De Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) vormt een eerste ijkpunt voor alle docenten. De docent op dit niveau beschikt over kennis en vaardigheid in het ontwerpen van onderwijs en de uitvoering van onderwijs aan studenten, houdt zich structureel en verantwoord met onderwijs bezig en kan studenten individueel en in groepen begeleiden, instrueren, toetsen en beoordelen. Onderliggende kernwaarden hierbij zijn sociale veiligheid, inclusiviteit en wetenschappelijke integriteit.
Het basiscompetentieprofiel kent de vijf navolgende competenties:
1. Het ontwerpen van onderwijs
2. Het uitvoeren van onderwijs
3. Het toetsen en beoordelen van studenten
4. Het begeleiden van studenten
5. Het evalueren van het eigen onderwijs
Deze competenties zijn nader uitgewerkt in het UvA BKO-competentieprofiel.