Menstruatiegelijkheid

Het proces dat leidde tot het opzetten van de pilot kwam op gang na de roep van de Centrale Studentenraad (CSR) van de UvA om een universiteit die zich inzet voor menstruatiegelijkheid. 'Menstruatieproducten zijn een basisvoorziening, net als toiletpapier, zeep, water en eten', zegt CSR-lid Anjali George. 'Financiële status noch gender zou een beperking moeten zijn voor de toegang tot gratis menstruatieproducten. We willen dan ook dat ze gratis beschikbaar komen via dispensers in alle UvA-toiletten.'

Menstruatiearmoede

Uitgangspunt van de UvA-pilot is vooralsnog zich vooral te richten op het aanpakken van menstruatiearmoede, door tampons en maandverband tegen een lage prijs aan te bieden. Verspreid over de campussen zijn ze te koop in automaten waar ook andere producten als tandenborstels en deodorant te koop zijn. Een klein bedrag (nu 15 cent per verpakking) is nodig omdat de automaten anders geen producten kunnen uitgeven. Begin 2023 wordt de pilot afgerond.

Eerste stap

Volgens Directeur Facility Services Bert Zwiep zijn de automaten een eerste stap naar het aanpakken van dit probleem. ‘We willen diegenen die in de problemen komen, helpen bij de aanschaf van menstruatieproducten.’ Zwiep geeft daarbij wel aan dat de producten in de pilot vooral bedoeld zijn voor de groep die zelf niet kan voorzien in tampons en maandverband. ‘We vragen studenten en medewerkers dat in het achterhoofd te houden als ze de producten aanschaffen uit het automaat.’

Eigen actie CSR

In de tussentijd stelt de CSR zelf 6.300 menstruatieproducten beschikbaar voor studenten. ‘Een eenmalige noodaanschaf, als het aan ons ligt’, zegt George. ‘We hopen dat de UvA het stokje overneemt en ervoor kiest om gratis producten in elk toilet aan te bieden en zo een stap te zetten naar een inclusievere campus.’

Op alle toiletten

‘We zoeken nu uit of het mogelijk is om dispensers op meerdere of alle toiletten op de campus te plaatsen met daarin gratis producten of producten tegen een lage prijs ’, zegt Zwiep. Begin 2023 zou duidelijk moeten zijn of dat kan en wat de kosten daarvoor zijn. Vervolgens maakt het College van Bestuur van de UvA een beslissing over de toepassing.