Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Op donderdag 11 januari vierde de Universiteit van Amsterdam haar 392ste Dies Natalis. Rector magnificus Peter-Paul Verbeek benadrukte in zijn openingsrede ‘De taal van de wetenschap’ het belang van meertaligheid aan de universiteit. Vervolgens sprak hoogleraar Orale microbiële ecologie Egija Zaura in de Diessrede over de mond als fundament voor ieders gezondheid. De middag eindigde met de uitreiking van eredoctoraten aan socioloog/schrijver Zeynep Tufekci en journalist/columnist Folkert Jensma.
Foto: Monique Kooijmans
Peter-Paul Verbeek. Foto: Monique Kooijmans
Foto's: Monique Kooijmans

De taal van de wetenschap

In zijn openingsrede stelde Peter-Paul Verbeek de taal van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek centraal. Allereerst ging hij in op de maatschappelijke en politieke discussie rondom het gebruik van Engels in het Nederlands hoger onderwijs. Beide talen zijn volgens Verbeek essentieel voor de universiteit: ‘We lijken vast te zitten in een dilemma tussen Engelstaligheid en Nederlandstaligheid, maar dat is een schijndilemma. Universiteiten kunnen hun kerntaken alleen op basis van tweetaligheid goed uitvoeren.’

Volgens Verbeek miskent het de wetsvoorstel ‘internationalisering in balans’ het wezenlijke belang van tweetaligheid. ‘Een goede universiteit is lokaal geworteld en internationaal georiënteerd. Alleen breed doorgevoerde tweetaligheid, met een numerus fixus op de Engelstalige trajecten, doet recht aan de eigen aard van de universiteit in de 21ste eeuw’, aldus Verbeek.

De rector ging daarna in op de rol van de taal van data in het gesprek tussen wetenschappelijke disciplines. Hij schetste hoe, naast de taal van woorden, data science steeds meer is gaan werken als een interfacultaire onderzoekstaal aan de UvA.

Tot slot vroeg Verbeek aandacht voor de nieuwste taal die de wetenschap is binnengedrongen: de taal van generatieve kunstmatige intelligentie (AI). AI vormt volgens hem een disruptieve ontwikkeling. ‘De uitdaging is om deze technologie niet als vervanger van de rol van wetenschapper te zien, maar als bemiddelaar van die rol. AI nodigt ons uit om onze rol als wetenschappers opnieuw te definiëren en in te vullen’, stelde hij.

Lees de volledige rede van Peter-Paul Verbeek (pdf, p. 5)

Egija Zaura. Foto: Monique Kooijmans

De mond terug in het lichaam

Egija Zaura, hoogleraar Orale microbiële ecologie en hoofd van de sectie Preventieve Tandheelkunde van ACTA, ging in haar Diesrede in op het belang van een gezonde mond voor een gezond lichaam. Zaura: ‘Ik durf te beweren dat onze maatschappij, onze overheid, onze gezondheidszorg, ons onderwijs en de instellingen die onderzoek financieren, een blinde vlek hebben als het gaat om mondgezondheid.’

Die blinde vlek doet volgens Zaura de vele functies van de mond te kort: ‘Een gezonde mond is een spiegel van iemands algehele gezondheid en verwaarlozing van de mondgezondheid heeft invloed op iemands geestelijke en lichamelijke welzijn. Daarom moet de mond worden gezien als een integraal onderdeel van het lichaam.’’

Dit is dan ook precies wat Zaura en haar collega’s doen in het interdisciplinaire onderzoeksprogramma MetaHealth, dat wordt gefinancierd vanuit de Nationale Wetenschapsagenda. In een groot landelijk consortium doen de onderzoekers kennis op over de wisselwerking tussen leefstijl, omgeving en microbiota bij jonge kinderen, en vooral bij kinderen die in kwetsbare omstandigheden leven. Het uiteindelijke doel is om op basis van deze kennis effectieve interventies te ontwikkelen voor de preventie van zowel overgewicht als cariës. Zaura ziet het programma als een begin: ‘We hebben de smaak te pakken voor nieuwe interdisciplinaire initiatieven om de mond terug te brengen in het lichaam en ons gezondheidszorgsysteem toekomstbestendig te maken.’

Lees de volledige rede van Egija Zaura (pdf, 4 p.)

Uitreiking eredoctoraten

Na een muzikaal intermezzo door Merlijn Twaalfhoven en Arian Müller werden eredoctoraten toegekend aan socioloog en schrijver Zeynep Tufekci en journalist en columnist Folkert Jensma.

Zeynep Tufekci. Foto: Monique Kooijmans

Zeynep Tufekci

Tufekci is Henry G. Bryant Professor of Sociology and Public Affairs aan Princeton University en columnist bij onder andere de New York Times. Zij kreeg het eredoctoraat vanwege haar scherpe analyses als moderne publieke intellectueel over onder meer sociale bewegingen en sociale media.

Lees hier de laudatio van Justus Uitermark voor Zeynep Tufekci (pdf, 2 p.)

Folkert Jensma. Foto: Monique Kooijmans

Folkert Jensma

Jensma is juridisch redacteur en commentator bij NRC. Hij ontving het eredoctoraat voor zijn belangwekkende journalistieke werk, waarin hij niet-aflatend aandacht vraagt voor de rechtsstaat en voor de kwaliteit van de alledaagse rechtspraktijk en de impact daarvan voor rechtzoekenden.

Lees hier de laudatio van Iris van Domselaar voor Folkert Jensma (pdf, 2 p.)

Aan beide eredoctoren werd een eerbetoon gebracht door UvA-studenten. Studenten van de studievereniging Machiavelli (Politicologie) namen alle aanwezigen mee in het belang van Tufekci’s werk binnen hun vakgebied. Student Chun Wai Man (Nederlands Recht) sprak zijn bewondering uit voor hoe Jensma inzichten over de rechtsstaat toegankelijk maakt voor een breed publiek.

Lees meer over de eredoctoren