Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Benieuwd naar het AI-gebruik van bijvoorbeeld 35-44 jarigen? Of het vertrouwen in AI bij een kankerdiagnose? Met de AlgoSoc AI Opinion Monitor van de UvA zie je hoe verschillende groepen in Nederland denken over AI en in hoeverre ze er gebruik van maken. 70% van de Nederlanders gebruikt zelf (nog) geen generatieve AI zoals ChatGPT, maar de verschillen tussen leeftijdscategorieën blijken heel groot.
Beeld: Pixabay, Gerd Altmann
Beeld: Pixabay, Gerd Altmann

De AlgoSoc AI Opinion Monitor is het eerste resultaat van het onderzoeksproject AlgoSoc (zie kader). Onderzoekers Ernesto de León, Fabio Votta, Theo Araujo en Claes de Vreese bevroegen bijna 4.000 respondenten in Nederland alles over de ontwikkelingen binnen AI, en blijven dat de komende drie jaar doen.

‘De AI Opinion Monitor helpt de maatschappij om meer inzicht te krijgen in een onderwerp waar veel over te doen is’, vertelt postdoc onderzoeker de León. ‘Discussies over AI kunnen complex zijn. Zo gaat het vaak al snel over de gevaren van AI, bijvoorbeeld over hoe AI ervoor zal zorgen dat veel mensen hun baan kwijtraken. De media-aandacht voor populaire chatbots als ChatGPT en andere AI-ontwikkelingen is overweldigend. Hierdoor kan het beeld ontstaan alsof iedereen in Nederland goed bekend is met AI en er zelf al dagelijks pro-actief gebruik van maakt. In onze monitor kun je op een overzichtelijke manier zien hoe het er daadwerkelijk voor staat in Nederland.’

Grote ‘age gap’

De resultaten zijn opvallend. 70% van de respondenten geeft aan nog nooit generatieve AI, zoals ChatGPT, gebruikt te hebben. De verschillen tussen leeftijdscategorieën zijn erg groot. Zo zegt 74% van de jongeren tussen de 16 en 24 jaar in het afgelopen jaar gebruik te hebben gemaakt van generatieve AI. Voor mensen vanaf 25 jaar blijkt juist dat 74% nooit heeft geprobeerd een tekst of foto te genereren met AI. ‘Jongeren van nu zijn opgegroeid met het internet. Ze hebben meer vertrouwen om te experimenteren met nieuwe technologieën in hun dagelijkse routines. Dat zien we duidelijk terug in onze monitor’, aldus De Vreese, een van de onderzoeksleiders van AlgoSoc.

Herkennen van AI-content

Hoewel lang niet alle Nederlanders AI-tools lijken te gebruiken, denken ze dat anderen dat wel doen. Slechts 15% van de respondenten zegt nooit in aanraking te zijn gekomen met AI-gegenereerde teksten, foto’s of video’s op sociale media. Bijna de helft (49,5%) geeft aan geregeld AI-genereerde content tegen te komen op internet. Dat is bijzonder, want de meeste respondenten achten zich tegelijkertijd niet goed in staat om AI-gegenereerde content te herkennen. Op een schaal van 1 tot 7 komt het gemiddelde van de respondenten uit op 2.58. Journalisten zijn volgens de respondenten het beste in staat om AI-content te detecteren.

Doorgaande monitoring

‘We blijven de publieke houding tegenover AI de komende drie jaar nauwgezet volgen. Als AI in de toekomst breder toegepast gaat worden in bijvoorbeeld de zorg of andere sectoren, kunnen we ook de daaruit voortkomende zorgen in kaart brengen in de monitor. En net als nu ook gespecificeerd op leeftijd, geslacht, educatie en politieke voorkeur’, geeft de Léon aan.

AlgoSoc zal elke zes maanden dezelfde respondenten interviewen om de verandering in hun gebruik en houding ten opzichte van AI en geautomatiseerde beslissingssystemen te meten.