Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De European Research Council (ERC) kent dit jaar aan negen onderzoekers van de UvA een Starting Grant toe. De laureaten zijn: Johana Kotišová, Milica Nikolic, Sebastian Pfeilmeier, Ziggy Pleunis, Gulnaz Sibgatullina, Giacomo Tagiuri, Amit Zac, Jianbo Zhang en Jeroen Zuiddam.

De Starting Grant is een persoonsgebonden subsidie van ongeveer 1,5 miljoen euro. De subsidie biedt getalenteerde wetenschappers vijf jaar lang ondersteuning van hun onderzoek.

De toekenningen:

Johana Kotišová (Amsterdam School for Heritage, Memory and Material Culture): Emotions and bodies in fact-based media production: Integrating affective and embodied knowledge into journalism and documentary filmmaking (AFfact)

Mediaproductie op basis van feiten, zoals journalistiek en documentairemaken, legt traditioneel de nadruk op objectiviteit en rationaliteit. Subjectiviteit, emoties en lichamelijke ervaringen zijn vaak naar de achtergrond verdwenen. Ondanks de recente aandacht van mediawetenschappers voor emoties en lichamelijke sensaties in mediaproductie, -inhoud en -consumptie, weten we nog te weinig over hoe deze aspecten de kennis van mediaprofessionals beïnvloeden. De traditionele focus op rationaliteit boven emoties heeft geleid tot een professionele cultuur waarin gevoelens worden onderdrukt, wat het voor mediabedrijven lastig maakt om uitdagingen zoals het mentale welzijn van mediaprofessionals en de kloof tussen media en hun publiek aan te pakken. Kotišová’s project heeft als doel emoties als belichaamde kennis empirisch, theoretisch en praktisch te integreren in feitengebaseerde mediaproductie. Het omvat etnografisch onderzoek onder journalisten en documentairemakers die verslag doen van politiek, conflict en cultuur in zes Midden- en Oost-Europese landen. Op basis van het veldwerk ontwikkelt Kotišová  theorieën rond ‘affectieve epistemologie’. Ook verkent zij de praktische integratie van emoties in journalistieke mediaproducties via een reeks natuureretraites voor mediaprofessionals. Daarbij kijkt ze hoe natuur-gerichte therapie de emotionele geletterdheid en het mentale welzijn kan verbeteren, en zo kan bijdragen aan het opnemen van emoties en lichamelijke ervaringen in mediaproductie.

Milica Nikolic (Research Institute Child Development and Education): The emergence of distinct emotions in human development (EMODEV)

Mensen kennen een breed scala aan emoties, van ontzag en opwinding tot teleurstelling en jaloezie. Deze emoties motiveren ons gedrag, sturen onze keuzes en helpen ons onze weg te vinden in de sociale en fysieke wereld. Toch weten we nog maar weinig over wanneer, hoe en waarom deze emoties in de kindertijd ontstaan. In haar project gaat Nikolic het ontstaan van twaalf verschillende emoties bestuderen bij baby’s en jonge kinderen: interesse, opwinding, ontzag, ontroering, leedvermaak, verhevenheid, verwarring, bezorgdheid, teleurstelling, jaloezie, wrok en verontwaardiging. Ze onderzoekt wanneer deze emoties voor het eerst verschijnen, hoe ze tot uitdrukking komen in gezicht en lichaam, welke soorten gedrag ze sturen en hoe ze worden gevormd door gezin, cultuur en fysieke ontwikkeling. Door verschillende benaderingen te combineren – van kwalitatieve methoden en natuurlijke observatie tot experimenteel, longitudinaal en cross-cultureel onderzoek – zal Nikolic het eerste systematische onderzoek bieden naar het ontstaan van een breed scala aan emoties in de vroege ontwikkeling. Dit zal ons begrip van de aard van emoties en de drijfveren achter het gedrag van jonge kinderen ingrijpend veranderen.

