Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Ons gedrag en onze besluitvorming: we proberen ze op allerlei manieren te verklaren, maar uiteindelijk valt iedere beslissing terug te brengen tot 1 aspect: het menselijk brein. Ons economisch gedrag vormt hier geen uitzondering op. En precies dát maakt het onderzoeksveld neuro-economie zo ontzettend interessant. Dr. Jan Engelmann is onderzoeker en docent neuro-economie aan de Amsterdam School of Economics (ASE) en vertelt ons graag meer over dit - relatief piepjonge - onderzoeksgebied.

Van alle organen en netwerken die het menselijke lichaam rijk is, vormt ons brein 1 van de weinige onderdelen waarvan we eigenlijk meer níét dan wél weten. Dit gegeven tekent de potentie van onderzoeksgebieden zoals neuro-economie: een terrein waarop allerlei wetenschappelijke disciplines samenkomen om het menselijke gedrag en onze besluitvorming niet alleen te verklaren, maar ook te voorspellen.

Dat laatste is inmiddels, in bepaalde mate, wel al mogelijk, legt Dr. Jan Engelmann uit. ‘We hebben de afgelopen 20 jaar gigantische stappen gezet. We zijn nu bijvoorbeeld in staat om met data uit onze scanner een algoritme te trainen die we gebruiken om menselijk gedrag te voorspellen.’ Deze methodiek maakt gebruik van vergelijkbare algoritmes als binnen Artificial Intelligence. Engelmann: ‘Maar de methodiek kent wel nog zijn beperkingen. Zo moet het gedrag wel vlak na de hersenscan, zeg een paar seconden tot hooguit een paar minuten later, plaatsvinden. Het biedt nog geen voorspellingen voor de lange termijn.’

Maar op de korte termijn valt er ook al behoorlijk veel impact te maken. ‘Het biedt bijvoorbeeld inzicht in hoe we mensen kunnen nudgen om meer te gaan sporten, of om ze te laten stoppen met roken.’

Vertrouwen basis van (neuro-)economie

Vertrouwen vormt de olie binnen ons economische systeem. We vertrouwen er als klant op dat de producten en diensten die we bestellen ook worden geleverd. Als producenten en leveranciers vertrouwen we er vervolgens op dat we hiervoor worden betaald. Engelmann: ‘Schaadt iemand dit vertrouwen, dan ontstaat er meteen een onwerkbare situatie en kan ons economische systeem direct vastlopen.’

Kijken we met een traditionele economische blik naar de werkelijkheid, dan doemen al snel conclusies op die niet aansluiten bij hoe de huidige samenleving daadwerkelijk functioneert. ‘Volgens de standard economic theory is de mens puur rationeel, egoïstisch, onveranderlijk en altijd uit op winstmaximalisatie.’ Zoals de vele hartverwarmende acties tijdens de corona-pandemie maar weer eens aantoonden, is dat allesbehalve het geval. ‘Mensen zijn, over het algemeen, niet puur en alleen met zichzelf bezig: het merendeel creëert het liefst een situatie waar álle betrokken partijen van profiteren.’ Neuro-economie zet zich in om, daar waar het niet klopt, het ongelijk van de traditionele economische theorieën te bewijzen. Niet door te claimen dat de wereld bestaat uit alleen maar altruïsten, maar wel door onderzoek te doen naar de biases binnen onze besluitvorming en hoe deze vooroordelen worden weergegeven in onze hersenen.

Engelmann: ‘Ons brein beperkt ons vaak in het maken van de meest optimale beslissing. Met behulp van neuro-economie krijgen we een steeds completer beeld van deze vooroordelen en hoe ze ontstaan. Zo wordt bijvoorbeeld steeds duidelijker dat emoties een grote invloed hebben op onze besluitvorming.’

Theory of mind

Uit recent onderzoek waar Engelmann aan meewerkte, blijkt bijvoorbeeld dat de impact van negatieve emoties ver reikt. Het onderzoek toont aan dat negatieve emoties, zoals de angst voor een elektrische schok, de activiteit en connectiviteit van het trust network in ons brein onderdrukken. Dit netwerk helpt ons normaliter om sociale situaties te begrijpen en stelt ons in staat om ons in andermans schoenen te verplaatsen. Engelmann verwijst naar deze sociale vaardigheden als ‘theory of mind’. Een belangrijk concept uit de psychologie en sociale neurowetenschap, dat op zijn beurt weer verwijst naar onze vaardigheid om de mentale toestand en emoties van anderen te begrijpen.

Dergelijke psychologische inzichten vormen, samen met economische experimenten en neurowetenschappelijke tools, een van de bouwblokken van de neuro-economie. ‘Zij vormen de basis waarmee we sociale besluitvorming onderzoeken. En de uitkomsten zeggen niet alleen veel over het vertrouwen tussen 2 personen, maar bijvoorbeeld ook tussen mensen en instituten. Gedurende deze pandemie is dat natuurlijk relevanter dan ooit. Vertrouwen we instituten genoeg om bijvoorbeeld een - tot voor kort vrijwel onbekend - MRNA-vaccin in ons lichaam te laten spuiten? Vertrouwen we onze medeburgers erop dat ze thuisblijven wanneer ze zich niet lekker voelen?’

Rol van het brein niet te overschatten

Kortom: onderzoek naar vertrouwen en hoe dit wordt weergegeven in ons brein, is vandaag de dag relevanter dan ooit. ‘Alleen al in het afgelopen decennium hebben we ongelofelijk veel geleerd over ons brein en hoe de complexe interacties tussen netwerken van neuronen samenhangen met ons gedrag. Of je nu vanuit een psychologisch, economisch, sociologisch of biologisch perspectief geïnteresseerd bent in menselijk gedrag: de rol van ons brein valt daarbinnen amper te overschatten.’