‘Ik heb na de bachelor Geschiedenis de master Publieksgeschiedenis gedaan. Voor mij was dit de logische keuze omdat ik vooral bezig was met de betekenis van geschiedenis in het dagelijks leven. Welke verhalen worden verteld en welke vooral niet? Hoe komt dit en wat kan je daaraan doen? Bovendien sprak het praktische aspect van de opleiding mij erg aan. Direct relevante ervaring opdoen en een netwerk opbouwen vond ik een belangrijk aspect van deze master.’
‘Ja, ik heb een half jaar stage gelopen bij het Amsterdam Museum. Dit heeft mij ontzettend veel gebracht omdat ik direct de opgedane kennis van de master in praktijk mocht brengen. Dat ging niet zomaar, door de stage merkte ik hoe lastig de schakeling van theorie naar praktijk is, zeker in de academische wereld. De stage bereidde mij voor op deze omschakeling. Bovendien mocht ik na mijn stage blijven werken bij het museum en heb daar ongelofelijk veel geleerd.’
‘Wat ik in mijn werk mee heb genomen van de master is vooral het vermogen om een complex verhaal om te zetten in een begrijpelijk, overzichtelijk verhaal. Het inspelen op het kennisniveau van het publiek, verwachtingen managen, maar vooral ook iets behapbaar kunnen maken zonder nuances te verliezen, dit zijn de skills die je leert tijdens deze master. In de praktijkopdrachten werden we als studenten steeds uitgedaagd om academische kennis om te zetten in relevante informatie voor een breder publiek. Dit pas ik in mijn huidige werk als conservator dagelijks toe. Er is over een historisch onderwerp vaak zoveel te vertellen, met zoveel perspectieven en zoveel details dat het een uitdaging is om hierin de juiste balans te vinden in een publieksvriendelijk verhaal. In de tentoonstellingen die ik maak is de ruimte voor tekst, uitleg en nuance beperkt. Publieksgeschiedenis heeft mij geleerd om dit soort projecten pragmatisch aan te pakken en de informatie kernachtig te vertalen naar het beoogde publiek.’
‘De combinatie van praktijkopdrachten en theorie vind ik uniek. Bovendien vind ik het ontzettend sterk dat de praktijkopdrachten ook echt vraaggericht uit het werkveld zijn. Je maakt niet een opdracht ‘voor niets’, maar helpt daadwerkelijk een bestaande vraag uit het werkveld op te lossen. Dit heeft mij veel geleerd over de pragmatische keuzes waarvoor je komt te staan en hoe je dan toch je academische idealen kunt blijven vasthouden. Waar ik ook echt veel aan heb is het netwerk dat ik heb opgebouwd bij deze opleiding. In de jaren na mijn studie kwam ik overal in het werkveld mede-publiekshistorici tegen. Omdat het een kleine, persoonlijke studie is heb je direct veel raakvlakken met deze mensen. Veel medestudenten uit mijn jaar spreek ik nu, acht jaar na het afronden van mijn master, nog regelmatig. Het is een fantastisch netwerk dat elkaar helpt bij het vinden van banen, bronnen en andere vraagstukken.’
‘Mijn grote angst als geschiedenisstudent was dat ik geen baan in het vak zou vinden. Ik denk dat elke geschiedenisstudent regelmatig de vraag krijgt: wat kan je daar eigenlijk mee worden? En dat wist ik zelf ook niet zo goed, of nou ja, ik wist het wel, maar ik was bang dat dat alleen voor de ‘happy-few’ weggelegd was. De master Publieksgeschiedenis heeft mij geholpen om een beeld te krijgen van alle mogelijkheden die er in het werkveld zijn. En ook wat de bijdrage van publiekshistorici hierin kan zijn en dat dit echt niet alleen een academische carrière hoeft te zijn. Dat vond ik erg waardevol.’