contrasten. Door mijn opleiding en het volgen van mijn persoonlijke voorkeuren heb ik nu juist een expertise, waardoor ik anders ben dan anderen en dus waardevol voor de recherche. Datgene wat ik leuk vond is datgene gebleken wat mij nu de meeste kansen biedt.’