Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
een plaatje van een netwerk

Een netwerkbenadering om onze cognitieve ontwikkeling en mentale problemen te verklaren, wordt steeds gangbaarder in de sociale wetenschappen, vertelt Maarten Marsman universitair docent psychologische methodenleer aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Voor lange tijd werd bijvoorbeeld gedacht dat onze persoonlijkheid en intelligentie, maar ook mentale problemen als depressie, ergens in ons brein zaten. En dat mijn brein dan zou afwijken van die van jou om een verschil tussen ons te verklaren. Deze manier van denken maakt nu steeds meer plaats voor de revolutionaire theorie dat cognitie en mentale problemen ontstaan als gevolg van waarneembare factoren of symptomen die op elkaar ingrijpen. Wie niet goed slaapt, kan zich bijvoorbeeld niet concentreren en krijgt irritaties op zijn werk. En dat heeft weer invloed op je stemming en je nachtrust.’

Deze aandacht voor de interactie tussen factoren in complexe systemen ziet Marsman terug in de breedte van de wetenschap. ‘Bij allerlei maatschappelijke vraagstukken is hier steeds meer aandacht voor en wordt er steeds minder naar die ene aanwijsbare verklaring gezocht, die er waarschijnlijk ook niet is. Met een netwerkbenadering kunnen patronen en relaties tussen variabelen worden bloot gelegd, maar statistische innovaties kunnen de groei in netwerkstudies amper bijhouden. Hierdoor kunnen data verkeerd worden geïnterpreteerd.’ Marsman gaat hier een oplossing voor bieden.

Een nieuw raamwerk voor statistische analyse

Marsman ontving een ERC Starting Grant om een nieuw raamwerk te ontwikkelen voor de analyse van (psychologische) netwerken. ‘Hoe zorg ik dat ik het juiste model heb voor de specifieke data die ik tot mijn beschikking heb? En hoe toets ik of er tussen bepaalde knopen in het netwerk een relatie zit, of niet? Bijvoorbeeld tussen slecht slapen en concentratieproblemen in het geval van depressie. Marsman gaat ook methoden ontwikkelen om de invloed van interventies op het netwerk te onderzoeken. ‘Want welke kant netwerk relaties opgaan, wat beïnvloedt wat, dat is nog heel lastig te achterhalen’.

Om de voorspellingen zo robuust mogelijk te maken past Marsman een zogenaamde Bayesiaanse benadering toe die ook twijfel en onzekerheid over bepaalde relaties incorporeert. ‘Alle mogelijke netwerkstructuren, die verschillende factoren aan elkaar verbinden om een bepaald vraagstuk te verklaren, krijgen in eerste instantie eenzelfde kans om hun plausibiliteit te bewijzen. Vervolgens weeg ik welke modellen tot meer en minder plausibele uitkomsten leiden en deze weging neem ik mee. Een minder plausibel model wordt dus niet uitgesloten, maar draagt bij door het blootleggen van verbanden die minder sterk en meer onzeker lijken.’

Statistiek gratis beschikbaar stellen in JASP

Marsman zal zijn methodologie via JASP met de wereld delen. JASP is een open source platform, ontwikkeld door collega Eric-Jan Wagenmakers, dat methodologie ‘makkelijk, inzichtelijk, en gebruiksvriendelijk’ maakt voor onderzoekers, en bovendien gratis beschikbaar stelt. ‘Ik zal mijn methodologie ook buiten mijn eigen vakgebied toetsen zodat de ervaringen van verschillende gebruikers van de netwerkbenadering hierin worden verwerkt.’ Marsman kijkt uit naar het moment dat hij een eerste implementatie in JASP kan opnemen. ‘Mensen hebben nu te veel vertrouwen in de methodes die er liggen waardoor data verkeerd kunnen worden geïnterpreteerd. We lossen straks niet alleen een geïsoleerd probleem op, maar leggen een methodologie neer die heel veel problemen grondig oplost. Daar ben ik wel heel trots op.’

In de komende periode gaat Marsman zijn team samenstellen van 2 PhDs een postdoc en een programmeur. Geïnteresseerd? Hou de vacaturepagina van de UvA in de gaten.

Dr. M. (Maarten) Marsman

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Programmagroep: Psychological Methods