Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Miljoenen mensen in quarantaine zetten, mag dat zomaar? Of hen verplicht medisch onderzoeken? Vragen die zeer actueel zijn, maar waar Anniek de Ruijter (EU recht en Gezondheidsrecht) al lang mee bezig is. Anniek geeft antwoord op vijf prangende juridische vragen rondom het coronavirus.
Virus

1. Elf miljoen mensen afsluiten van de buitenwereld vanwege een virus, mag dat?

‘Ja, in het geval van China ga ik ervan uit dat er op basis van nationale wetgeving en autoriteit is gehandeld. Maar ook internationaal recht legitimeert het instellen van quarantaines om grensoverschrijdende uitbraken van ziekte tegen te gaan. 

Het moet dan wel zorgvuldig worden gedaan, met inachtneming van de rechten van burgers en patiënten, én erop gericht zijn om het ernstige leed en gevolgen van een grote virusuitbraak te bestrijden. Het coronavirus is een nieuw virus. We weten niet precies wat de precieze gevolgen kunnen zijn, hoe snel het zich verspreidt, hoe ziek mensen ervan worden en onder welke omstandigheden mensen er aan overlijden.’ 

2. Kunnen maatregelen als quarantaine, screening in vliegtuigen, warmtecamera’s en verplicht medisch onderzoek zomaar worden genomen? 

‘Nee, zulke maatregelen worden niet zomaar genomen, maar kunnen wel geïndiceerd zijn, en zijn daarom ook in wet- en regelgeving vastgelegd. Zeker nu er een internationale noodtoestand is uitgeroepen door de Wereld Gezondheidsorganisatie. Dit is een goede basis om ervoor te zorgen dat dit nieuwe virus zich niet verder verspreidt. 

Het is wel van belang dat in de regelgeving ook is opgenomen dat mensen de mogelijkheid hebben om quarantaine en verplicht medisch onderzoek te weigeren. Echter, als iemand echt een groot gevaar vormt, kan het zijn dat de rechter zegt dat je de medische behandeling toch moet ondergaan. Deze situatie zal zich niet vaak voordoen. De meeste mensen willen andere mensen niet besmetten en zelf ook graag medische zorg krijgen als ze ziek zijn.’ 

3. Kunnen deze maatregelen ook in Europa, of in Nederland worden genomen?  

‘Jazeker. In Nederland hebben we de Wet Publieke Gezondheid waarin wordt voorzien in precies dit soort scenario’s. Deze wet verplicht om samen te werken met internationale partners. Het reguleringskader waar Nederland ook aan gebonden is vanuit de Europese Unie, geeft inzage aan de Nederlandse overheid waar in Europa het virus is opgedoken. De landen spreken samen af welke maatregelen ze dan nemen, bijvoorbeeld quarantaine, of het traceren van de contacten van patiënten. 

Het Erasmus Medisch Centrum in Nederland is nu het aangewezen centrum voor de hele Europese Unie om het nieuwe virus te identificeren. Als iemand in een ander EU-land wordt aangetroffen waarvan men denkt dat deze persoon het coronavirus heeft, dan wordt er een sample naar het Erasmus MC gestuurd voor identificatie. Maar de EU heeft nu ook een behoorlijk budget vrijgemaakt om voor de hele EU snel een vaccin te ontwikkelen. 

De goedkeuring van een pandemisch vaccin of van nieuwe virusremmers is ook een beslissing die door de lidstaten van de EU gezamenlijk wordt genomen. Op dit moment is het EU Civiele Beschermingsmechanisme geactiveerd, zodat EU landen elkaar kunnen helpen als er ergens grote patiëntenaantallen ontstaan, of wanneer ziekenhuizen het niet aankunnen.’

4. Is het huidige rechtssysteem toegerust op een massale uitbraak? 

‘Mijn indruk is dat in Nederland de balans tussen de bescherming van de publieke gezondheid enerzijds, en de rechten van patiënten anderzijds best zorgvuldig geregeld is in de Wet Publieke Gezondheid. Maar gezien het feit dat er de laatste tijd een aantal ziekenhuizen is gefuseerd en gesloten, kan onze capaciteit om grote patiëntenaantallen op te vangen wel eens iets zijn verminderd. 

In de EU is er sinds SARS en Varkensgriep veel veranderd qua wetgeving en mogelijkheden om samen te werken. Ik denk dat dit de kwaliteit van de besluitvorming van de EU-landen samen enorm heeft verbeterd en dat het een meerwaarde is om bij infectieziekten samen te werken. Zeker als het aankomt op kennisdeling, samen kopen en ontwikkelen van medicijnen en gezamenlijk ontwikkelen van beleid. 

Voor de snelle goedkeuring van pandemische medicijnen is er in EU-regelgeving wel voorzien, maar de externe/internationale dimensie is daarin nog niet heel expliciet meegenomen. Zo is India een van de grootste producenten van vaccins in de wereld. Als het aankomt op de snelle toegang van een pandemisch vaccin vanuit India voor de Europese markt, en in de rest van de wereld, dan moet daar goed over worden nagedacht en moeten er speciale afspraken en regels over komen.

5. In hoeverre draagt je onderzoek bij aan verbeteringen? 

In het INDIGO Project (Horizon2020) hebben wij als faculteit en vanuit het Amsterdam Centre for European Law & Governance de mogelijkheid om bij te dragen aan een goed reguleringskader voor een versnelde procedure bij het op de markt brengen van pandemische vaccins. Dit geldt ook als dit intensieve samenwerking met een land buiten de EU vereist.

Maar ook bijvoorbeeld de samenwerking van onze faculteit met Global Health, Research Priority Area van de UvA, geeft een goede mogelijkheid om vanuit ons als juristen bij te dragen aan moeilijke nieuwe vragen ten aanzien van gezondheid door ontwikkelingen in technologie en globalisering. Hoe zorgen we ervoor dat we antibioticaresistentie tegengaan? Dat antibiotica ook vanuit Europa naar Afrikaanse landen gaan? Hoe gaan we om met de toename van het gebruik van artificiële intelligentie in de gezondheidszorg en in de bestrijding van infectieziekten? 

Vanuit mijn NWO-Veni onderzoek tenslotte, probeer ik oplossingen aan te dragen voor de verankering van belangrijke beginselen in het recht. Omdat de EU een steeds belangrijkere rol speelt in grote gezondheidscrises, kan de balans tussen het beschermen van de gezondheid en de individuele rechten verdwijnen. Hierin zijn zeker verbeteringen mogelijk. Ik denk dat belangrijke beginselen, zoals solidariteit en proportionaliteit – die naar mijn mening eigenlijk leidend zouden moeten zijn om met gezondheidsrisico’s over de grenzen om te gaan – nog niet heel duidelijk verankerd zijn in EU-regelgeving.'

Over Anniek de Ruijter

Anniek de Ruijter kreeg in 2017 een Veni subsidie voor haar onderzoek naar betere juridische waarborgen op EU-niveau, gericht op het aanpakken van grote volksgezondheidscrises zoals uitbraken van infectieziekten of bioterroristische aanslagen.  Onlangs kreeg ze een subsidie van Horizon 2020, samen met AiGHD, en het AmsterdamUMC voor onderzoek naar regulering van pandemische vaccins. In Indigo werken openbare en particuliere organisaties in India, de EU en de VS samen aan de ontwikkeling van effectieve en betaalbare griepvaccins voor wereldwijde vaccinaties.