Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.

Remieg Aerts

Remieg Aerts

Wie: Remieg Aerts (1957)
Studie: Geschiedenis in Groningen. Bijvakken: kunstgeschiedenis, Nederlands, museumkunde.
Eerste baan: Universitair docent geschiedfilosofie Rijksuniversiteit Groningen.
Favoriete plek op de UvA: Het Bushuis, aan de Kloveniersburgwal

Remieg Aerts twijfelt na zijn middelbare school over Chinees, maar kiest toch bewust voor geschiedenis. Hij zoekt namelijk een breed inzicht in hoe staat, samenleving en cultuur georganiseerd zijn. Maakt vervolgens meer dan vijftig jaar universiteiten van binnenuit mee. Onderzoekt nu als academicus brede maatschappelijke onderwerpen en geeft les aan de Faculteit der Geesteswetenschappen, beide aan de UvA.

Wat is er zo mooi aan jouw vakgebied?

'Het leert mensen relativeren. Mensen denken altijd dat ze in een heel bijzondere tijd leven. Dat de crisis nu erger is dan ooit. Alleen door recente ontwikkelingen in een historisch perspectief te plaatsen, kun je beoordelen of ze écht nieuw en groot zijn, of gewoon een zoveelste fase in een voorbijgaand proces dat we al tig keer gezien hebben. Een andere belangrijke les die je van geschiedenis leert, is om je van je eigen tijd te vervreemden. Ooit was alles anders: mensen dachten anders, dingen functioneerden anders. Je leert daardoor in een multiculturele samenleving meer begrip te hebben voor het feit dat dingen wézenlijk anders kunnen zijn, vanuit andere waarden georganiseerd. Het langetermijnperspectief van geschiedenis is de beste manier om de maatschappij van nu te onderzoeken.'

Academisch denken is geen trucje maar een levenshouding.

Geschiedenis is dus belangrijker dan we denken?

'Daar antwoord ik volmondig ja op. Het belang van de geesteswetenschappen wordt enorm onderschat. Geesteswetenschappen gaan over waarden die we creëren en bewaken. De slaagkans van nieuwe producten en technieken hangt sterk af van culturele contexten die we door de geesteswetenschappen leren begrijpen. Voedseltechnologen kunnen voor de grote voedselproblemen in de wereld fantastische oplossingen ontwikkelen: nieuwe zaden, gemodificeerde producten die niet gevoelig zijn voor schimmels, noem maar op. Oplossingen die alleen werken als je begrijpt waarom mensen in bepaalde culturen sommige dingen wel of niet willen eten, of wat de status en waarde zijn die aan voedingsrituelen worden toegekend.'

Het belang van de geesteswetenschappen wordt enorm onderschat.

Jij hebt veel universiteiten meegemaakt. Hoe plaats jij de UvA?

'Ik realiseerde me laatst dat ik universiteiten al vijftig jaar van binnenuit meemaak. Vroeger thuis, later als student en nu door mijn werk. Ik ben pas in 2017 van de Radboud Universiteit in Nijmegen naar de UvA overgestapt. Amsterdam en de UvA doen me wel wat. De geesteswetenschappenfaculteit van de UvA is een grote, uitdagende faculteit met heel veel mogelijkheden en heel veel expertise. In Nijmegen was de letterenfaculteit kleiner en was ik op den duur behoorlijk strikt aan politieke geschiedenis gebonden. Ik wilde bredere maatschappelijke onderwerpen onderzoeken en dat kan hier beter. Ten opzichte van andere universiteiten is de UvA groter, vrijer en gedurfder. En ook rommeliger en op wonderlijke manieren tóch georganiseerd. Voordeel is natuurlijk dat de UvA in Amsterdam ligt, waar veel andere kennisinstituten, cultuurinstituten, wetenschappelijke instellingen en bedrijven gevestigd zijn die op een of andere manier een relatie met de universiteit hebben. De UvA staat daardoor dicht bij maatschappelijke debatten en de media zijn altijd in de buurt. Dat maakt de universiteit erg interessant.'

De UvA staat dicht bij maatschappelijke debatten en de media zijn altijd in de buurt, dat maakt het hier interessant.

Verschillen UvA-studenten van andere studenten trouwens?

'UvA-studenten zijn in bepaalde opzichten ongegeneerder dan andere studenten. Ze permitteren zich makkelijker om te laat naar college te komen en maken daar verder ook geen enkel excuus voor. Ze durven zich ook sterker te uiten in colleges, of op sociale media. Dingen die in de collegezaal gebeuren, vinden daardoor makkelijk hun weg naar buiten en kunnen tot discussies leiden. Door te studeren heb ik een attitude aangeleerd, een houding die niet ophoudt bij het werk. Het is niet een trucje dat je leert: het is een manier van denken. Ik hoop dat ik die manier van denken kan overdragen aan mijn studenten.'