Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
We willen allemaal dat kinderen goed kunnen functioneren in sociale groepen. Voor kinderen die dit lastiger vinden, die bijvoorbeeld worden gepest of juist zelf agressief zijn, zijn er allerlei sociale vaardigheidstrainingen op de markt. Onderzoek heeft al bewezen dat deze trainingen in het algemeen effectief zijn. UvA wetenschappers hebben nu ook ontdekt welke specifieke onderdelen zo’n training succesvol maken. Met deze kennis kunnen de trainingen nog effectiever worden gemaakt.

Sociale vaardigheden en wanneer die ontbreken

Kinderen die heel erg verlegen zijn, of kinderen die juist heel dominant zijn, kunnen allebei moeite hebben goed in een groep te gedijen. Voor allebei kan het ontbreken van bepaalde sociale vaardigheden een grote impact hebben. Gepest worden op school, depressie en probleem- of zelfs crimineelgedrag kunnen het gevolg zijn. Juist voor deze kinderen is het belangrijk dat ze hulp krijgen om sociale vaardigheden aan te leren.

Er zijn tal van sociale vaardigheidstrainingen (SST) die kinderen bepaald sociaal gedrag leren of gedrag proberen te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan trainingen die kinderen leren hoe ze om moeten gaan met pestgedrag, of hoe ze nieuwe contacten kunnen leggen of vrienden kunnen maken. Vaak bestaan die trainingen uit verschillende onderdelen, zoals het overdragen van kennis en het oefenen van vaardigheden. Zodoende kunnen trainingsprogramma’s dus verschillen qua vorm en inhoud.

Uit eerder onderzoek weten we dat sociale vaardigheidstrainingen positieve effecten kunnen hebben. Maar het was niet eerder onderzocht welke onderdelen van een training daar precies verantwoordelijk voor zijn. UvA onderzoekers hebben nu samen met collega's van Raboud Universiteit en TNO door een meta-analyse de succescomponenten van dergelijke trainingen kunnen blootleggen. Met deze kennis kunnen bestaande trainingen worden verbeterd door de onderdelen uit te sluiten die niet bijdragen aan een positieve ontwikkeling van het kind.

Het effect van sociale vaardigheidstrainingen onderzoeken

Hoewel de effectiviteit van SST-programma's al uitgebreid is onderzocht, bleef de effectiviteit van de verschillende trainingsonderdelen grotendeels ongetest. Daarom onderzochten UvA wetenschappers de effectiviteit van sociale vaardigheidstrainingen (SST) voor kinderen en adolescenten en gingen daarbij specifiek op zoek naar de succescomponenten. Ze zijn daarmee een van de eerste onderzoeksteams dat een verband legt tussen de verschillende trainingscomponenten en het positieve effect van SST-programma's.

Specifiek keek het team naar trainingen voor kinderen en adolescenten in een niet-klinische setting, zoals bijvoorbeeld op scholen waar veel van dit soort trainingen worden aangeboden aan kinderen met lichte of opkomende gedragsproblemen. Het team doorzocht 60 SST programma’s en keek specifiek naar de onderdelen:

  • psycho-educatie: oefeningen gericht op het overdragen van kennis
  • psychofysische onderdelen: fysieke oefeningen voor het verbeteren van zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen
  • vaardigheidsbevorderende onderdelen:  oefeningen voor het verbeteren van interpersoonlijke vaardigheden
  • cognitief-emotionele onderdelen: oefeningen gericht op het veranderen van emoties en cognities (manieren van denken).

De resultaten van de analyse

De onderzoekers vonden een positief effect van sociale vaardigheidstrainingen op de ontwikkeling van interpersoonlijke vaardigheden en emotionele vaardigheden:

  • Trainingsprogramma’s met psycho-educatie (kennisoverdracht) waren effectiever in het verbeteren van interpersoonlijke en emotionele vaardigheden dan programma’s zonder psycho-educatie.
  • Fysieke oefeningen gericht op zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen bleken geen invloed te hebben op het positieve effect van trainingen. Ook het aantal oefeningen gericht op het veranderen van emotie en cognities bleek geen invloed te hebben op programma effectiviteit.

Bovendien ontdekte het team dat het positieve effect samenhangt met een juiste dosis van het aantal oefeningen dat in een training wordt opgenomen: 

  • Trainingsprogramma’s met drie tot zes psycho-educatieve oefeningen leverden meer positief resultaat op dan programma's met meer of minder van dergelijke oefeningen.
  • Trainingsprogramma's met elf tot twintig oefeningen voor het bouwen aan vaardigheden leverden meer positief resultaat op dan programma's met meer of minder van die oefeningen.

Conclusie

De onderzoekers concluderen dat psycho-educatieve onderdelen en die voor het bouwen aan vaardigheden verband houden met grotere effecten van SST-programma’s, mits de dosering juist is.

Lees het wetenschappelijke artikel

https://doi.org/10.1007/s10567-019-00308-x

L.S. (Brechtje) de Mooij

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Programme group: Forensic Child and Youth Care

Prof. dr. G.J. (Geertjan) Overbeek

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Programme group: Preventive Youth Care