Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Er is geen sprake van ‘een onvrije cultuur’ of ‘ernstige institutionele misstanden’ die een bedreiging vormen voor de academische vrijheid en de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek bij de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Dat concludeert de externe commissie Stolker in haar rapport Krachtig en Kwetsbaar over een klokkenluidersmelding aan de UvA.

Zorgen heeft de commissie wel, want academische vrijheid is in de praktijk niet vanzelfsprekend. Het actief bewaken en bevorderen van academische vrijheid is een belangrijke opdracht voor de universiteit.

Melding

De commissie was in het leven geroepen na een melding door docent sociale wetenschappen Laurens Buijs en deed de afgelopen maanden onderzoek binnen de Faculteit en specifiek de opleiding Interdisciplinaire Sociale Wetenschap. 'De commissie heeft in haar gesprekken gelet op tekenen van een cultuur waarin mensen zich niet vrij voelen om zich uit te spreken, ideeën te opperen, informatie en kennis te delen, en te leren; ofwel een cultuur waarin, zoals de melding het zegt, collega’s en studenten met van de UvA-normen afwijkende academische en politieke standpunten worden aangevallen, worden weggezet en/of worden ontslagen. De commissie heeft zo’n onvrije cultuur bij de opleiding ISW niet aangetroffen; uit de gesprekken is een opener cultuur naar voren gekomen dan Melder beschrijft. Dat gold voor zowel studenten als medewerkers en bestuurders', luidt de conclusie.

De commissie heeft ook onderzocht of Buijs zelf wellicht persoonlijk op een ontoelaatbare wijze structureel in zijn academische vrijheid is beperkt of te lijden heeft gehad van een cultuur van uitsluiting. 'Ook daarvoor zijn naar het oordeel van de commissie geen aanwijzingen', aldus het rapport.

Veiligheid en lef

De commissie geeft aan dat het een belangrijke opdracht van de universiteit is om medewerkers en studenten met afwijkende opvattingen en perspectieven niet uit te sluiten en dat het lef vergt om tegen de stroom in te gaan.

Geert ten Dam, voorzitter van het College van Bestuur: 'Het is goed dat de commissie zo uitgebreid en nauwgezet onderzoek heeft gedaan. Uiteraard ben ik blij dat er in de faculteit geen onvrije cultuur is. Het vrije academische debat is cruciaal voor ons. Maar de commissie vraagt terecht aandacht voor de sociale en psychologische veiligheid die nodig is om gevoelige onderwerpen met onderling respect en in een sfeer van openheid te kunnen bespreken. Dat moeten wij ons allemaal aantrekken.'

Academische vrijheid

In Deel 2 van het rapport doet de commissie daarom tien concrete aanbevelingen aan het college van bestuur en aan de bredere universitaire gemeenschap van de UvA. De commissie hoopt dat met deze aanbevelingen ook andere Nederlandse universiteiten hun voordeel kunnen doen. De commissie geeft aan zich zorgen te maken over de toenemende grimmigheid van het maatschappelijke debat, politieke inmenging, sociale uitsluiting en keuzevrijheid voor wetenschappers over samenwerking. 'Het actief bewaken en bevorderen van de academische vrijheid en de institutionele autonomie is een urgente opdracht voor universiteiten', aldus de commissie.

De aanbevelingen gaan onder meer over academische vrijheid als kernwaarde te laten zien, studenten actief te betrekken, als bestuurder afstand te houden van de inhoud van onderwijs en onderzoek, weg te blijven bij woke/anti-woke gevechten en expliciet te spreken over de relatie tussen academische vrijheid en het maatschappelijk debat.

Peter-Paul Verbeek, rector magnificus: 'De aanbevelingen en beschouwingen van de commissie over academische vrijheid geven aanleiding tot zorg. De polarisatie in de samenleving is ook binnen universiteiten een steeds grotere rol gaan spelen, de UvA incluis. Dat plaatst ons voor de gezamenlijke opgave om zelfcensuur en intolerantie te voorkomen. Academische vrijheid is de ziel van de universiteit, en die moeten we beschermen en op een goede manier verbinden met onze maatschappelijke betrokkenheid. De tien aanbevelingen bieden ons mooie handvatten om dit verder vorm te geven.'

Safe spaces

In deel drie van het rapport geeft de commissie ten slotte een uitgebreide beschouwing over academische vrijheid, en gaat zij nader in op begrippen als wokeness, safe spaces en trigger warnings.

Zij onderbouwt het belang van academische vrijheid voor het vertrouwen in de wetenschap, de onafhankelijkheid en het doen van grensverleggend onderzoek. Dit is in toenemende mate actueel, aldus de commissie, gezien de beperkingen van de academische vrijheid in buitenland, geopolitieke spanningen, groei in internationale samenwerking, tijdelijke contracten, polarisatie en aandacht voor free speech on campus. De commissie beschrijft de zorgplicht van zowel politiek, bestuur als collega’s onderling en benadrukt het belang van het borgen van de academische vrijheid vanuit verschillende functies, binnen en buiten de campus.