Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Drie politicologen van de UvA hebben een boek uitgegeven over de financiële integratie, liberalisering en globalisering van de laatste dertig jaar. Global Financial Integration Thirty Years On. From Reform to Crisis is onlangs uitgegeven door Cambridge University Press.
Drie politicologen van de Universiteit van Amsterdam hebben een boek uitgegeven over de financiële integratie, liberalisering en globalisering van de laatste dertig jaar. Hoogleraar Internationale Governance Geoffrey Underhill, universitair docent Daniel Mügge en promovendus Jasper Blom bieden met hun boek een analyse van de opkomst en het functioneren van het hedendaagse financiële systeem, variërend van de strijd tegen de financiering van terrorisme tot microfinanciering in ontwikkelingslanden tot het toezicht op banken. Global Financial Integration Thirty Years On. From Reform to Crisis is onlangs uitgegeven door Cambridge University Press.

De auteurs stellen dat er een verband is tussen de effectiviteit van beleid, bijvoorbeeld de regulering van banken, en de legitimiteit van het beleidsproces waardoor dit beleid tot stand is gekomen. Ook voor mondiale financiële regels geldt: hoe lager het democratische gehalte daarvan en hoe smaller het internationale draagvlak, hoe minder goed deze regels uiteindelijk zullen werken. Dit is ook in de huidige financiële crisis goed te zien, waar veel Amerikaanse en andere wetgeving op het gebied van derivaten of bankkrediet tekortschoot en financiële instellingen te veel ruimte gaf. Dit gebeurde mede vanwege de te selecte groep belanghebbenden ('stakeholders') die bij de ontwikkeling van deze wetgeving betrokken was.

Een belangrijk thema in het boek is de relatie tussen publieke en private actoren. De periode van relatieve financiële stabiliteit, van ruwweg 2000 tot 2008, blijkt te hebben geleid tot een stilstand in het hervormingsproces en was daardoor mede de opmaat tot de huidige crisis. Regels die waren afgestemd met de banken, en vaak ook door hen voorgesteld, waren een belangrijke oorzaak van de crisis. Het hervormingsproces zal volgens de auteurs daarom een vernieuwde impuls moeten krijgen als we dit soort crises in de toekomst willen voorkomen, of op zijn minst de negatieve effecten van financiële crises willen dempen.

Primaat van de markt naar politiek

De publieke autoriteit over het financiële systeem moet volgens de auteurs worden vergroot ten opzichte van de private zelfregulering. Het primaat moet weer komen te liggen bij de politiek, niet bij de markt. Een belangrijk onderdeel hiervan zou zijn om meer belanghebbenden bij de discussies over financiële governance te betrekken. Er zou meer aandacht moeten komen voor de positie van bijvoorbeeld ontwikkelingslanden of pensioenfondshouders en minder aandacht voor de positie van internationale banken. Tevens stellen de wetenschappers dat er meer ruimte zou moeten zijn voor verschillende landen om hun eigen ontwikkelingspad te vinden in het mondiale financieel-economische systeem (geen blauwdrukken in de vorm van een 'Washington Consensus').

Bijdragen in de bundel zijn onder meer geleverd door Stijn Claessens (IMF en hoogleraar Internationaal Financieel Beleid aan de UvA), Stephany Griffith-Jones (Columbia University), Victor Klagsbrunn (Fluminense Federal University, Brazilië), en Brigitte Young (Universiteit Münster).