Zwartrot (foto: Sebastian Pfeilmeier)

Sebastian Pfeilmeier (Swammerdam Institute for Life Sciences): Cell Type-Specific Disease Resistance Against Vascular Xanthomonas Plant Pathogens (XANTHORESIST)

Planten hebben fascinerende manieren om zichzelf te beschermen tegen schadelijke ziektekiemen. Ze gebruiken fysieke barrières om indringers buiten te houden en een immuunsysteem om infecties te bestrijden. Maar ziektekiemen hebben hun eigen trucs om planten binnen te dringen en ziekten te veroorzaken. Zo dringen gespecialiseerde bacteriën van het genus Xanthomonas het blad binnen via kleine waterporiën en infecteren ze het vaatstelsel, wat leidt tot zwartrot in koolgewassen. Dit leidt tot grote schade in landbouwgebieden in Nederland en wereldwijd. Het stoppen van ziektekiemen in de waterporiën zou een systemische infectie kunnen voorkomen. Omdat we momenteel nog maar weinig weten over hoe planten zich op deze plaats van binnendringen verdedigen, richt Pfeilmeier zich in zijn project op het identificeren van de afweerreacties in de plantencellen die de schadelijke indringers als eerste waarnemen en bestrijden. Naast het immuunsysteem kunnen ook nuttige microben, die in deze waterporiën leven, de plant beschermen. Door te begrijpen hoe de plant reageert op ziektekiemen én op nuttige microben, kunnen we nieuwe manieren vinden om gewassen te beschermen tegen ziekten. Pfeilmeiers bevindingen kunnen helpen om niet alleen kool, maar ook andere gewassen zoals tarwe en rijst, die aan vergelijkbare ziekten lijden, te beschermen.

Ziggy Pleunis (Anton Pannekoek Institute for Astronomy): Unraveling the nature of fast radio bursts through a multifaceted look at their local environments (EnviroFlash)

Snelle radioflitsers (fast radio bursts of FRB's) zijn signalen van ver buiten onze Melkweg die pas recent zijn ontdekt. Het is nog een mysterie waar en hoe de flitsen worden geproduceerd, maar het is duidelijk dat sommige bronnen meerdere keren flitsen en andere slechts één keer. De sleutel tot het begrijpen van de verscheidenheid aan FRB's ligt in hun directe omgeving. In zijn project zal Pleunis gebruikmaken van de ‘Outriggers’-upgrade van de de CHIME-telescoop, dat 's werelds beste FRB-detector heeft getransformeerd tot een machine die nu ook precies kan zien uit welk deel van een sterrenstelsel een flits afkomstig is. Met de veel beter gelokaliseerde bronnen en bijbehorende metingen van roodverschuiving (een maat voor de afstand) is het mogelijk om de samenstelling en het magneetveld van de directe omgevingen van de FRB's af te leiden uit de radiosignalen, en deze te vergelijken met optische beelden. De LOFAR-telescoop, die ook een upgrade ondergaat waardoor het een veel betere FRB-detector wordt dan voorheen, wordt ingezet om de directe omgeving van zich herhalende bronnen op lage frequenties te volgen. Deze gegevens zijn cruciaal om modellen van FRB’s te verfijnen. Naast het zoeken naar een oplossing voor het mysterie van FRB's, draagt Pleunis met dit onderzoek bij aan een groter doel: het gebruik van FRB’s als gevoelige meetinstrumenten om de samenstelling en het magneetveld van het heelal beter in kaart te brengen.

