Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Het Parool publiceerde op zaterdag 5 juli een artikel waarin een tiental studenten en medewerkers van de VU en de UvA aangeven aan zich niet veilig te voelen. Het Parool heeft de UvA om een reactie gevraagd. De reactie van rector Peter-Paul Verbeek is verkort gepubliceerd in de krant. De gehele reactie wordt hier weergegeven:

Reactie Peter-Paul Verbeek

'De persoonlijke getuigenissen van Joodse studenten en medewerkers in het artikel uit Het Parool raken mij diep. Wat er wordt verteld is hartverscheurend. De gevoelens van uitsluiting, angst, eenzaamheid en onveiligheid die jullie beschrijven, zijn intens verdrietig. Ik wil duidelijk uitspreken dat we deze verhalen al langer kennen en erkennen. Ze doen pijn – en ze doen ertoe.

Dat studenten hun identiteit moeten verbergen, zich niet meer veilig voelen om colleges te volgen of zich genoodzaakt zien hun studie elders voort te zetten, is onaanvaardbaar. Ook de voorbeelden van doxing, intimidatie en uitsluiting in sociale of onderwijssituaties zijn ernstig. Dat zulke ervaringen plaatsvinden op onze universiteit – een plek die juist ruimte zou moeten bieden voor openheid, ontmoeting en veiligheid voor álle studenten en medewerkers – is buitengewoon zorgwekkend.

We zijn al langere tijd in gesprek met leden van de Joodse gemeenschap binnen de UvA, zo ook deze week. We hebben geluisterd naar hun zorgen en signalen, en in meerdere gevallen concrete stappen gezet: zoals het aanspreken van studenten of docenten op onacceptabel gedrag, het opschalen van meldingen en het inschakelen van begeleiding en beveiliging waar nodig.

Het doet mij verdriet dat er desondanks collega’s en studenten zijn die zich niet meer thuis voelen op onze campus. Het is onze verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen.

Ik realiseer me dat de ervaringen plaatsvinden binnen een bredere context, waarin ook ruimte moet zijn voor het wettelijke recht op demonstratie en vrije meningsuiting – zelfs als die uitingen pijnlijk of confronterend zijn.

Maar die ruimte houdt op waar de veiligheid, waardigheid of identiteit van anderen in het geding komt. We onderkennen dat die grens in sommige gevallen is overschreden.

Ik wil studenten en medewerkers dan ook met klem vragen: als er sprake is van bedreiging, intimidatie, discriminatie of haatdragende uitingen – meld het bij een vertrouwenspersoon, je opleiding, leidinggevende of bij mij. Wij nemen zulke meldingen zeer serieus en blijven alles doen wat binnen onze mogelijkheden ligt om passende actie te ondernemen.

Het is verre van eenvoudig, maar we moeten polarisatie samen zien te doorbreken. We moeten geen kampen kiezen, maar de verschillen leren verdragen en overbruggen. En daarin hebben we alle perspectieven hard nodig.

Ik geloof in open dialoog, in elkaar opzoeken, in luisteren – dat hebben we gedaan, en dat blijven we doen. Ik ben dankbaar voor de inzet en betrokkenheid van mensen als studentenrabbijn Jacobs, die de verbinding blijven zoeken en een cruciaal vangnet bieden.

We blijven ons inzetten voor een veilige, inclusieve en respectvolle leer- en werkomgeving. Dat is geen gemakkelijk pad, maar het is een noodzakelijke opdracht.'

Peter-Paul Verbeek
Rector magnificus, Universiteit van Amsterdam