Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Hoe kan het financiële systeem de samenleving helpen bouwen aan een klimaatbestendige samenleving? Econoom Yasmine van der Straten laat in haar onderzoek zien dat het financiële systeem niet alleen bepaalt wie zich kan beschermen tegen klimaatrisico’s, maar ook hoe snel we kunnen overstappen naar een duurzame toekomst. Van der Straten verkent hoe markten, financiële fricties en politieke dynamiek de manier beïnvloeden waarop huishoudens en investeerders reageren op klimaatverandering. Ze promoveert op maandag 10 november aan de UvA.

Van der Straten laat zien dat toegang tot financiering een doorslaggevende rol speelt in wie zich aanpast, wie achterblijft, en hoe effectief kapitaal naar groene innovatie stroomt. ‘Financiële markten kunnen klimaatverandering niet in hun eentje oplossen’, aldus Van der Straten. ‘Maar als het financiële systeem goed is ingericht, kan het een van onze krachtigste instrumenten worden voor klimaatadaptatie en de groene transitie.’

Klimaatrisico’s en ongelijkheid in de huizenmarkt

Een deel van het onderzoek richt zich op de vraag hoe fysieke klimaatrisico’s, zoals overstromingen en bodemdegradatie, invloed hebben op de woningmarkt. Van der Straten stelt dat toekomstig overstromingsrisico de vraag naar woningen kan verminderen, maar dat de toenemende schaarste aan veilig en bewoonbaar land op den duur juist tot hogere huizenprijzen kan leiden.

Niet alle huishoudens kunnen zich even goed aanpassen. Huiseigenaren met beperkte financiële middelen hebben moeite om te investeren in maatregelen die hun woning beter bestand maken tegen klimaatverandering. Dit leidt volgens Van der Straten tot een groeiende ‘adaptatiekloof’. De onderinvesteringen in adaptatie door deze huishoudens vergroten de vermogensongelijkheid, omdat juist kwetsbare huishoudens zwaarder worden getroffen door klimaatgebeurtenissen. Van der Straten stelt dat een ruimere toegang tot groene financiering en het stimuleren van huurmodellen kunnen helpen om de ongelijkheden te verkleinen en effectievere klimaatadaptatie te bevorderen.

Copyright: UvA EB
Als we financiële prikkels in lijn brengen met langetermijndoelstellingen voor het klimaat, kan het financiële systeem bijdragen aan een veerkrachtige in plaats van een kwetsbare toekomst. Yasmine van der Straten

Tragedie van de horizon

Van der Straten onderzocht ook hoe ongelijkheid en politieke prikkels de publieke investeringen in klimaatmaatregelen, zoals dijken, beïnvloeden. Ze laat zien dat politieke steun voor adaptatiemaatregelen meestal pas toeneemt wanneer klimaatrisico’s voldoende zichtbaar en ernstig worden – een dynamiek die ze omschrijft als ‘politiek kantelpunt’. Maar ook dan beperken kortetermijnbelangen de bereidheid tot gezamenlijke actie.

‘Klimaatadaptatiebeleid stokt door een te korte politieke horizon’, zegt Van der Straten. ‘Kiezers en beleidsmakers hechten vaak meer waarde aan voordelen op de korte termijn. Maar klimaatrisico’s ontwikkelen zich over tientallen jaren. Daarom zijn langetermijnfinanciering en herverdelingsbeleid die zorgen voor publieke steun voor klimaataanpassing vóórdat crises toeslaan, heel hard nodig.’

Niet slechts toeschouwers

Naast klimaatadaptie verkende Van der Straten ook hoe investeerders invloed uitoefenen op de overgang naar een koolstofarme economie. Op basis van vertrouwelijke Europese obligatiedata laat ze zien dat bedrijven met hogere CO₂-uitstoot hogere leenkosten hebben – maar deze CO₂-premie is lager wanneer bedrijven investeren in groene innovatie. Dit wijst erop dat institutionele beleggers bedrijven die actief stappen zetten richting verduurzaming tegenmoetkomen. ‘Beleggers zijn niet slechts toeschouwers,’ zegt ze. ‘Als beleggers klimaatrisico’s goed meewegen in hun beslissingen, kunnen zij kapitaal sturen naar sectoren waar verduurzaming het meest urgent is.

Energie-efficiëntie en ongelijkheid

Tot slot richtte Van der Straten zich op de investeringen van huishoudens in energie-efficiëntie. Op basis van Nederlandse data constateert ze dat huishoudens met een laag inkomen minder vaak energiebesparende verbeteringen doorvoeren, terwijl hogere inkomens – die doorgaans een grotere CO₂-voetafdruk hebben – het meest profiteren van subsidies. Dit zorgt voor een beleidsdilemma tussen rechtvaardigheid en doeltreffendheid. Om beide te bereiken moeten overheden volgens Van der Straten programma’s voor energie-efficiëntie toegankelijk maken voor alle huishoudens.

Van kwetsbaar naar veerkrachtig

De bevindingen van Van der Straten laten zien dat het financiële systeem niet alleen deel uitmaakt van het klimaatprobleem, maar juist ook van de oplossing. Door te begrijpen hoe kredietmarkten, beleggingsprikkels en politiek op elkaar inwerken, kunnen beleidsmakers systemen ontwerpen die kapitaal leiden naar weerbaarheid en duurzaamheid. ‘Als we financiële prikkels in lijn brengen met langetermijndoelstellingen voor het klimaat, kan het financiële systeem bijdragen aan een veerkrachtige in plaats van een kwetsbare toekomst’, zegt Van der Straten tot besluit.