Gulnaz Sibgatullina (Amsterdam School for Regional, Transnational and European Studies): Illiberal Religious Internationalism in Africa (IRInA)

In haar project onderzoekt Sibgatullina hoe wereldmachten transnationale interreligieuze netwerken inzetten als een belangrijk instrument van soft power in Afrika. Deze netwerken – die religieuze instellingen, actoren en discoursen over landsgrenzen heen verbinden – spelen een steeds strategischere rol bij het herschikken van internationale allianties, met name in postkoloniale contexten waar liberale normen ter discussie staan. Ondanks de groeiende zichtbaarheid van deze religieuze diplomatie is er tot nu toe nauwelijks onderzoek gedaan naar de rol ervan in het opbouwen van internationale invloed. Sibgatullina onderzoekt de manier waarop transnationale christelijke en islamitische instellingen in Oost-Afrika participeren in pogingen om dominante ideologische paradigma’s uit te dagen. Daarbij onderscheidt ze drie domeinen waarin deze uitdagingen het duidelijkst zichtbaar zijn: secularisme, cultureel liberalisme en op het Westen gerichte kennissystemen. De analyse is geworteld in lokale dynamieken, waarbij Sibgatullina de actoren, discoursen en strategieën onderzoekt waarmee interreligieuze soft power-projecten worden bevorderd of tegengewerkt. Centraal in het project staat een nieuw theoretisch kader, gebaseerd op de concepten van culturele solidariteit en erkenning van conservatieve identiteiten. Deze benadering maakt een dieper begrip mogelijk van de manier waarop morele en beschavingsmatige verwantschappen worden gemobiliseerd om nieuwe politieke verbeeldingen te creëren die traditionele geopolitieke scheidslijnen overstijgen.

Giacomo Tagiuri (Amsterdam Centre for European Law and Governance): The Governance of Loss in the EU (GovLoss-EU)

In zijn onderzoek focust Tagiuri op de rol die wet- en regelgeving kan spelen bij het omgaan met verlies gelinkt aan economische transformaties. We leven in een tijdperk waar intens en snel opkomend verlies steeds vaker plaatsvindt, onder meer  vanwege globalisering, technologische verandering en klimaatverandering. Deze processen verstoren markt- en productieafspraken en creëren op die manier verliezers: werknemers, bedrijven en consumenten wiens levensonderhoud afhankelijk is van hetgeen dat verstoord wordt. Denk aan kleine winkels die lijden onder e-commerce, vissers die door klimaatverandering hun traditionele vangst kwijtraken en autofabrieksarbeiders die hun baan verliezen aan machines. Verliezer zijn betekent hierbij niet alleen verlies van inkomen, maar ook verlies van aanzien, sociale contacten en gemeenschap. Het aanpakken van dit verlies is belangrijk om zowel strategische redenen – bijvoorbeeld omdat dat verliezers van economische transformatie zich vaak keren tot regressieve politiek – als normatieve redenen, zoals de onrechtvaardigheid die gepaard gaat met negeren van de juiste zorg voor de verliezers. In het recht is er nog steeds een gebrek aan concepten en visie om te beschrijven wat het betekent om verliezer te zijn, en hoe het recht daarop zou moeten reageren. Om dit hiaat te vullen, ontwikkelt Tagiuri een theorie van de Governance of Loss, die een typologie biedt van strategieën, reguleringsinstrumenten en sociale doelstellingen. Met sociaal-juridische methoden gaat hij vervolgens onderzoeken hoe de verschillende strategieën in de praktijk uitspelen in de landbouw en visserij, de auto-industrie, en consumentendiensten.

Amit Zac (Amsterdam Center for Law & Economics): Lex Imperfecta: Leveraging (Un)supervised Machine-Learning Tools for Optimizing Digital Markets Regulations (Lex-Luthor)

