Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Succesvolle influencers kunnen veel geld verdienen met hun content op sociale media. Maar waarom worden sommigen van hen niet gecontroleerd door de Belastingdienst? Juan Manuel Vázquez onderzocht het EU-beleid tegen belastingontduiking op online platforms. ‘Op dit moment komen influencers vaker weg met belastingontduiking dan iemand die tweedehands babykleding verkoopt.’ 
Shutterstock

Mensen verdienen tegenwoordig geld door bijvoorbeeld hun appartement te verhuren via Airbnb, eten te bezorgen voor Uber of tweedehands spullen te verkopen via Vinted of Marktplaats. Toch geven deze kleine ondernemers hun inkomsten niet altijd op bij de Belastingdienst. Dit resulteert in een geschat belastingtekort van 21,3 miljard euro in de EU. ‘En daar blijft het natuurlijk niet bij’, zegt Vázquez, die zijn proefschrift schreef over de hoe de EU omgaat met belastingontduiking in de platformeconomie. 

Wat heeft de EU gedaan om verdere belastingontduiking te voorkomen? 

‘In 2021 heeft de EU besloten dat digitale platforms informatie over hun gebruikers aan de Belastingdienst moeten doorgeven. De regels schrijven ook voor dat deze gegevens automatisch worden uitgewisseld tussen belastingdiensten van verschillende EU-landen. Als een Nederlandse leraar tegen betaling bijles geeft aan een Duitse student via een Iers platform, blijft dat niet langer onopgemerkt. Het is nu veel moeilijker om belasting te ontduiken binnen de platformeconomie. Dit beleid is vastgelegd in de EU-richtlijn “DAC7”. Maar uiteraard kent deze ook zijn tekortkomingen en uitdagingen.’ 

Copyright: AUC
Persoonsgegevens worden zelfs gedeeld als het risico op belastingontduiking minimaal is. 

Wat is het probleem? 

‘Hoewel het bestrijden van belastingontduiking uiteraard een nobel streven is, roept het verzamelen van gegevens ook vragen op. De overheid dringt zich op in de privésfeer van platforms en hun gebruikers. Platforms worden belast met een meldplicht aan de Belastingdienst. En platformgebruikers moeten hun burgerservicenummer (BSN, red.) delen met platforms. Als je belastingontduiking wilt bestrijden, hoef je alleen het absolute minimum te weten, zoals wat ik verdien en wat mijn BSN is, maar niet welke producten ik koop. Alleen deze gegevens mogen worden gedeeld met de bevoegde instantie – gelukkig is dat het geval met DAC7.’ 

Betekent dit dat je nu je BSN moet opgeven als je iets verkoopt op Vinted? 

‘In principe wel, maar er zijn uitzonderingen. Als je minder dan 30 artikelen verkoopt en minder dan 2000 euro per jaar verdient, hoef je je gegevens niet te delen met de Belastingdienst – hoewel het platform je wel om je BSN kan vragen. Maar als je 31 babyartikelen van elk 1 euro verkoopt of je oude fiets voor 2001 euro, delen platforms je gegevens wel. Dit betekent dat ook als het risico op belastingontduiking minimaal is, persoonsgegevens worden gedeeld. Het is wel belangrijk om te weten dat het delen van gegevens niet automatisch betekent dat je belasting moet betalen.’ 

Welke gegevens worden gedeeld als je tweedehands kleding koopt op Vinted? 

‘Deze regels gelden niet voor kopers. Als je bijvoorbeeld online T-shirts koopt met controversiële politieke of religieuze teksten komt de Belastingdienst daar niet achter. Het gaat alleen om mensen die via platforms geld verdienen: mensen die hun appartement verhuren, voor Uber werken, enzovoort. Vóór DAC7 konden deze ondernemers inkomsten verzwijgen. Dat is nu niet meer mogelijk. Maar er zitten nog steeds hiaten in het huidige beleid.’ 

CV

Juan Manuel Vázquez heeft op 13 mei zijn proefschrift Tax reporting by digital platforms under DAC7: A proportionality assessment verdedigd. Vázquez coördineert het ACTL-onderzoeksproject ‘Designing the tax system for a cashless, platform-based and technology-driven society’ (CPT-project). Daarnaast werkt hij als Professional Support Lawyer bij Loyens & Loeff. 

Zijn er uitzonderingen op de meldplicht? 

‘Ja, een opmerkelijke uitzondering is er voor mensen die een zogenaamde ‘niet-aanpasbare dienst’ verlenen. Influencers die bijvoorbeeld fitness- of modeadvies geven via standaard content, hoeven de inkomsten uit abonnementskosten of fooien niet op te geven. Dat komt omdat ze geen gepersonaliseerde dienst verlenen. Ook crowdfundinginvesteerders of mensen die verplaatsbare speeltoestellen verhuren voor kinderfeestjes vallen niet onder DAC7. Dit betekent dat sommige gebruikers die via platforms enorme bedragen verdienen, niet worden gemeld bij de Belastingdienst, maar anderen die 31 babyartikelen verkopen voor 1 euro per stuk of hun fiets voor 2001 euro wel.’ 

Ben je na je onderzoek nog steeds tevreden over het beleid? 

‘Ik sta volledig achter deze regels. DAC7 is een positieve beleidsmaatregel om op EU-niveau belastingontduiking aan te kunnen pakken. Maar het beleid moet verder verbeterd worden. DAC7 is bijvoorbeeld gebaseerd op een beperkte steekproef. Hierdoor blijven sommige platformgebruikers die online aanzienlijke bedragen verdienen onder de radar, terwijl anderen die slechts een paar euro verdienen nauwlettend in de gaten worden gehouden. Platforms moeten gegevens delen over mensen die babykleding verkopen, maar niet over zeer succesvolle influencers of crowdfundinginvesteerders. Bovendien legt de meldplicht een zware last op platforms, wat vooral negatief uitpakt voor kleine start-ups.’ 

Wat zijn je aanbevelingen? 

‘We moeten DAC7 aanpassen om het middensegment van de belastingplichtigen te bereiken. Dit zijn de mensen die, in tegenstelling tot de kleine verkopers , nog steeds aanzienlijke bedragen verdienen, maar voor de Belastingdienst slecht zichtbaar zijn. Op lange termijn zou de beste oplossing een “compliance by design”-model zijn, waarbij de benodigde gegevens die door platforms worden bewaard, automatisch met de fiscus worden gedeeld. Zo bestrijd je belastingontduiking effectief en verminder je de regeldruk voor platforms. Uiteraard moeten daarbij robuuste privacywaarborgen gelden. De Europese Commissie evalueert het beleid nu. Ik hoop dat mijn onderzoek helpt om verbeterpunten van DAC7 in kaart te brengen.’