Geneeskunde
Twintig procent van de ouderen is binnen dertig dagen weer terug op de spoedeisende hulp (SEH). Dertig procent kan na opname slechter lopen en slechter voor zichzelf zorgen waardoor bijvoorbeeld wijkverpleging nodig is. En twintig procent is binnen drie maanden overleden.
Om van symptoombestrijding naar duurzame zorg te komen moeten we een aantal dingen doen. De eerste is aannames ter discussie stellen door deze te onderzoeken. We gaan er bijvoorbeeld vanuit dat een acute zorgvraag altijd acuut is, maar er gaat vaak een lange periode van achteruitgang aan vooraf waar al duidelijk wordt dat het probleem kan gaan ontregelen. Door te onderzoeken wat ouderen meemaken voordat ze op de SEH komen, kan tijdig andere zorg ingezet worden. De tweede is met ouderen samen definiëren wat passende zorg is. Naarmate ouderen kwetsbaarder worden, krijgen ze steeds minder een stem in het bepalen wat passende zorg is. Passende zorg betekent voor ouderen vaak de dagelijkse activiteiten kunnen blijven doen en sociale participatie. Langer leven wordt minder belangrijk als de kwaliteit van leven wordt aangetast.
Door het onderzoeken van aannames over de acute zorg en het definiëren van wat passende zorg is met ouderen samen, kunnen we komen tot duurzame oplossingen. Daarvoor is het nodig om samen te werken tussen ziekenhuis, huisarts, wijkverpleegkundige, gemeente en financiers. Buurman bespreekt aan de hand van drie voorbeelden hoe deze samenwerking en onderzoek kan leiden tot passende zorg: ziekenhuisbehandeling in de WijkKliniek, zorg in de laatste levensfase (Pallisupport) en revalidatie na een heupfractuur met de inzet van technologie (SO-HIP).
Mw. prof. dr. B.M. Buurman, hoogleraar Acute ouderenzorg: Van symptoombestrijding naar duurzame acute ouderenzorg.
Toegang vrij