Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Een leerkracht kan veel plezier ervaren in het contact met leerlingen, maar ook frustratie als leerlingen de les verstoren. Onderwijswetenschapper Janneke de Ruiter onderzocht de emotionele interacties tussen basisschoolleerkracht en specifieke leerlingen. Hoe een leerkracht een leerling ziet, blijkt van invloed op de ervaren emotie. ‘Sommige leerlingen hebben meer invloed op het emotionele welzijn van leerkrachten dan anderen’. Vrijdag 23 april promoveert ze aan de Universiteit van Amsterdam.
een klas met leerkracht en kinderen

In één klas kunnen veel verschillende leerlingen zitten, van rustige leerlingen tot leerlingen met gedragsproblemen. Basisschoolleerkrachten kunnen een grote diversiteit aan emoties ervaren in hun omgang met deze leerlingen. Van onderdrukte woede als een leerling weigert te luisteren, tot gevoelens van verbondenheid tijdens een goed gesprek met een leerling. ‘Deze kortdurende emotionele interacties lijken misschien heel klein en nietszeggend’ legt onderwijswetenschapper Janneke de Ruiter uit. ‘Maar als ze dag in dag worden ervaren, kunnen ze blijvende gevolgen hebben voor het welzijn van de leerkracht en de schoolbetrokkenheid van leerlingen.’

De Ruiter onderzocht de emoties die basisschoolleerkrachten ervaren in hun interacties met leerlingen, hoe ze hiermee omgaan en de rol die hun percepties van leerlingen hierin spelen. Ze concludeert dat sommige leerlingen meer impact hebben op het emotionele welzijn van leerkrachten dan anderen, vooral leerlingen die de leerkracht al over het algemeen als storend ervaart. ‘Het ondersteunen van leerkrachten bij hun emotionele interacties met deze leerlingen kan daarom veel opleveren in de hedendaagse klassen’, concludeert De Ruiter.

In een dagboek gebeurtenissen en emoties bijhouden

De Ruiter voerde zes empirische studies uit gebaseerd op vier verschillende steekproeven van leerkrachten en hun leerlingen in het basisonderwijs. Ze maakte hierbij gebruik van algemene vragenlijsten, maar vroeg leerkrachten ook gedurende het schooljaar online dagboeken bij te houden over relevante gebeurtenissen in de klas met twee geselecteerde leerlingen en te rapporteren over hun emotionele ervaringen ten opzichte van die leerlingen. Over deze twee leerlingen hadden de leerkrachten in een eerder stadium aangegeven een verschillende algemene opvatting te hebben wat betreft de mate waarin hun gedrag als storend werd ervaren.

Negatieve emoties wanneer interpersoonlijke relaties worden geraakt

Op basis van haar onderzoek concludeert De Ruiter dat leerkrachten emotioneel meer geraakt lijken te worden door leerlingen met relatief veel storend gedrag en door jongens. Ook ervaren leerkrachten sterke negatieve emoties wanneer het gedrag van leerlingen interpersoonlijke relaties bedreigen. Bijvoorbeeld wanneer leerlingen andere leerlingen pesten of brutaal zijn richting de leerkracht.

Perceptie van de leerkracht kleurt de ervaring

Een tweede conclusie die De Ruiter trekt is dat de emotionele ervaringen van een leerkracht gekleurd worden door hun algemene beeld van een leerling of de kwaliteit van de relatie met de leerling. Als een leerkracht een leerling in het algemeen al als heel storend ervaart, roept een verstorende situatie met deze leerling meer negatieve emoties op dan een soortgelijke situatie met een minder storende leerling. Wanneer een normaal gesproken storende leerling juist iets positiefs doet, lijken leerkrachten minder blijdschap te ervaren. En als een leerling heel erg aan de leerkracht ‘hangt’ dan lijken leerkrachten vaker hun emoties te onderdrukken of te veinzen. ‘Dit zou volgens eerder onderzoek een negatieve uitwerking kunnen hebben op het welzijn van leerkrachten’, stelt De Ruiter.

Een lager welzijn bij negatieve emoties

Tot slot ziet De Ruiter een mogelijk verband tussen de dagelijkse emotionele interacties van leerkrachten en hun beroepsmatig welbevinden. Leerkrachten rapporteren namelijk een lager welzijn wanneer zij sterke negatieve emoties ervaren, met name boosheid. Ook vond De Ruiter een klein verband tussen emotionele ervaringen en de schoolbetrokkenheid van individuele leerlingen. Wanneer een leerkracht bijvoorbeeld meer negatieve emoties ervoer in interacties met een leerling, lijkt deze leerling ook minder zijn of haar best te doen op school volgens zowel leerkracht als diens klasgenoten.

‘De bevindingen tonen aan dat het noodzakelijk is om basisschoolleerkrachten te ondersteunen bij hun emotionele interacties met specifieke individuele leerlingen’, betoogt de Ruiter. ‘Zeker door de grote diversiteit aan leerlingen in het hedendaagse onderwijs komen leerkrachten handen te kort om elke leerling op een eigen wijze te benaderen. Professionals zouden daarom kunnen helpen bij reflectie op dagelijkse gebeurtenissen met leerlingen die emotioneel veel vragen van een leerkracht. Als leerkrachten realiseren dat het algemene beeld dat ze hebben van een leerling een rol speelt bij de emoties die ze ervaren, kan dit helpen om de emotionele angel uit vervelende klassituaties met deze leerling te halen. Op die manier kunnen we wellicht zowel het welbevinden van de leerkracht als de schoolbetrokkenheid van de leerling verbeteren.’

Promotiedetails

Janneke de Ruiter, The way they make me feel. Exploring teachers' momentary emotional experiences in response to individual students. Promotor: dr. H.M.Y. Koomen. Copromotor is dr. A.M.G. Poorthuis.

Tijd en locatie

23 april, 16.00. Deze promotie vindt online plaats. De promotie is op het aangegeven tijdstip live mee te kijken op YouTube. Na afloop van de promotie wordt de link gedeactiveerd en wordt de livestream verwijderd.