Recent onderzoek met behulp van computationele tools heeft laten zien dat wetten zoals de AVG en consumentenbeschermingsregels wijdverbreid niet worden nageleefd. Dit wordt deels veroorzaakt door verouderde handhavingsmechanismen en het ontbreken van effectieve instrumenten om overtredingen op te sporen. Deze systematische niet-naleving van wet- en regelgeving levert reële maatschappelijke kosten op. In zijn onderzoeksproject gaat Zac de effectiviteit van op afschrikking gebaseerde regulering opnieuw beoordelen. Eerst gaat hij computationele instrumenten ontwikkelen en inzetten om tijdreeksen te verzamelen over de naleving van privacy-, consumenten- en mededingingswetten in de EU-lidstaten. Dat moet leiden tot de meest uitgebreide database van naleving tot nu toe, met nalevingsstatistieken op bedrijfs-, sector- en landniveau. Vervolgens gaat Zac deze database gebruiken om heersende theorieën over afschrikking en handhaving te evalueren, met bijzondere aandacht voor hoe de specifieke kenmerken van digitale markten – schaal, snelheid en technologische ondoorzichtigheid – traditionele aannames over regulering ondermijnen. Ten slotte onderzoekt hij wat een wet ‘automatiseerbaar’ maakt en analyseert hij hoe juridische vormgeving – terminologie, definities, procedures – kan bijdragen aan schaalbare, digitaal-georiënteerde handhaving, waarmee de afschrikkende werking van het recht in het digitale tijdperk wordt hersteld.

Jianbo Zhang (Swammerdam Institute for Life Sciences): A Neonatal anaerobic Gut-microbiome-on-a-Chip to decode bacterial colonization and infant gut T cell maturation (NeoGutChip)

In de eerste levensfase ontwikkelt het immuunsysteem van een baby zich razendsnel. De bacteriën die zich in deze periode in de darmen vestigen, spelen hierbij een sleutelrol: ze helpen het nog onervaren immuunsysteem trainen, zodat deze later beter kan omgaan met uitdagingen zoals infecties en allergenen. Ondanks dat het belang hiervan bekend is, hebben we nog maar een beperkt begrip van dit trainingsproces. Daarom is er dringend behoefte aan een model van de babydarm dat laat zien hoe gunstige bacteriën en andere micro-organismen het immuunsysteem trainen in de eerste levensfase. Zhang gaat een unieke ‘avatar’ van de menselijke babydarm ontwikkelen: een in vitro infant Gut-Microbiome-Immune-on-a-chip-model. Hij zal dit model gebruiken om de impact te bepalen van voeding en micro-organismen op de darmmicrobiota, de slijmvliesbarrière en immuuncellen van baby's. Het doel is om de darmbacteriën te identificeren die gunstige effecten veroorzaken, samen met hun genetisch profiel. Uiteindelijk hoopt Zhang met zijn model een moleculaire basis te kunnen bieden voor het ‘ontwerpen’ van nieuwe interventies die gericht de gezondheid van het immuunsysteem van baby’s bevorderen. Daarnaast kan het model verder worden ontwikkeld tot een preklinisch hulpmiddel dat breed inzetbaar is binnen de ontwikkelingsbiologie en kindergeneeskunde.

Jeroen Zuiddam (Korteweg-de Vries Institute for Mathematics): Asymptotic spectra: from algebraic complexity theory to graph theory and beyond (SPECTRA)

Als we een taak vele malen herhalen, hoe kunnen we dat dan zo efficiënt mogelijk doen? Deze eenvoudige vraag ligt aan de basis van veel uitdagingen in de informatica, wiskunde en natuurkunde: van het vinden van snellere computeralgoritmes tot het bepalen van de grenzen van gegevensoverdracht in netwerken en het optimaal stapelen van geometrische vormen (optimal packing). In zijn onderzoeksproject gaat Zuiddam een wiskundig raamwerk, het zogeheten asymptotisch spectrum, ontwikkelen om dit soort schaalvoordeelproblemen aan te pakken. De asymptotisch-spectrum-methode is oorspronkelijk geïntroduceerd door de Duitse wiskundige en informaticus Volker Strassen om algoritmes voor matrixvermenigvuldiging te begrijpen. Zuiddam breidde de methode onlangs uit tot een overkoepelende theorie die onder meer grafentheorie, quantuminformatie en complexiteitstheorie met elkaar verbindt. Met het raamwerk wil hij tot doorbraken komen op lang openstaande problemen, waaronder nieuwe algoritmes voor matrixvermenigvuldiging en scherpere grenzen voor de Shannon-capaciteit van grafen (een maat voor netwerkefficiëntie), en tot een diepgaander begrip van quantumverstrengeling.