Toen Slotboom in 2012 het boek Criminele meisjes en vrouwen schreef, merkte ze hoe weinig wetenschappelijke kennis er was over deze groep. ‘Terwijl 20% procent van alle jonge verdachten een meisje is’, legt Slotboom uit. ‘Meisjes plegen vaak dezelfde soort delicten als jongens, maar hun weg naar criminaliteit verloopt anders. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken welke aanpakken effectief zijn voor meisjes.’

Risico- en beschermende factoren

Binnen de leerstoel richt Slotboom zich op twee hoofdthema’s. Ten eerste onderzoekt zij de rol van risico- en beschermende factoren bij crimineel gedrag van meisjes. Slotboom: ‘In de medische zorg is er gelukkig al veel meer aandacht voor onderzoek en behandeling van specifieke problemen van vrouwen , maar in de forensische zorg nog nauwelijks. Onderzoek toont aan dat trauma’s en psychische problemen bij meisje een grotere rol spelen in crimineel gedrag dan bij jongens. Er is behoefte aan wetenschappelijke kennis die de ervaringen van meisjes ondersteunt, zodat er beter beleid kan worden ontwikkeld.’

Strafrechtelijke reacties en interventies

Het tweede thema is strafrechtelijke reacties en interventies. ‘Dit gaat over de behandeling van meisjes binnen het jeugdstrafrecht en de zorg na een veroordeling. Is de huidige aanpak effectief? Als hoogleraar ga ik voor een wetenschappelijk onderbouwde benadering voor meisjes binnen het strafrecht. Meisjes verdienen, net als jongens, rechtvaardige straffen en de bijbehorende zorg vanuit justitie’, sluit Slotboom af.

Over Anne-Marie Slotboom

Dr. Anne-Marie Slotboom is per 1 september bijzonder hoogleraar Ontwikkeling van criminaliteit bij meisjes en vrouwen vanuit orthopedagogisch en forensisch perspectief. Daarnaast is ze universitair hoofddocent aan de afdeling Criminologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Haar belangrijkste publicaties richten zich op de detentieomstandigheden in vrouwengevangenissen, de ervaringen van vrouwen in detentie en meisjes in het jeugdstrafrecht. Daarnaast coördineerde zij een onderzoek voor het Nederlandse Ministerie van Justitie naar de behoefte aan genderspecifieke interventies.