Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Naarmate de samenleving vergrijst en de gevolgen van klimaatverandering toenemen, schieten steden steeds vaker tekort in hun toegankelijkheid. In een door de UvA geleid, en door NWO gefinancierd, onderzoeksproject bundelen Nederlandse gemeenten, toegankelijkheidsexperts en wetenschappers de krachten om een radicaal nieuwe benadering van inclusieve steden te ontwikkelen. Gebaseerd op de dagelijkse ervaringen van inwoners en met de hulp van AI, wordt gezocht naar ontwerp en beleid dat beter past bij de mensen die dagelijks door de stad bewegen.

Hamed Alavi is computerwetenschapper aan het Informatica Instituut van de UvA. Hij onderzoekt hoe technologie en ontwerp de manier kunnen beïnvloeden waarop we in steden en gebouwen leven. Zijn werk richt zich op de vraag hoe toekomstige ‘slimme steden’ eerlijker en inclusiever kunnen worden, zowel voor mensen als voor het milieu. Alavi leidt het onderzoeksproject BEAT, dat onlangs €3,8 miljoen aan financiering ontving.

Welk probleem pakken jullie aan?

Alavi: 'Wie dagelijks van A naar B wil in de stad komt allerlei obstakels en barrieres tegen. Naast de meer dan tweehonderd wegwerkzaamheden en bouwprojecten op de straten van Amsterdam staan er talloze verkeerd geparkeerde fietsen en bezorgbusjes en -scooters. Die perken de toegankelijkheid van de stad fors in. Ze creëren een 'permanente staat van uitzondering', in de woorden van filosoof Giorgio Agamben. Voor sommige mensen is een lift die stuk is op een treinstation alleen maar wat onhandig, maar voor anderen betekent het dat ze niet bij hun eindbestemming kunnen komen. Dit heeft gevolgen voor de autonomie. Je kan niet naar werk of school, het beperkt wat je kan doen in je vrije tijd en je kan dus eigenlijk niet actief meedoen aan de samenleving.'

Wat wil je met dit project bereiken?

Alavi: 'We willen obstakels voor mobiliteit in steden opsporen en wegnemen voor de mensen voor wie de stad ontoegankelijk wordt. We beginnen in Nederlandse steden en breiden later ook uit naar andere landen. Het project onderzoekt mobiliteitsbarrières zoals ze zich voordoen in het dagelijks leven van mensen. We richten ons op de dagelijkse routines, reisgedrag, frustraties en de impact van mobiliteitsobstakels op hun persoonlijke, sociale en professionele leven.'

Hoe ga je te werk?

'Onze aanpak richt zich op het opbouwen van nauwe, samenwerkende partnerschappen met doelgroepen door het creëren van Living Labs. Elk lab, verbonden aan een Nederlandse gemeente, zal dienen als een platform om samen problemen en prioriteiten te identificeren, en om oplossingen in het echte leven te ontwerpen en te testen.'

We proberen een goed begrip te krijgen van de obstakels, hun effecten en oorzaken in onze steden. Daarna gebruiken we die kennis om concrete oplossingen te ontwikkelen.

We:

  • Maken hulpmiddelen die mensen helpen om stedelijke mobiliteitsbarrières te navigeren;
  • Ontwerpen instrumenten waarmee stadsplanners de toegankelijkheid kunnen beoordelen op basis van de werkelijke ervaringen van mensen in de stad;
  • Bieden richtlijnen en beleidsvoorstellen gebaseerd op bewijs;
  • Verhogen het bewustzijn en betrekken burgers actief bij het proces en de resultaten.
afbeelding van barrieres in de stad, bijvoorbeeld een afgesloten weg