Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Het eerste jaarlijkse forum van SEVEN op 11 december stond in het teken van het versnellen van de eiwittransitie. De Brug van de UvA zat vol met een divers publiek van onderzoekers, vertegenwoordigers van de locale overheid (Gemeente Amsterdam), de nationale overheid (de ministeries van Klimaat en Groene Groei en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid & Natuur), de industrie, maatschappelijke organisaties en zorgverzekeraars.

Het forum had tot doel de systemische belemmeringen voor de eiwittransitie in kaart te brengen en manieren te vinden om deze te overwinnen. André Nollkaemper, academisch directeur van SEVEN, wees erop dat de meer dan 130 UvA-onderzoekers die bij SEVEN zijn aangesloten, een breed scala aan disciplines vertegenwoordigen en dat het aanpakken van de uitdagingen die het mondiale voedselsysteem voor het klimaat met zich meebrengt, vereist dat hun disciplinaire kennis wordt geïntegreerd en dat er wordt samengewerkt met maatschappelijke partners, waardoor academische kennis met praktische ervaring wordt gecombineerd.

Resultaten van SAIL als living lab

Jan Willem Bolderdijk, hoogleraar Duurzaamheid en Marketing, presenteerde de eerste bevindingen van een boeiend voorbeeld van deze aanpak, waarbij SAIL Amsterdam werd omgevormd tot een living lab. De centrale onderzoeksvraag was hoe het aantal festivalbezoekers dat openstaat voor plantaardige alternatieven kan worden vergroot.

Om inzicht te krijgen in de keuzes van consumenten en mogelijke interventies te identificeren, werd eerst het onderliggende systeem, dat het gedrag van alle betrokken actoren bepaalt, in kaart gebracht door middel van een aantal samenwerkingssessies met onderzoekers, de SAIL-organisatie en cateraars. Op basis van deze eerste inventarisatie voerde een team van SEVEN-onderzoekers in samenwerking met onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen University & Research een aantal veldonderzoeken uit.

Het is geweldig dat SEVEN een interdisciplinaire aanpak hanteert voor de uitdaging van de eiwittransitie. Het is fantastisch om te zien dat de Universiteit van Amsterdam zo betrokken is bij de stad Amsterdam via dit SAIL-project en het is heel goed dat de gedragscomponent zo'n centrale rol heeft gespeeld in dit onderzoek. Anniek Mauser, hoofd Duurzaamheid bij VGZ

Een van deze studies onderzocht wat er gebeurde wanneer bezoekers erop werden gewezen dat de speciale SAIL-kroket die ze aten plantaardig was. De onderliggende hypothese was dat het proeven van deze (zeer) smakelijke plantaardige kroket vooral bij sceptische consumenten de openheid voor toekomstige plantaardige keuzes zou vergroten. Na het proeven van deze snack kregen alle 889 deelnemers een voucher aangeboden voor een korting van €2,50 op een plantaardige burger.

Uit de resultaten blijkt dat bij mannelijke consumenten het benadrukken van het plantaardige karakter van de kroket hun bereidheid bijna verdubbelde om de kortingsbon te accepteren en de plantaardige burger te proberen. Vrouwelijke consumenten waren al vanaf het begin eerder geneigd om voor de kortingsbon te kiezen.

Jan Willem Bolderdijk concludeerde dat de huidige vraag naar impactvolle maaltijden op festivals zichzelf versterkt, dat een combinatie van interventies gericht op verschillende hefboompunten kan helpen om de status quo te destabiliseren en transities te faciliteren, en dat SAIL kan dienen als voorbeeld van de overgang van systeemanalyse naar interventies.

SAIL als model voor interventie

Eline Elbersen, duurzaamheidscoördinator bij SAIL, legde uit hoe waardevol de samenwerking met de cateraars was geweest, aangezien die worden beschouwd als moeilijk bij de eiwittransitie te betrekken, vanwege hun kleine financiële marges en begrijpelijke terughoudendheid om grote risico's te nemen. Op basis van de positieve ervaringen met het SAIL-experiment heeft zij andere festivals het samenwerkingsmodel van SEVEN aanbevolen, waarbij wordt samengewerkt met de diverse partners, zoals de cateraars, in plaats van hen veranderingen van bovenaf op te leggen en te belasten met de financiële risico's.

