Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
László Marácz argumenteert in zijn nieuwe boek 'Towards Eurasian Linguistic Isoglosses: the case of Turkic and Hungarian' voor een nieuwe indeling van de Oeraals-Altaïsche taalfamilies waar ook het Hongaars, Fins en de Turkse talen lid van zijn.
Towards Eurasian Linguistic Isoglosses

Marácz ontwikkelt een theorie van linguïstische relaties dwars door de traditionele taalfamilies heen, gebaseerd op het idee van linguïstische isoglossen. Volgens de auteur behoort het Hongaars niet tot de Oeraalse/Fins-Oegrische taalfamilie. Deze theorie degradeert 'diepe' linguïstische contacten tussen het Hongaars en de Turkse talen tot secundaire, uni-directionele overnames uit het Turks in het Hongaars. Er zijn echter vele lexicale, morfologische en syntactische parallellen tussen het Turks en het Hongaars, die een meer fundamenteel karakter hebben. Hongaarse onderzoekers zoals Armin Vambery die de geschiedenis, archeologie en talen van Centraal-Azië hebben bestudeerd, hebben al eerder Centraal-Azië als de bakermat van de Hongaren en hun taal aangewezen.
 

Towards Eurasian Linguistic Isoglosses: the case of Turkic and Hungarian

 

  • László Marácz
  • Astana: International Turkic Academy, 2015