Waarom vind je Arabisch zo bijzonder?

'Ik wilde altijd al graag een niet Indo-Europese taal leren, maar ik ben in eerste instantie toch Geneeskunde gaan studeren. In het tweede jaar ben ik Arabische taal en cultuur erbij gaan doen, en dat vond ik vervolgens zó leuk dat ik met Geneeskunde ben gestopt. Het puzzelen op de grammatica trekt me, ik vind het leuk om uit te zoeken wat er nou precies staat, hoe de zinsconstructie in elkaar zit. Het Arabisch is een Semitische taal en behoort dus tot een volstrekt andere taalfamilie dan die van het Nederlands. De Arabische grammatica is gebaseerd op een wortelsysteem met drie medeklinkers. Groepjes van drie, soms vier, medeklinkers vormen verschillende woorden die wat de betekenis betreft met elkaar te maken hebben. Bijvoorbeeld: woorden met een combinatie van de medeklinkers k, t en b hebben te maken met schrijven. Zo betekent ‘kitab’ bijvoorbeeld boek, ‘maktab’ is bureau, en een ‘katib’ is een schrijver. Daarnaast ben ik zeer geïnteresseerd in de Arabische cultuur, al was ik voordat ik ging studeren nog nooit in een Arabischsprekend land geweest. Ik houd van de combinatie van taalstudie met cultuurstudie, waar dan ook nog een deel geschiedenis bij komt kijken.'

Op welk onderwerp ben je  afgestudeerd?

'Ik heb mijn master Midden-Oosten Studies afgerond met een onderzoek  naar een nieuwe groep salafisten in Egypte, Salafyo Costa. Salafisten zijn zeer religieuze moslims die over het algemeen een moeizame relatie hebben met de moderne samenleving, maar bij  deze groep is dit juist niet het geval. Zij mengen zich volop in de Egyptische publieke sfeer en proberen daarbij een brug te slaan tussen salafisten en christenen, en salafisten en liberalen, bijvoorbeeld. Ze proberen vooroordelen over salafisme weg te nemen en de relaties tussen verschillende groepen in Egypte te verbeteren. Het is een groep met overwegend jonge leden, wat onder andere te zien is in hun intensieve gebruik van sociale media. Ik onderzocht de denkbeelden van deze jonge groep in relatie tot de bredere salafistische beweging in Egypte en de Egyptische publieke sfeer als geheel.'

Wat ga je nu doen?

'Ik heb ook een bachelor Geschiedenis gedaan en daar vond ik eigenlijk bij toeval het onderwerp waarop ik nu ga promoveren, een onderwerp uit de Arabische Middeleeuwen. Mijn promotieonderzoek gaat over de Mamlukken, een slavendynastie in Egypte. Deze slaven kwamen voornamelijk uit Centraal-Azië en de Kaukasus. In 1250 kwamen de Mamlukken in Egypte aan de macht. Krap een decennium later raakten ze in oorlog met de Mongolen, die ook uit Centraal-Azië kwamen en veel culturele aspecten deelden met de Mamlukken. Ik ga onderzoek doen naar de beeldvorming van de Mamlukken over de Mongolen, en hoe zij die hebben ingezet in hun identiteitsvorming en machtslegitimatie. Het algemene beeld is dat de Mamlukken zeer negatief waren over de Mongolen, maar ik denk dat hun opvattingen diverser waren. Voorlopig onderzoek, waaronder mijn eigen bachelorscriptie voor Geschiedenis, wijst hier ook op. Om dit goed te onderzoeken ga ik voornamelijk veel manuscripten raadplegen. Een aantal daarvan is gedigitaliseerd, maar veel ook niet.  Ik ga dus ook zeker terug naar Egypte, om die werken in te zien. Gelukkig, want ik ben ook nog steeds geïnteresseerd in wat er daar nu gaande is!'