20 juni 2017
In de cellen van de epidermis van bloembladeren uit verschillende plantensoorten bevindt zich een grote centrale vacuole met pigmenten. Francesca Quattrocchio, Ronald Koes, Yanbang Li, Shuang-Jiang Li, Kees Spelt en hun Italiaanse collega's tonen aan dat hiernaast ook kleinere vacuoles (vacuolinos) bestaan, wiens aanwezigheid gereguleerd wordt tegelijk met de verwerving van kleur.
Elk eiwit dat reist van zijn plaats van synthese op de ribosomen naar de centrale vacuole, verblijft kort in vacuolinos. Eiwitten bereiken uiteindelijk hun vacuolaire bestemming wanneer vacuolino’s zichzelf aan de vacuole fuseren en hun inhoud en membranen afleveren.
Net als elk ander proces van membraanfusie is dit evenement afhankelijk van de aanwezigheid van de zogenaamde SNARE-eiwitten, die de nadering en herkenning van membranen regelen. Echter, de fusie van vacuolinos tot vacuolen vereist ook de interactie van SNAREs met een vacuolaire transporter (PH1). In de bloemblaadjes van planten waarin PH1 door mutaties wordt beïnvloed, versmelten vacuolinos niet met de centrale vacuole, maar accumuleren ze tot steeds grotere getallen en afmetingen.
Een gedegen kennis van de genetica en regulatie van vacuolinos geeft inzicht in hoe deze organen zijn gemaakt en de genen die nodig zijn voor hun genesis en fysiologie. Dit biedt mogelijkheden om te onderzoeken hoe meerdere vacuoles met verschillende functies in één cel kunnen bestaan en materiaal en membranen kunnen uitwisselen.