Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Veel burgers met een migratieachtergrond hebben het gevoel dat de politiek er onvoldoende voor hen is. In haar onderzoek richt promovendus Judith de Jong zich op politieke vertegenwoordiging vanuit het perspectief van burgers zelf. Ze onderzoekt hoe zij politieke vertegenwoordiging beoordelen en wat er volgens hen moet veranderen om de democratie voor iedereen te laten werken. De Jong verdedigt haar proefschrift op 12 november aan de Universiteit van Amsterdam.

Voor haar onderzoek sprak De Jong met 143 burgers met verschillende migratieachtergronden, verspreid over 29 focusgroepen in drie landen: Nederland, Frankrijk en Duitsland. De term migratieachtergrond omvat een brede groep mensen, die zich op uiteenlopende manieren identificeren en verschillend over politiek denken. In haar proefschrift brengt De Jong deze overeenkomsten en verschillen in kaart.

Zich onzichtbaar of uitgesloten voelen

Veel deelnemers aan De Jongs onderzoek beschrijven gevoelens van frustratie en teleurstelling. Ze geven aan dat hun identiteiten en belangen onzichtbaar zijn of genegeerd worden. Ook voelen burgers zich uitgesloten of gestigmatiseerd, omdat sommige politici minderheden en moslims neerzetten als buitenstaanders. Voor veel mensen sluit de manier waarop er over burgers met een migratieachtergrond gesproken wordt daarmee niet aan bij hoe zij zichzelf zien.

Deelnemers denken dat zulke vertekeningen afleiden van daadwerkelijke politieke problemen. Bovendien zorgt de verwachting van dit soort negatieve beeldvorming er vaak voor dat burgers met een migratieachtergrond huiverig zijn om politiek actief te worden. ‘Wanneer burgers voortdurend op een negatieve manier besproken worden, ondermijnt dat de mogelijkheden om hun eigen stem te laten horen,’ zegt De Jong.

Vertegenwoordiging gaat verder dan gelijkenis

Een belangrijk inzicht uit het onderzoek is dat burgers met een migratieachtergrond niet automatisch politici steunen die dezelfde achtergrond hebben. Veel deelnemers denken dat ervaringskennis politici met een migratieachtergrond in staat stelt om hun gemeenschap beter te begrijpen, maar ze beoordelen hen ook kritisch op hun ideeën en hun vermogen om daadwerkelijk iets te veranderen binnen gevestigde partijen. Sommige deelnemers uitten hun frustratie over het feit dat politici met een migratieachtergrond soms “geassimileerd” raken in de dominante politieke cultuur en daardoor het contact met hun achterban verliezen.

Hoe dan ook vinden burgers dat representatie ertoe doet. ‘Door te laten zien dat politiek niet alleen voor witte mannen is, fungeren politici met een migratieachtergrond als rolmodellen en dragen ze bij aan het doorbreken van hardnekkige vooroordelen,’ zegt De Jong.

Verschillen in gevoel van vertegenwoordiging

In alle onderzochte landen vonden veel deelnemers dat politieke vertegenwoordiging tekortschiet. Toch merkt De Jong op dat het open Nederlandse politieke systeem ruimte biedt aan partijen zoals DENK en BIJ1, die in het parlement een alternatief geluid laat horen. In Frankrijk en Duitsland daarentegen beperken strengere kiesstelsels zulke mogelijkheden, wat ertoe kan leiden dat burgers zich juist van de politiek afkeren.

Gevolgen voor de democratie

Volgens De Jong is het vergroten van het aantal politici met een migratieachtergrond belangrijk, maar niet voldoende. ‘Echte vertegenwoordiging vraagt dat gevestigde politieke partijen inclusiever worden en dat politici uit de meerderheidsgroep duidelijk stelling nemen tegen anti-minderhedenretoriek,’ zegt ze. ‘Om de democratie voor iedereen te laten werken, moeten alle stemmen gehoord worden en serieus genomen worden in het politieke proces.’

Promotiegegevens

Judith de Jong: ‘Minoritized citizens’ perspectives on political representation’. Promotoren: dr. L.M. Mügge en prof. A.J.J. Nijhuis. Copromotor: dr. E.F. Ersanilli. 

Het onderzoek van De Jong werd uitgevoerd bij het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR) en het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA).

Tijd en locatie

Woensdag 12 november, om 13.00 uur in de Agnietenkapel.