Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De aandacht voor ongewenst gedrag door een docent van onze faculteit heeft de afgelopen week veel reacties losgemaakt. Om te beginnen willen we benadrukken dat een veilige studieomgeving voor studenten voor ons van het grootste belang is; het spijt ons zeer dat we deze studenten van de opleiding Conservering en restauratie die veilige omgeving niet hebben kunnen bieden.

Terecht is er veel boosheid over de gebeurtenissen. Ook is duidelijk geworden dat we als organisatie beter toegerust moeten zijn om studenten een veilige studieomgeving te bieden, én dat de procedures voor als het echt misgaat beter toegankelijk moeten zijn. Het is goed dat we dat nu onder ogen zien; dit is de eerste stap om dit te kunnen verbeteren. Tegelijk is er vanuit de hele facultaire gemeenschap een grote betrokkenheid bij dit onderwerp en leven er veel ideeën over hoe we sociale veiligheid kunnen vergroten.

Deze week hebben we verschillende gesprekken gevoerd met studenten en medewerkers van de opleiding en de faculteit. Dit waren emotionele, maar ook constructieve gesprekken. Het is belangrijk dat we deze gesprekken blijven voeren, hoe moeilijk ze ook zijn. Op woensdag 24 juni worden nieuwe gesprekken ingepland. Ook de opleiding Conservering en restauratie houdt nauw contact met haar studenten.

In de gesprekken is voor ons duidelijk geworden dat er in alle gelederen van de faculteit grote zorgen leven over sociale veiligheid. We hebben gehoord dat mensen zich niet veilig genoeg voelen en niet weten waar zij met hun verhaal terecht kunnen en dat, áls iemand de dappere stap zet om ongewenst gedrag aan te kaarten, hier niet altijd goed op wordt gereageerd.

Er is ook veel boosheid over de manier waarop de UvA op deze zaak heeft gereageerd. Velen hebben dit opgevat alsof bescherming van de docent voor ons belangrijker was dan van de studenten en alsof we ons drukker maakten om de reputatie van de faculteit dan om wat de getroffen studenten is overkomen. Het tegendeel is het geval. Het staat voor ons voorop dat studenten zich veilig genoeg moeten voelen om hun verhaal te doen, dat ze serieus genomen worden en dat ze zich gehoord voelen. Dit hadden we veel duidelijker moeten maken, en het spijt ons dat dit niet zo overgekomen is.

In de gesprekken van deze week zijn veel voorstellen gedaan over hoe wij de sociale veiligheid binnen de faculteit kunnen vergroten, vooral ook hoe wij een sfeer kunnen creëren waardoor situaties als deze niet zo ver hoeven te komen. De UvA zal onder andere de bestaande procedures en “loketten” kritisch tegen het licht houden; wij denken hier graag over mee. Ook zal op korte termijn een gedragscode worden opgesteld. Daarnaast, en minstens zo belangrijk, willen we gaan werken aan een cultuurverandering. We willen het gesprek over gewenst en ongewenst gedrag een vaste plaats geven in alle opleidingen, zodat studenten al direct bij de start van hun studie bij ons weten wat zij mogen verwachten van hun docenten, welk gedrag niet OK is en hoe dat direct in een vroeg stadium aangekaart kan worden. Om dit goed te kunnen doen is van belang dat wij allen sensitief en zelfbewust zijn; we staan voor het creëren van een open sfeer waarin collega’s binnen een team elkaar direct en laagdrempelig aanspreken op ongepast (of onhandig) gedrag jegens elkaar of jegens studenten. Dit zal niet altijd vanzelf gaan; we willen docenten hier dan ook in scholen.

We merken kortom dat deze casus veel losmaakt. We kunnen en zullen hier lering uit trekken voor de toekomst. Jullie suggesties en gedachten over mogelijke verbeteringen horen we graag.

Tot slot willen we graag de huidige voorzieningen onder de aandacht brengen, in het besef dat deze nog verbetering behoeven:

Fred Weerman (decaan)

Remieg Aerts (afdelingsvoorzitter Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen)
Lex Bosman (afdelingsvoorzitter Kunst- en cultuurwetenschappen)
Jeroen de Kloet (afdelingsvoorzitter Mediastudies)
Caroline Kroon (afdelingsvoorzitter ACASA)
Judith Rispens (afdelingsvoorzitter Neerlandistiek a.i.)
Beate Roessler (afdelingsvoorzitter Filosofie)
Jeannette Schaeffer (afdelingsvoorzitter Literatuur- en taalwetenschap)
Arjen Versloot (afdelingsvoorzitter Moderne vreemde talen en culturen)