11 september 2025
Promovendi en jonge onderzoekers staan onder grote druk: ze moeten publiceren, financiering vinden, onderwijs geven en ondertussen hun proefschrift schrijven. Tegelijkertijd zijn hun baanvooruitzichten heel onzeker. Promovendi kampen zelfs tot wel zes keer vaker met psychische klachten zoals depressie en angst dan de algemene bevolking.
Luisa Solms, zelf ook promovenda, onderzocht deze mentale crisis en wat hier tegen kan helpen. ‘Een hoge werkdruk en baanonzekerheid eisen hun tol, maar hulpbronnen kunnen het welzijn versterken. Bijvoorbeeld de mogelijkheden die een organisatie biedt om je verder te ontwikkelen, of hulpbronnen die je bij jezelf kunt zoeken, zoals zelfcompassie.’
Met behulp van vragenlijsten, dagboekonderzoek en interviews onder promovendi aan de UvA achterhaalde Solms het verband tussen werkstress, hulpbronnen en welzijn. Ook ontwikkelde en testte ze een interventietraining waarin promovendi psychologisch kapitaal (zoals optimisme, veerkracht en doelgerichtheid) en zelfcompassie leren versterken.
‘Omdat ik zelf promovenda ben, stond ik dicht bij het onderwerp van mijn onderzoek. Veel van de dingen die ik tegenkwam, maakte ik zelf ook mee. Dat gaf een extra motivatie om dit onderzoek goed te gaan doen’, aldus Solms.
Solms vond een duidelijk verband tussen een slechte werk-privébalans en burn-out. ‘Door de hoge werkeisen en de academische cultuur voelen veel promovendi de noodzaak om ook ’s avonds en in het weekend te werken. Dit gaat ten koste van het persoonlijke leven en beperkt de mogelijkheden tot herstel.’
Daar stond tegenover dat leermogelijkheden en vertrouwen in de eigen loopbaan inzet vergrootten en burn-out verminderden. Vooral psychologisch kapitaal - een combinatie van hoop, zelfvertrouwen, optimisme en veerkracht - was belangrijk. Promovendi met veel psychologisch kapitaal waren meer betrokken, minder vaak opgebrand en verzuimden minder. ‘Psychologisch kapitaal kon zelfs een tekort aan steun vanuit de universiteit helpen compenseren’, stelt Solms.
Ook bleek de interventietraining succesvol: na het volgen van deze rapporteerden deelnemers minder werkdruk en meer bereidheid om hulp te zoeken. Vooral het element van zelfcompassie was doorslaggevend. ’De deelnemers leerden drie belangrijk stappen te doorlopen: het probleem erkennen, herkennen dat ze niet de enige zijn met deze problemen en vervolgens een positieve en ondersteunende houding ten opzichte van zichzelf ontwikkelen’, legt Solms uit. ‘Het idee is dat je net zo ondersteunend wordt voor jezelf als je vaak voor een ander bent.’
Solms concludeert dat zelfcompassie een belangrijke beschermende factor is bij deze groep die vaak hoge verwachtingen van zichzelf heeft en erg zelfkritisch kan zijn.
Universiteiten, begeleiders en promovendi kunnen zelf bijdragen aan een gezondere academische cultuurArbeidspsycholoog Luisa Solms
Hoewel trainingen helpen, benadrukt Solms dat blijvende verbetering meer vergt. ‘Zelfcompassie is een vaardigheid die je kunt leren, maar je moet ook de ruimte ervaren om deze toe te kunnen passen. De universiteit is een plek waar je vooral op je resultaten wordt beoordeeld en veel minder op je inspanningen. En als alleen je prestaties tellen en er weinig ruimte is om fouten te maken, wordt het moeilijk om mild te zijn voor jezelf.’
Hiermee raakt haar proefschrift aan een bredere discussie over welzijn en werkdruk in de wetenschap. ‘Universiteiten, begeleiders en promovendi zelf kunnen bijdragen aan een gezondere academische cultuur. Een cultuur waarin niet alleen successen worden gevierd, maar ook inspanningen en tegenslagen bespreekbaar zijn’, aldus Solms.
Samen met collega (en zus) Lara Solms ontwikkelde Solms een kaartenset die helpt om taboes te doorbreken: the PhD Coach Kit. ‘Met behulp van vragen wordt je uitgenodigd met elkaar te praten over de uitdagingen die je als promovendus tegenkomt.’
Luisa Solms verdedigt haar proefschrift ‘From Work Pressure to Work Pleasure: Understanding and Improving Well-Being in Academia’, op 24 september 2025 aan de Universiteit van Amsterdam.