Kennisleemtes en systemische belemmeringen

De deelnemers verdeelden zich vervolgens over acht rondetafelgesprekken, elk gewijd aan een ander thema, zoals de werkelijke prijs van vlees, weerstand en polarisatie, en de eiwittransitie in zorginstellingen. Het doel was om het enorme probleem van de eiwittransitie op te splitsen in kleinere, beter beheersbare problemen.

In de daaropvolgende plenaire vergadering reflecteerden de rapporteurs van elke tafel op de systemische barrières die zij hadden geïdentificeerd, de veelbelovende interventies of faciliterende omstandigheden die volgens hen nodig waren om interventies te laten slagen, en de kennislacunes die moesten worden aangepakt. Voor de tafel over het integreren van dierenwelzijn was dat bijvoorbeeld hoe dierenwelzijn moet worden gedefinieerd, hoe het op een zinvolle manier kan worden gekwantificeerd en hoe hun welzijn het meest effectief kan worden ingezet in beleid en praktijk.

Over het algemeen was de conclusie dat er niet één enkele transitie nodig was, maar eerder een reeks transities, elk met hun eigen specifieke interventie en kader. In sommige gevallen was een focus op een duidelijk geformuleerd alternatief nodig, terwijl in andere gevallen een stille revolutie meer zou kunnen opleveren.

Belangrijke conclusies en inspirerende voorbeelden

Een gedeelde conclusie die uit het forum naar voren kwam, was dat de industrie en de consumenten zich steeds meer richten op maaltijden met een kleinere klimaatvoetafdruk, maar dat de overheid niet echt actie onderneemt. Marjolijn Heslinga, projectmanager bij de Stichting Transitiecoalitie Voedsel, merkte op dat Nederland het voorbeeld van Denemarken zou moeten volgen, waar het ministerie van Voedsel, Landbouw en Visserij een actieplan voor plantaardige voeding heeft opgesteld en ervoor heeft gezorgd dat alle relevante partijen dit plan ondersteunen.

Uit ons recente onderzoek blijkt dat 63% van de Nederlandse consumenten nu voorstander is van een ‘fairnessheffing’ op vlees van 1 euro per kilo, mits dat geld naar de boeren gaat. Begin volgend jaar wil TAPP een Nederlandse versie van het Deense actieplan lanceren, met een budget dat drie keer zo groot is als dat van Denemarken, aangezien Nederland drie keer zo groot is. Jeroom Remmers, directeur van de True Animal Protein Price Coalition

Martine van Haperen, foodservice-expert bij de non-profitorganisatie ProVeg, was het ermee eens dat veel consumenten – 65,7% van de Nederlanders – aangeven dat ze meer plantaardig willen eten, maar dat er ook een kloof bestaat tussen intentie en gedrag die zo groot is als de Grand Canyon. Universiteiten doen het volgens haar opmerkelijk goed.

We moeten alle knoppen tegelijk indrukken. Begin met een consistent overheidsbeleid, een langetermijnvisie en een geïntegreerde aanpak, en betrek potentiële tegenstanders er vanaf het begin bij. Maak duidelijk dat er kosten verbonden zijn aan de eiwittransitie, hoe hoog die kosten zijn en dat er zowel winnaars als verliezers zullen zijn. Willem Boterman, universitair hoofddocent aan de UvA

Anniek Mauser, hoofd Duurzaamheid bij zorgverzekeraar VGZ, benadrukte het belang van het koppelen van de eiwittransitie aan gezondheidsresultaten. Hoewel ze het belang van onderzoek en wetenschappelijk bewijs benadrukte, merkte ze op dat de ‘echte verandering plaatsvindt op de momenten dat mensen er gewoon mee beginnen’. Als voorbeeld noemde ze de Noordwest Ziekenhuisgroep, die vegetarische maaltijden tot de standaard heeft gemaakt.

Peter van Dam, medeoprichter van SEVEN en moderator van het evenement, concludeerde dat het gemakkelijk is om de spot te drijven met de eerste vegetariërs in Nederland van honderd jaar geleden, die niet alleen vleesloos eten promootten, maar mensen ook aanspoorden om geen kruiden, zout, peper en alcohol te gebruiken. We hebben volgens hem juist de mensen nodig die anders durven te zijn om grote veranderingen teweeg te brengen. Hij concludeerde: 'We voelen nu dat er echt kansen liggen; verandering ligt binnen handbereik. We KUNNEN dit.'