
Wie: Raf Bocklandt (1977)
Wat: Onderzoeker en docent in de bachelor Wiskunde en in de master Mathematics.
Studie: Wiskunde en Natuurkunde
Eerste baan: Als student programmeerde ik voor een veilingbedrijf een computersysteem dat de actuele prijzen kon weergeven.
Favoriete plek op de UvA: Rond Science Park kun je mooi wandelen. De bebouwing heeft een interessant lijnenspel en perspectief, omdat het zo strak is.
Onmisbaar: Een krijtbord en een krijtje, of pen en papier.
Als kind al bouwt Raf Bocklandt een digitaal zonnestelsel op een Commodore computer en is hij gefascineerd door de vierde dimensie. Hij studeert Natuurkunde én Wiskunde, kiest voor een carrière in het laatste en nestelt zich in het vakgebied van de algebra en de niet-commutatieve meetkunde. Na promoveren in Antwerpen en werken als postdoc en lecturer in het buitenland, vindt hij zijn droombaan aan de UvA.
Wat moet een student Wiskunde zeker bezitten?
'Om Wiskunde te studeren, moet je er een zekere passie voor hebben. Alleen het rekengedeelte leuk vinden, is niet voldoende. Er moet nieuwsgierigheid zijn naar hoe iets werkt en waarom het zo werkt. Er is een hele wereld waar niet-wiskundigen het bestaan niet van kennen. Denk aan vier- vijf- of zelfs tiendimensionale ruimten, of ruimten vol met gaten: allemaal dingen die je eigenlijk alleen maar kunt ontdekken en verkennen als je wiskundige bent. Het nadeel is ook dat je wiskunde moet kennen om ervan te genieten. Het is alsof je een bergbeklimmer bent die een ver landschap heeft gezien, omdat je tot aan de top van een hoge berg bent geraakt. Je kunt dat aan iedereen beschrijven, maar voor wie zelf niet op de top heeft gestaan, is het moeilijk te begrijpen en te appreciëren. Zo is dat ook voor wiskundigen. Achter dit volgeschreven krijtbord, waar jij alleen wat krabbeltjes ziet, zie ik dingen gebeuren die jij je niet kunt inbeelden. Dat is eigenlijk een van de mooiste aspecten van wiskunde: er is een oneindige jungle van dingen die je kunt onderzoeken.'
Door middel van wiskunde kun je een vierde dimensie toevoegen aan de drie in onze normale wereld.
Hoe zou je Wiskunde aan de universiteit omschrijven?
'Nou, het verschilt enorm van de wiskunde op de middelbare school, het contrast is groot is. Daar draait wiskunde vooral om dingen berekenen, aan de universiteit gaat het over bewijzen. Je leert wat een goed bewijs is en om de stappen die je zet te rechtvaardigen. Van eerstejaarsstudenten kun je niet verwachten dat ze al op voorhand beslissen in welke richting ze willen slaan. In het eerste jaar volg je als Wiskundestudent dus nog veel algemene vakken. Daarna merken studenten meestal wel wat ze leuker vinden, bijvoorbeeld toegepaste wiskunde, zuivere wiskunde of meetkunde. In het tweede en derde jaar is er meer keuzeruimte en kunnen studenten zich op de gewenste richting focussen. Tegelijk blijven ze vakken van de andere richtingen volgen, zodat de basis breed blijft. Tegen de tijd dat ze een master gaan doen, weten studenten waar hun kracht en interesse ligt en kunnen ze gefundeerd kiezen voor een specifieke mastertrack.'
De sfeer op de UvA is goed, dat is wel duidelijk.
Waarom is dit jouw droombaan?
'Ik mag college geven over de dingen die ik het boeiendst vind aan studenten die geïnteresseerd zijn. Daarom. We hebben goede studenten, die elkaar op niveau houden, die het leuk vinden om samen dingen te doen en die gemotiveerd zijn om buiten het vaste programma te leren. Ik merk dat ik goed match met Nederlandse studenten, omdat ze open zijn en veel feedback geven. Ik geef visueel les: als ik iets kan laten zien, doe ik dat. Ook vind ik het leuk om aan mijn vakken een filosofische component te verbinden. Waarom doen wiskundigen precies dit, en wat is de reden daarvoor? En waarom is dit een interessante stelling, maar dat niet? Ik probeer uit te weiden over vragen die niet in de syllabus staan en behandel daarbij graag wat historische context. In een vak als Meetkunde vertel ik bijvoorbeeld over de tijd van de oude Grieken en van de Franse Revolutie, toen er veel gebeurde op het gebied van de meetkunde. Wiskunde is ingebed in een historische en maatschappelijke context, het is goed om studenten dat bij te brengen en het wordt aan de UvA zeer gewaardeerd.'
Wiskunde is een opleiding die veel baanzekerheid biedt omdat wiskundigen flexibel zijn en goed abstract kunnen denken.
Wat is het allermooiste van Wiskunde aan de UvA?
'Binnen de opleiding Wiskunde aan de UvA is veel keuzeruimte. Vaak volgen studenten meer vakken dan ze eigenlijk zouden moeten volgen. Soms moeten we ze zelfs een beetje terugfluiten, zo enthousiast zijn ze. De meeste vakken hebben een honours-uitbreiding. Als een student iets interessant vindt en goed met de stof kan omgaan, kan ik hen een extra onderwerp bieden dat te maken heeft met het vak. Ze lopen een aantal oefeningen door, werken het onderwerp uit en ontwikkelen zo zelf een theorie. Ook zijn er binnen de opleiding mogelijkheden om stage te lopen, bij een bedrijf dat hulp nodig heeft bij een bepaald probleem, bijvoorbeeld. Daar kunnen studenten wat praktijkervaring opdoen. Wiskunde is een opleiding die veel baanzekerheid biedt. Wiskundigen zijn flexibel, omdat ze goed abstract kunnen denken. Dat kun je op veel plaatsen inzetten. Daarnaast heerst in het departement Wiskunde van de UvA een geweldige collegiale sfeer. We gaan goed samen als groep, collega’s trekken veel met elkaar op. Er zijn veel verschillende richtingen in de wiskunde - de zuivere wiskunde, de toegepaste wiskunde, statistiek, algebra, meetkunde. Toch is de opleiding Wiskunde vrij kleinschalig en dat maakt het werken hier leuk. We kennen de studenten persoonlijk. Er wordt bijvoorbeeld jaarlijks een muziekavond georganiseerd waar zowel studenten als docenten optreden. De sfeer is hier goed, dat is wel duidelijk.'