Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Hoe vinden jager-verzamelaars de weg naar huis of naar voedsellocaties in regenwouden waar dichte vegetatie het zicht beperkt, zonder dat ze daarbij hulp hebben van een kaart, kompas of smartphone? Een nieuwe studie onder leiding van Karline Janmaat, onderzoeker aan het UvA Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamics en het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Anthropologie, toont het eerste wetenschappelijke bewijs dat jagers-verzamelaars in regenwouden gebruik maken van de zon om een idee van richting te krijgen. De resultaten zijn nu gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings van de Royal Society B.
De 8-jarige oude Mbendjele jongen Anice wijst in de richting van een voedsellocatie in het tropische regenwoud in de Democratische Republiek Congo samen met PhD kandidaat Haneul Yang. Foto: Karline Janmaat
De 8-jarige oude Mbendjele jongen Anice wijst in de richting van een voedsellocatie in het tropische regenwoud in Republiek Congo samen met PhD kandidaat Haneul Yang. Foto: Karline Janmaat

Voor veel diersoorten, inclusief mensen, is het belangrijk om te weten in welke richting ze voedsel kunnen vinden en hoe zo efficiënt mogelijk naar huis kunnen lopen. Goede oriëntatievaardigheden zijn daarom essentieel, met name voor jagers-verzamelaars die dagelijks lange afstanden afleggen om voedsel te verzamelen zonder hulp van navigatietechnologie.

Richtingsgevoel

Om de orientatievaardigheden van jagers-verzamelaars in regenwouden te bestuderen, vroegen de onderzoekers Mbendjele BaYaka-mensen in een regenwoud in de Republiek Congo om te wijzen naar afgelegen locaties die buiten het zicht lagen. Zo onderzochten ze wat hun richtingsnauwkeurigheid beïnvloedt. De mensen van Mbendjele BaYaka leven in vlakke laaglandregenwouden waar oriëntatie een uitdaging is vanwege de dichte vegetatie en de afwezigheid van verre oriëntatiepunten zoals bergtoppen. Mensen die in een dergelijke omgeving leven, leren al op jonge leeftijd om gebruik te maken van de positie van de zon om een gevoel van richting te krijgen.

Het onderzoeksteam voerde 631 testen uit onder 54 deelnemers in de leeftijd van 6 tot 76 jaar. Deze testen werden afgenomen op 66 verschillende locaties in het regenwoud, inclusief hun kamp. De onderzoekers ontdekten dat de Mbendjele BaYaka-mensen zeer nauwkeurig zijn (met een gemiddelde afwijking van maar 6 graden) in het wijzen in de richting van verre locaties die buiten het zicht lagen. Tevens ontdekten de onderzoekers dat de aanwezigheid van de zon aan de hemel zichtbaar was, de richtnauwkeurigheid van kinderen aanzienlijk verhoogde, met name in verre en minder bekende gebieden. Dit terwijl volwassenen ook nauwkeurig konden wijzen op bewolkte dagen.

Kinderen

‘Volwassenen hebben een zeer goed gevoel voor richting in afgelegen gebieden, zelfs wanneer ze de zon helemaal niet te zien was vanwege dichte bewolking. Kinderen daarentegen maakten grotere fouten bij het aanwijzen in minder bekende gebieden wanneer ze de zon niet konden zien. Hun prestaties verbeterden wanneer ze de zon wel konden zien,' zegt Haneul Jang, die deze studie heeft uitgevoerd als onderdeel van haar promotieproject aan het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Anthropologie.

Man versus vrouw

Tijdens de studie werden er geen oriëntatieverschillen gevonden tussen mannen en vrouwen. Dit resultaat komt overeen met eerdere studies waarbij mannen en vrouwen gelijke afstanden afleggen vanuit huis, zoals bij de Mbendjele ook het geval is. ‘In tegenstelling tot mannen en vrouwen in onze samenleving laten de Mbendjele geen verschil zien in de afstand die mannen en vrouwen dagelijks van huis reizen, en het is daarom misschien niet verwonderlijk dat ze even goed scoorden in de oriëntatietaken. Het onderzoek laat ons opnieuw zien hoe belangrijk ervaring is in onze cognitieve ontwikkeling, en het doet je nadenken over  wat er gebeurt met de hersenen van mensen die hun huis of kantoor nauwelijks meer verlaten, 'zegt Karline Janmaat, hoofdbegeleider van het onderzoek.

De studie levert het eerste wetenschappelijke bewijs voor het gebruik van een zonnekompas in de mens. ‘We weten dat bijen de zon kunnen gebruiken om zich te oriënteren, maar voor mensen was er verrassend genoeg nog geen wetenschappelijk bewijs, noch wisten we dat jonge kinderen deze vaardigheid al op 6-jarige leeftijd kunnen ontwikkelen. Deze studie toont aan dat er nog zoveel te ontdekken is en met een hoge mate van urgentie. Alle regenwouden waarin jagers-verzamelaars in Republiek Congo leven zijn verkocht aan buitenlandse bedrijven, waardoor ze niet alleen hun foerageergebied verliezen, maar ook hun intrigerende navigatievaardigheden, en daarmee ons inzicht in de ware aard van menselijke intelligentie,' concludeert Karline Janmaat.

Publicatiegegevens

Haneul Jang, Christophe Boesch, Roger Mundry, Vidrich Kandza, and Karline R. L. Janmaat (2019). Sun, age, and test location affect spatial orientation in human foragers in rainforests. Proceedings of the Royal Society B. https://doi.org/10.1098/rspb.2019.0934

Contactpersoon

Prof. dr. K.R.L. (Karline) Janmaat

Cognitieve gedragsecoloog