Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Zelfs een gering verlies aan grote diersoorten in tropische bossen kan al ernstige gevolgen hebben voor ecosystemen. Dit is de conclusie van een simulatiestudie waarbij gebruik werd gemaakt van verschillende empirische interactienetwerken van planten en vruchtenetende vogels. De auteurs van de studie, waaronder UvA-onderzoeker Daniel Kissling, hebben de resultaten gepubliceerd in Nature Communications.
Aulacorhynchus haematopygus is een grote, fruitetende vogel die leeft in de vochtige wouden van de Andes. Copyright: Maximilian Vollstädt.

Diersoorten in tropische regenwouden verdwijnen steeds sneller door overbejaging, ontbossing en versnippering van bossen. Grote diersoorten, die bijzonder kwetsbaar zijn voor veranderingen, nemen in verhouding tot andere soorten sneller af omdat er meer op die soorten wordt gejaagd of omdat ze sterker lijden onder habitatverlies en -achteruitgang. Uit deze nieuwe studie blijkt dat het verlies aan grote dieren, ook wel krimp van ecologische gemeenschappen genoemd, ernstige gevolgen heeft voor het functioneren van regenwoudecosystemen.

Vruchtenetende dieren

Vruchtenetende dieren spelen een buitengewoon belangrijke rol in tropische ecosystemen. Doordat ze constant voor verplaatsing van de zaden van door dieren verspreide planten zorgen, beïnvloeden ze de verspreiding, genenstroom en genetische structuur van plantenpopulaties. Naar schatting meer dan 70% van de boom- en ondergroeisoorten in tropische bossen is voor de zaadverspreiding afhankelijk van vruchtenetende dieren. ‘Met name de achteruitgang van grote vruchtenetende dieren zoals toekans, primaten en tapirs heeft ernstige gevolgen voor het functioneren van tropische regenwouden, omdat deze dieren naar verhouding zeer sterk bijdragen aan zaadverspreiding voor planten over lange afstand’, aldus dr. W. Daniel Kissling, onderzoeker aan het UvA Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics en coauteur van de studie.

Achteruitgang van zaadverspreiding over lange afstand

De belangrijkste bevinding van de studie is dat de gevolgen van uitroeiing van dieren en krimp van dierpopulaties voor het functioneren van ecosystemen ernstig worden onderschat wanneer de gangbare maatstaven voor de structurele robuustheid van ecologische netwerken worden gehanteerd. De simulaties laten zien dat de functionele verliezen als gevolg van krimp veel sterker zijn dan de structurele verliezen. Wanneer bijvoorbeeld 10% van de grootste vruchtenetende vogels verdwijnt, neemt de zaadverspreiding over lange afstand met 40% af, terwijl het structurele verlies slechts 10% is. ‘Dit komt omdat de soorten die het eerst geheel verdwijnen, juist de soorten zijn die een unieke bijdrage leveren en de functie van het regenwoud in stand houden’, aldus onderzoeker dr. Isabel Donoso, die de studie leidde bij het Senckenberg Biodiversity and Climate Research Centre in Duitsland.

Verspreiding over korte versus lange afstand

Maar waarom moeten we ons dan zorgen maken, als zaden van regenwoudbomen in de toekomst over korte in plaats van lange afstand worden verspreid? Allereerst draagt de zaadverspreiding over lange afstand bij aan de genetische uitwisseling tussen stukken bos en zorgt die verspreiding ervoor dat die minder gevoelig zijn voor veranderingen. Belangrijker nog is dat hoe dichter een zaad bij de moederboom blijft, hoe kleiner de kans is dat het zal ontkiemen en groeien. Omdat grote vruchtenetende vogels voornamelijk grote zaden verspreiden, zal de achteruitgang zich vooral gaan voordoen bij bomen met grote zaden.

Het regenwoud in de toekomst

‘Qua samenstelling van de bomen zullen regenwouden er in de toekomst waarschijnlijk heel anders gaan uitzien. Andere studies hebben al aangetoond dat het aannemelijk is dat die toekomstige regenwouden veel minder koolstof zullen kunnen opslaan,’ aldus Donoso. Dit komt omdat de bomen die waarschijnlijk verloren zullen gaan, de bomen zijn waarvan de zaden door grote dieren worden verspreid. Door hun hoge biomassa en hoge dichtheid slaan deze bomen veel koolstof op. ‘Bescherming van grote dieren in regenwouden is dan ook belangrijk voor het behoud van de biodiversiteit en de instandhouding van de diensten die tropische regenwouden ons leveren’, besluit Kissling.

Publicatie details

Isabel Donoso, Marjorie C. Sorensen, Pedro G. Blendinger, W. Daniel Kissling, Eike Lena Neuschulz, Thomas Mueller, Matthias Schleuning: ‘Downsizing of animal communities triggers stronger functional than structural decay in seed-dispersal networks’, in Nature Communications (2020). Link: https://doi.org/10.1038/s41467-020-15438-y

Contact 

Dr. rer. nat. W.D. (Daniel) Kissling

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics