Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
‘Tribunalen van het internationaal gerechtshof hebben het zwaar; de exacte geschiedenis is vaak niet te achterhalen. Het bewijs is fragiel, de blik beperkt.’ Dat zegt Thijs Bouwknegt in de Leeuwarder Courant van 28 oktober.

Bouwknegt volgde de internationale tribunalen namens de Wereldomroep tot 2012 en is nu werkzaam bij het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies). Hij promoveerde recent aan de UvA op zijn onderzoek over de functie van internationale strafhoven.

Taal- en cultuurverschillen kunnen het ingewikkeld maken voor internationale strafhoven om greep te krijgen op de aard van een conflict. Ook kan beschikbaar bewijsmateriaal ten dele ontbreken: de landen die Bouwknegt onderzocht - Congo, Sierra Leone, Rwanda - zijn niet-documenterende, orale samenlevingen. ‘In veel landen in Afrika is weinig tot niets gedocumenteerd. Bevelen werden niet op papier gezet, er werden geen verslagen gemaakt.’ Ook hebben de tribunalen volgens hem een beperkte blik: er is vaak te weinig oog voor ontwikkelingen voorafgaand aan een genocide. Bouwknegt concludeert dat tribunalen veel meer beloven dan ze waarmaken.